Over Mathijs

Mathijs is sinds 2012 advocaat bij La Gro, partner corporate/M&A en staat aan het hoofd van ons ESG-projectteam. Hij begeleidt ondernemers en investeringsmaatschappijen (PE/VC) bij fusies, bedrijfsovernames of participaties. Daarnaast procedeert Mathijs regelmatig omtrent ondernemingsrechtelijke of vennootschapsrechtelijke geschillen in kort geding of voor de Ondernemingskamer. Mathijs is specialist op het gebied van ESG; ESG-due-diligence, ESG-rapportages en heeft bijzonder oog voor duurzaamheidsdoelstellingen en good governance. Mathijs houdt van een informele aanpak, is pragmatisch, flexibel, analytisch en komt snel tot de kern. Hij is actief betrokken bij zijn dossiers en gaat creatieve oplossingen niet uit de weg. Mathijs focust zich op het creëren van meerwaarde voor zijn cliënten en hun ondernemingen.

Specialisaties 

  • Fusies en overnames 
  • Participaties, joint-ventures, investeringen
  • Corporate litigation (post-closing, bestuurdersaansprakelijkheid, aandeelhoudersgeschillen)
  • Private equity, venture capital, investeringsmaatschappijen
  • Corporate Governance
  • ESG

Achtergrond en nevenactiviteiten 

  • 2011, Radboud Universiteit Nijmegen, Master Ondernemingsrecht 
  • 2016-2017, Grotius Specialisatieopleiding, Ondernemings- en vennootschapsrecht 
  • 2021-2022, Grotius Specialisatieopleiding, Fusies en Overnames 
  • Lid van de M&A Professionals Den Haag  
  • Lid van de Vereniging Corporate Litigation  
  • Jong Management (VNO-NCW) 
  • Lid Businessclub Koninklijke HCVV 
  • Bestuurslid energiecoöperatie Haagse Stroom

Recente dossiers 

  • Advisering Pharming Group bij verkoop minderheidsbelang en herinvestering
  • Begeleiding samenvoeging van goede doelen stichtingen Cordaid en ICCO en opvolgende verkoop country offices
  • Juridische fusie tussen twee woningcorporaties 
  • Ontvlechting van een samenwerking binnen maatschapsverband van tandartsen 
  • Succesvolle uittredingsvordering van een aandeelhouder in het kader van de geschillenregeling 
  • Succesvolle vordering in bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure op grond van onrechtmatig handelen 
Contactgegevens
Mr. M.M. (Mathijs) Arts

Advocaat | Partner 

Fusies en overnames | Corporate Advisory & Litigation | ESG

Bel Mathijs Arts

Artikelen van Mathijs Arts

Reinoud van Ginkel 1
Reinoud van Ginkel
Advocaat
De Rol van Venture Capital
In de dynamische wereld van startups en innovatieve bedrijven speelt venture capital (VC) een cruciale rol in het financieren van groeipotentieel. Maar wat is venture capital precies, hoe werken Venture Capitalists en wat is hun rol in het investeringsecosysteem? In dit artikel ga ik dieper in op de definities, processen en strategieën achter venture capital, evenals de rol die VC speelt in de Nederlandse startup-economie. Dit artikel is het eerste artikel in onze reeks over Venture Capital.  Definitie van Venture Capital Venture capital, ook wel durfkapitaal genoemd, is een vorm van financiering die zich richt op (innovatieve) start-ups en kleine bedrijven met een hoog groeipotentieel. Deze ondernemingen bevinden zich in hun ontwikkelingsfase, zijn in de regel nog niet winstgevend en zijn voor hun verdere groei- en ontwikkelambitie afhankelijk van extern geld. VC-investeerders investeren in deze bedrijven om hun initiële ontwikkeling of snelle groei verder te ondersteunen. Het is belangrijk op te merken dat venture capital zich meestal richt op bedrijven die al enige mate van validatie hebben bereikt. Dit kan betekenen dat ze een werkend product hebben, een initiële klantenbasis, of duidelijk marktpotentieel hebben aangetoond. Venture capitalists investeren zelden in volledig ongeteste ideeën, wat hen onderscheidt van vroegere financieringsbronnen zoals angel investors of de 3F’s (family, friends and fools). Hoe Werkt Venture Capital? Investeerders en Bronnen van Kapitaal Venture capitalists zijn professionele investeerders die hun kapitaal inzetten in bedrijven met een hoog groeipotentieel maar ook een inherent risico. Deze investeerders verkrijgen hun kapitaal uit diverse bronnen, zoals externe investeerders genaamd Limited Partners (LPs) en soms ook uit eigen middelen. LPs kunnen pensioenfondsen, universiteitsendowments, familiekantoren of vermogende particulieren zijn. VC-partijen treden vaak ook gezamenlijk op en in Nederland ook geregeld met door de overheid gefinancierde partijen zoals de Regionale Ontwikkel Maatschappijen (ROM). Het consortium van samenwerkende investeerders neemt dan een gezamenlijke positie binnen een start up. Fasen van Investering Het proces van venture capital investeringen verloopt in meerdere fasen: Investeerders gebruiken hun persoonlijke netwerken, aanbevelingen en online platforms om interessante jonge bedrijven te identificeren (deal sourcing). In de deal screening fase worden startups beoordeeld op basis van criteria zoals marktpotentieel, teamexpertise en innovatie. Een grondige due diligence wordt uitgevoerd om de haalbaarheid en risico’s van de investering te beoordelen. Dit proces omvat een uitgebreide audit van de startup om financiën, operaties, juridische aspecten, marktpositie en meer te evalueren. In de investment committee fase wordt de uiteindelijke beslissing genomen (Final Investment Decision) door een groep van experts en partners. Na de due diligence stelt de venture capital firma in de regel een term sheet en andere relevante documenten op en wordt de deal gestructureerd. Zodra de benodigde stukken zijn ondertekend, wordt de financiering verstrekt middels inbreng van kapitaal in de onderneming (capital deployment). De daadwerkelijke kapitaal investeringen vinden in de praktijk vaak plaats in verschillende rondes/fases, elk met specifieke doelen en voorwaarden. De eerste formele investeringsronde, ook wel bekend als de Seed-ronde richt zich op de productontwikkeling en marktvalidatie. De daarop volgende series A ronde focust zich op het verfijnen van het businessmodel en het versnellen van de groei. Alle rondes (series B en verder) daarna zijn gericht op schaalvergroting en expansie. Elke ronde brengt doorgaans meer kapitaal en hogere waarderingen met zich mee, maar vaak ook strengere eisen aan de prestaties van het bedrijf. Voorwaarden en Risico’s In ruil voor hun financiële investering ontvangen venture capitalists gedeeltelijk eigendom van de onderneming en regelmatig ook inspraak in de bedrijfsvoering. Dit gebeurt dan in de vorm van een bestuurszetel, RvC of anderszins. De investeerders stellen daarnaast in voorkomende gevallen ook andere eisen, zoals het recht op toekomstige investeringen, het recht om hun investering met voorrang terug te krijgen of de mogelijkheid om het bedrijf na een bepaalde periode met winst te verkopen. Venture capital is een risicovolle manier van investeren omdat de bedrijven nog in de beginfase zitten, geen of weinig inkomsten hebben en nog niet hebben bewezen daadwerkelijk succesvol te zullen zijn. De exit-strategie, of de manier waarop de investeerder zijn aandelen kan verkopen, kan daarom onzeker of onduidelijk zijn. Het is cruciaal te begrijpen dat de meeste venture capital-investeringen niet succesvol zijn. VC-firma’s verwachten hun rendement te behalen uit een klein percentage van hun investeringen – vaak slechts 10-20% van hun portfolio. Deze ‘winners’ moeten voldoende rendement opleveren om de verliezen op de andere investeringen te compenseren en nog steeds een aantrekkelijk totaalrendement te genereren. Dit onderstreept de hoge risico-rendementsverhouding in de venture capital-sector. Exit-Strategieën Het doel van de investeerders is om een rendement te behalen op het geïnvesteerde geld. Dit gebeurt meestal door de aandelen te verkopen na een bepaalde periode, gemiddeld tussen 3-7 jaar, via een beursgang, fusie of overname door een ander bedrijf of investeerder. Hoewel beursgangen (IPOs) en overnames de meest voorkomende exit-strategieën zijn, zijn deze sterk afhankelijk van marktomstandigheden en de prestaties van de startup. Niet elk bedrijf zal een succesvolle exit bereiken. Venture capitalists houden dus rekening met verschillende scenario’s en passen hun strategieën aan naarmate het bedrijf evolueert. In sommige gevallen kan een secundaire verkoop van aandelen of een herkapitalisatie een alternatieve exit-route bieden. Rol in de Startup-Economie Venture capital vormt een essentiële financieringsbron voor start-ups en innovatieve bedrijven, vooral wanneer traditionele bankleningen moeilijk te verkrijgen zijn. Het helpt bij de snelle groei en ontwikkeling van deze bedrijven en kan leiden tot exponentiële groei in het hele startup-ecosysteem. Netwerken en relaties spelen een cruciale rol in de deal flow. VCs investeren vaak in startups met oprichters die zij kennen of via aanbevelingen van vertrouwde bronnen. Een sterk netwerk kan de toegang tot hoogwaardige investeringskansen aanzienlijk verbeteren. Netwerken spelen niet alleen een cruciale rol in deal flow, maar beïnvloeden ook de kwaliteit van due diligence en strategische beslissingen. Sterke netwerken stellen VC’s in staat om diepgaande, betrouwbare informatie te verzamelen over potentiële investeringen. Ze faciliteren ook de toegang tot industrie-experts, potentiële klanten en partners, wat de waarde die een VC aan een startup kan toevoegen, aanzienlijk verhoogt. Bovendien kunnen goede netwerken helpen bij het vinden van geschikte executives of bestuursleden voor portfolio-bedrijven. VC-firma’s gevestigd in bloeiende ondernemersregio’s, zoals Silicon Valley, New York, Berlijn, Stockholm of Tel Aviv en dichter bij huis ‘Brainport Eindhoven’, BioScience Park in Leiden, de regio Amsterdam of metropoolregio Den Haag-Rotterdam, hebben in de regel betere toegang tot deal flow dan firma’s in minder actieve gebieden. Genoemde regio’s bieden een rijk ecosysteem van startups, talent en resources. VC-firma’s die zich specialiseren in specifieke sectoren of industrieën hebben een grotere kans op een betere deal flow omdat zij dieper inzicht hebben in de markt en beter in staat zijn om veelbelovende startups te identificeren. Specialisatie kan ook helpen om de due diligence efficiënter te maken en betere investeringsbeslissingen te nemen. De belangrijkste sectoren die VC-investeringen op dit moment aantrekken zijn informatietechnologie, gezondheidszorg/biotechnologie, fintech en consumentenproducten en -diensten Conclusie Samenvattend is venture capital een complex maar essentieel onderdeel van de startup-economie. Door de fasen van de deal flow, de sleutelspelers in het VC-ecosysteem, en de factoren die de deal flow beïnvloeden te begrijpen, kunnen zowel ondernemers als investeerders strategieën ontwikkelen om succesvol te zijn. Het mitigeren van uitdagingen zoals beperkte deal flow, concurrentie onder investeerders, tijdbeperkingen en risicomanagement is cruciaal voor het behalen van succes in de wereld van venture capital. Door het gebruik van technologie, het opbouwen van sterke netwerken, en het implementeren van efficiënte processen kunnen VC-firma’s en ondernemers de dynamiek van de deal flow effectief navigeren en hun kansen op succes verhogen. Met de juiste strategieën en mitigatiemaatregelen kunnen zowel ondernemers als investeerders profiteren van de potentieel hoge rendementen die venture capital te bieden heeft. Contact Heeft u vragen over de bad leaver of good leaver clausules of wilt u van gedachten wisselen? Neem dan contact op met Mathijs Arts, Reinoud van Ginkel of een van onze andere Fusies en Overname (M&A) specialisten.
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Decarbonisatie loont
Decarbonisatie Loont: De Belangrijkste Inzichten uit het ABN AMRO Rapport In januari 2025 verscheen het rapport Decarbonisatie loont van ABN AMRO Economisch Bureau. Dit rapport biedt een diepgaand inzicht in de voordelen en uitdagingen van investeren in koolstofarme technologieën. Het rapport richt zich op de economische, milieu- en strategische implicaties van decarbonisatie binnen de Nederlandse economie en de bredere Europese context. Decarbonisatie is een term die verwijst naar de transitie naar een postfossiele, koolstofdioxidevrije economie en naar het verlagen van de CO2-emissies, met name in de energiesector. In het decarbonisatieproces worden fossiele brandstoffen vervangen door CO2-vrije, hernieuwbare energiebronnen om de uitstoot van CO2 te verminderen of volledig te vermijden. Door decarbonisatie zal onze energievoorziening ingrijpend veranderen. Bron: ABN AMRO Economisch Bureau – Decarbonisatie loont, januari 2025. Uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem (ETS-II) Een van de meest relevante punten in het rapport is de uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem met ETS-II in 2027. Dit systeem zal vrijwel alle bedrijven in de Nederlandse economie stimuleren om te investeren in decarbonisatie. Het rapport benadrukt dat deze uitbreiding bedrijven niet alleen verplicht om hun broeikasgasemissies te verminderen, maar hen ook de kans biedt om te profiteren van economische voordelen door vroegtijdig in te zetten op koolstofarme technologieën. Financieel voordeel van vroegtijdige investeringen Volgens het rapport is het financieel voordeliger om op korte termijn te investeren in decarbonisatie dan te wachten tot de middellange of lange termijn. De investerings- en onderhoudskosten liggen tot 2029 aanzienlijk lager dan in de periode na 2030. Bedrijven die vroegtijdig investeren kunnen hierdoor niet alleen hun operationele kosten verlagen, maar ook hun concurrentiepositie versterken. Impact op de bedrijfsvoering en boncurrentiepositie Het rapport laat zien dat bedrijven die actief investeren in koolstofarme technologieën doorgaans hogere operationele marges hebben dan bedrijven die dat niet doen. Dit bevestigt het beeld dat eerder ook al door andere werd betoogd dat partijen met een stevig duurzaamheidsbeleid beter scoren dan hun minder duurzame evenknieën. Decarbonisatie wordt in het rapport gepresenteerd als een strategisch voordeel dat bedrijven helpt om zich te onderscheiden in de markt. Het rapport verwijst naar onderzoek van de VN, waaruit blijkt dat bedrijven met hoge duurzaamheidsprestaties 4,5 tot 5 keer hogere operationele marges behalen dan hun minder duurzame peers. Sectorale uitdagingen en kansen Binnen de Nederlandse economie zijn er aanzienlijke verschillen tussen sectoren als het gaat om de haalbaarheid van het behalen van de klimaatdoelen voor 2030. Terwijl sommige sectoren, zoals de papierindustrie, vooroplopen in emissiereductie, blijven andere sectoren, zoals de metaalindustrie en de chemische industrie, achter. Het rapport benadrukt dat maatwerk en sectorspecifieke strategieën cruciaal zijn voor succesvolle decarbonisatie. Innovatie en technologische ontwikkelingen Het rapport bespreekt ook de rol van innovatie in de transitie naar een koolstofarme economie. Nieuwe technologieën, zoals koolstofafvang en -opslag (CCS), waterstofproductie en batterijtechnologie, worden als cruciaal gezien voor het behalen van de klimaatdoelen. De technische gereedheid van deze technologieën varieert, maar het rapport voorspelt dat veel van deze innovaties tussen 2025 en 2050 commercieel levensvatbaar zullen worden. Investering noodzakelijke en lucratief Decarbonisatie loont maakt duidelijk dat investeren in koolstofarme technologieën niet alleen noodzakelijk is voor het behalen van klimaatdoelen, maar ook aanzienlijke economische voordelen biedt. Vroegtijdige investeringen leiden tot lagere kosten, hogere marges en een sterkere concurrentiepositie. Het rapport benadrukt het belang van een proactieve benadering van decarbonisatie, waarbij bedrijven niet alleen voldoen aan regelgeving, maar ook strategisch voordeel behalen. Wat betekent dit voor fusies en overnames? De inzichten uit Decarbonisatie loont hebben ook belangrijke implicaties voor de fusie- en overnamewereld. Bedrijven met een robuust ESG-beleid en duidelijke decarbonisatiestrategieën worden aantrekkelijker voor investeerders en kopers. Duurzaamheidsinitiatieven kunnen de waardering van een bedrijf verhogen, omdat zij niet alleen toekomstige risico’s verminderen, maar ook kansen bieden voor groei en kostenbesparingen. Daarnaast zullen bedrijven zonder duidelijke decarbonisatiestrategie mogelijk te maken krijgen met waarderingskortingen of moeilijkheden bij het aantrekken van investeringskapitaal. In due diligence-processen zal steeds meer aandacht worden besteed aan ESG-prestaties en de naleving van regelgeving, vooral gezien de aankomende uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem (ETS-II). Dit maakt het essentieel voor bedrijven om hun ESG-beleid te integreren in hun bedrijfsstrategie om aantrekkelijk te blijven op de fusie- en overnamemarkt. Contact Wilt u weten hoe uw bedrijf zijn waardering kan verhogen en positie in de markt kan versterker en daarmee aantrekkelijker kan worden voor investeerders, afnemers/klanten, toeleveranciers en personeel door middel van een sterke ESG- en decarbonisatiestrategie? Onze M&A– en ESG-advocaten staan klaar om u te adviseren over de impact van duurzaamheid op fusies en overnames. 
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Vergelijking van ESG-aandachtspunten in de regels voor bestuurders: Nederlandse Corporate Governance Code versus IoD Code of Conduct
Inleiding The Institute of Directors (IoD) heeft recent een nieuwe versie van de Code of Conduct for Directors gepubliceerd. De IoD is een Britse beroepsorganisatie voor bedrijfsdirecteuren, senior bedrijfsleiders en ondernemers. Het is de langstlopende organisatie voor professionele leiders in het Verenigd Koninkrijk, opgericht in 1903. Ongeveer 75% van de FTSE 100-bedrijven heeft een IoD-lid in hun bestuur of in een senior managementpositie heeft. De vrijwillig toepasbare Code of Conduct wordt door het IoD omschreven als een praktisch hulpmiddel om bestuurders te helpen bij het maken van ‘betere keuzes’. De Code betreft een vrijwillige verbintenis van bestuurders en de bedrijven waar zij functioneren om een positieve organisatiecultuur, ethiek en integriteit te ondersteunen en te bevorderen. In deze bijdrage vergelijken we de code van de IoD met de Nederlandse Corporate Governance Code 2022. De vergelijking ziet enkel op relevante aandachtspunten voor good governance in relatie tot ESG-doeleinden. Vergelijking Duurzaamheid en ESG (Environmental, Social, Governance) zijn tegenwoordig cruciale aandachtspunten in het bestuur van ondernemingen. Zoals opgemerkt vergelijken we de ESG-gerelateerde richtlijnen uit de Nederlandse Corporate Governance Code 2022 (NCGC) en de IoD Code of Conduct for Directors 2024 (IoD-code). Beide codes bieden richtlijnen voor goed bestuur, maar doen dit vanuit verschillende culturele en juridische contexten. De NCGC is van toepassing op Nederlandse beursgenoteerde bedrijven en heeft een ‘pas toe of leg uit’ karakter. De IoD-code heeft een vrijwillig karakter voor bestuurders en bedrijven die lid zijn van het IoD. 1. Duurzame waardecreatie De NCGC benadrukt het belang van duurzame lange-termijnwaardecreatie (hoofdstuk 1.1). Bestuurders worden geacht strategieën te ontwikkelen die rekening houden met sociale en ecologische impact, gebaseerd op “People, Planet, Profit.” Er wordt nadruk gelegd op dubbele materialiteit: hoe de onderneming invloed heeft op duurzaamheid en vice versa.​ In de IoD-code wordt het principe van Responsible Business behandeld. Hierin worden bestuurders aangemoedigd om ethische en duurzame bedrijfspraktijken te integreren in hun besluitvorming, met expliciete aandacht voor de bredere maatschappelijke en ecologische impact​. Vergelijking Beide codes onderstrepen het belang van duurzaamheid, maar de NCGC heeft specifiekere vereisten, zoals verplichte rapportage over duurzaamheidseffecten. De IoD-code is minder gedetailleerd maar zet sterk in op het ethische gedrag van bestuurders. 2. Risicobeheer en governance De NCGC benadrukt uitgebreid risicobeheer, inclusief het identificeren van ESG-gerelateerde risico’s zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid. Bestuurders moeten adequate interne beheerssystemen implementeren en regelmatig evalueren. In de IoD-code is risicomanagement geïntegreerd in bredere principes van verantwoordelijkheid en transparantie. Bestuurders moeten risico’s evenwichtig beheren en korte termijn winst niet boven lange termijn weerbaarheid plaatsen. Vergelijking De NCGC biedt meer concrete richtlijnen over hoe ESG-risico’s beheerd moeten worden, terwijl de IoD-code zich richt op ethische principes die het risicobeheer beïnvloeden 3. Stakeholderbetrokkenheid De NCGC schrijft expliciet voor dat ondernemingen een beleid voor effectieve dialoog met stakeholders ontwikkelen. Dit omvat ook de betrokkenheid van medewerkers bij de besluitvorming​. De IoD-code benadrukt het belang van transparantie en open communicatie met stakeholders, inclusief mechanismen zoals speak-up policies om wanpraktijken te melden. Vergelijking Hoewel beide codes stakeholderbetrokkenheid waarderen, legt de NCGC meer nadruk op structurele en strategische dialoog, terwijl de IoD-code meer gericht is op ethisch gedrag en transparantie. 4. Diversiteit en inclusie De NCGC verplicht een diversiteitsbeleid met concrete doelen voor gendergelijkheid en andere aspecten van diversiteit​. In de IoD-code wordt diversiteit benoemd als onderdeel van het principe Fairness. Bestuurders worden aangemoedigd om inclusieve culturen te bevorderen waarin iedereen zich gewaardeerd voelt. Vergelijking De NCGC biedt strengere en meetbare richtlijnen voor diversiteit, terwijl de IoD-code een bredere gedragsmatige benadering heeft. Conclusie Beide codes benadrukken het belang van ESG-principes in governance, maar doen dit op verschillende manieren. De Nederlandse Corporate Governance Code biedt gedetailleerde, juridisch verankerde richtlijnen die vooral gericht zijn op implementatie en rapportage. De IoD-code richt zich meer op het gedrag en de ethiek van individuele bestuurders. Samen vormen deze codes waardevolle kaders om bestuurders te helpen bij het realiseren van duurzame en verantwoorde ondernemingen. Meer weten over good governance en ESG? Neem dan contact op met Mathijs Arts of Patrycja Chelmiak.
La Gro – Pieter van den Oord
Pieter van den Oord
Advocaat
La Gro adviseert aandeelhouder ETB A. Hogenes BV bij overname van IJsselstijn Installatietechniek B.V.
ETB A. Hogenes B.V. is gevestigd in Alphen aan den Rijn en is gespecialiseerd in elektrotechniek in combinatie met de energietransitie. Duurzaamheid is daarbij een van de belangrijkste kernwaarde. IJsselstijn Installatietechniek B.V. heeft meer dan 50 jaar ervaring en is gevestigd in Gouda. Gezamenlijk hebben beide familiebedrijven dan ook meer dan 120 jaar ervaring. Hogenes is al sinds 1960 een hoogwaardig specialist op het gebied van het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en uitbreiden van elektrotechnische installaties. Deze full service elektrotechniek dienstverlening wordt verleend aan zowel grote als kleine (industriële) bedrijven, woningcorporaties en overheden in de regio Alphen aan den Rijn. Door de samenwerking met IJsselstijn kunnen beide partijen zich verder specialiseren en kunnen ze obstakels op het gebied van de energietransitie uit de weg. Daarnaast bedienen de partijen samen een groter gebied in het Groene Hart, zowel de regio Alphen aan den Rijn als Gouda. Ferdinand Hogenes: “Met deze stap brengen we onze kennis naar een hoger niveau en breiden we onze specialismes uit. Hiermee kunnen we onze gewaardeerde klanten een nog betere dienstverlening bieden en brengen we ons oplossingsgericht advies en ontzorging naar een hoger level.” De juridische advisering, onderhandelingen en vastlegging van de afspraken in de contractsdocumentatie zijn namens Hogenes uitgevoerd door Pieter van den Oord, Mathijs Arts en Reinoud van Ginkel. Contact Voor meer vragen kunt u contact opnemen met Pieter van den Oord, Mathijs Arts, of een van onze andere specialisten van team fusies & overnames. Zij staan u graag te woord.
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Bad leaver bepaling te bad?
Een juridische verkenning van de reikwijdte en toelaatbaarheid van de ‘bad leaver’-bepaling. In het complexe landschap van samenwerkings- en aandeelhoudersovereenkomsten zijn termen als ‘good leaver’ en ‘bad leaver’ van cruciaal belang bij het bepalen van de rechten en plichten van vertrekkende aandeelhouders. Leaver-bepaling worden overeengekomen om te waarborgen dat een vertrekkende aandeelhouder niet als (passieve) aandeelhouder achterblijft wanneer de betrokkenheid bij de onderneming wijzigt. Een ‘good leaver’ vertrekt in de regel zonder problemen, terwijl een “bad leaver” vaak het gevolg is van een situatie van conflict of ongewenst vertrek. Deze onderscheidende termen hebben aanzienlijke implicaties, vooral met betrekking tot de overdracht van aandelen en de financiële consequenties daarvan. Door de impact van de gevolgen is het van belang de juridische aspecten goed in beeld te hebben bij het aangaan van een dergelijk beding. In deze bijdrage zullen we de rol belichten van de redelijkheid en billijkheid bij de interpretatie en toepassing van “bad leaver”-bepalingen. Hierbij zullen we ook aanbevelingen geven om duidelijke en objectieve “bad leaver”-bepalingen op te stellen, dit zal later immers kostbare en ingewikkelde procedures kunnen voorkomen. Good leaver vs. Bad leaver Een leaver-bepaling regelt dat een aandeelhouder onder bepaalde omstandigheden verplicht wordt de door hem gehouden aandelen in de onderneming aan te bieden. Een ‘good leaver’ is in de regel een aandeelhouder die de onderneming verlaat zonder vooraf gekwalificeerde redenen van ‘bad’ of ‘early’ leaver. Bijvoorbeeld na afloop van een bepaalde termijn, met wederzijdse goedkeuring, of na pensioen of overlijden c.q. langdurige ziekte. In die gevallen kan de leaver, afhankelijk van de bepalingen in de overeenkomst, verplicht zijn om de aandelen aan te bieden tegen “fair market value” of een vooraf vastgestelde benadering van de reële prijs. Het wordt echter ingewikkelder wanneer de aandeelhouder wordt aangemerkt als een ‘bad leaver’. Afhankelijk van de overeenkomst kan de aandeelhouder in dat geval verplicht zijn om de aandelen over te dragen tegen een contractueel vastgestelde koopprijs die in de regel lager zal liggen dan de ‘fair market value’. De overeenkomst kan zelfs bepalen dat de vertrekkende aandeelhouder niet meer dan de nominale waarde voor zijn aandelen ontvangt. De financiële gevolgen van de kwalificatie als bad leaver en de daarin opgenomen afwikkeling kunnen dus fors nadelig zijn voor de vertrekker. Zo is het mogelijk dat de bad leaver diens aandelen met een aanzienlijke waarde moet aanbieden voor maar slechts één euro of een sterk gereduceerde prijs. Een ‘bad leaver’-bepaling is dan ook vaak een punt van discussie voor partijen. In de rechtspraak leidt dit meer dan eens tot de vraag of deze gedwongen overdracht en de nadelige gevolgen daarvan in overeenstemming zijn met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Ook wordt in de literatuur de discussie gevoerd of de bad leaver bepaling moet worden verlaagd op grond van artikel 6:91 BW juncto artikel 6:94 BW omdat deze moet worden aangemerkt als een verkapt boetebeding. Uitleg van de ‘bad leaver’-bepaling Alvorens te kunnen toetsen aan de redelijkheid en billijkheid en de kwalificatie van boetebeding moeten we eerst bepalen hoe de ‘bad leaver’-bepaling moet worden uitgelegd. Net zoals bij elke andere contractuele afspraak geldt in beginsel de contractsvrijheid. Het Gerechtshof Den Haag heeft in een uitspraak van 28 maart 2023[1], benadrukt dat de bepaling niet alleen (zuiver) taalkundig kan worden uitgelegd; in dit geval is de Haviltex-maatstaf van toepassing waarbij er onder andere wordt gekeken naar de bedoeling van de partijen. Het wordt echter lastig om de ‘bad leaver’-bepaling anders uit te leggen naarmate deze objectiever is geformuleerd. Hierbij kan gedacht worden aan een ‘bad leaver’-bepaling die verwijst naar de dringende reden ontslagredenen zoals beschreven in artikel 7:678 BW. In dit geval zal bij de beoordeling of sprake is van een ‘bad leaver’ sneller aansluiting worden gezocht bij de tekst en de wet. Artikel 7:678 BW maakt de bepaling concreter maar creëert tegelijkertijd ook een hoge drempel voor het aannemen van een ‘bad leaver’-situatie. Een duidelijke en objectieve bepaling speelt dus een belangrijke rol bij de uitleg van de ‘bad leaver’-clausule. Het zal echter geen garanties bieden doordat de Haviltex-maatstaf nog altijd van toepassing zal zijn. Redelijkheid en billijkheid of toch een boete? Vervolgens komen we terug bij de vraag hoe ver men kan gaan met de ‘bad leaver’-bepaling in de zin van nadelige financiële gevolgen voor de vertrekker voordat deze in strijd met de redelijkheid en billijkheid wordt geacht. Het lijkt immers niet redelijk om aandelen met een waarde van bijvoorbeeld meer dan € 1 miljoen te moeten aanbieden tegen de nominale waarde van € 1,00. In een geschil bij de rechtbank Den Haag van 20 juni 2018[2] (welke in hoger beroep in stand werd gelaten), werd de vraag gesteld of de voormalige bestuurder van de vennootschap gebonden was aan de ‘bad leaver’-bepaling en daardoor zijn aandelen tegen de nominale waarde moest overdragen. De managementovereenkomst was door de vennootschap beëindigd wegens dringende redenen en de rechtbank zag dit als een gerechtvaardigd ontslag op grond van artikel 7:678 BW. Volgens de managementovereenkomst moest de voormalige bestuurder zijn aandelen overdragen tegen nominale waarde ingeval er sprake was van ontslag als gevolg van een dringende reden. De (voormalige) bestuurder probeerde tevergeefs onder de bepaling uit te komen door een beroep te doen op redelijkheid en billijkheid. De rechtbank gaat echter niet mee in zijn redenering. De rechtbank overweegt dat deze clausule al tijdens de intentieovereenkomst was overeengekomen. Bovendien werd de partij daarbij bijgestaan door specialisten, waaronder advocaten en accountants. Volgens de rechtbank moest de bestuurder dus op de hoogte zijn van de strekking en de (financiële) gevolgen van de bepaling. Voor zover dit niet het geval was, moet dat alsnog voor rekening en risico van de bestuurder komen. Tot slot benadrukt de rechtbank dat de drempel voor het aannemen van dringende redenen hoog is en alleen kan worden aanvaard bij ernstig verwijtbaar gedrag van de bestuurder. Hierdoor komt de rechtbank tot de conclusie dat de voormalige bestuurder gebonden is aan de bepaling en een beroep op de redelijkheid en billijkheid niet slaagt. De verplichte aanbieding van aandelen tegen nominale waarde is dus niet automatisch in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Voor wat betreft de kwalificatie van de bad leaver bepaling als een boetebeding zoals bedoeld in artikel 6:91 BW oordeelde de rechtbank in deze uitspraak dat de aanbiedingsverplichting in dit geval niet als zodanig gekwalificeerd kon worden. De verplichting kwam immers voort uit het voordoen van een bepaalde gebeurtenis en niet een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis, te kennen het opzeggen van de managementovereenkomst. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat een boetebeding zich moet richten op vergoeding van de schade of tot het aansporen van nakoming. Daar zal, evenals deze casus, niet snel sprake van zijn. Ten derde was ook hier de bedoeling van partijen van belang en was er elders in de overeenkomst een andere boetebepaling overeengekomen waaruit de rechter afleidde dat de bad leaver bepaling dan niet als boete zou zijn bedoeld. Een matiging van de bad leaver bepaling op grond van artikel 6:94 BW ging dan ook niet op. De voormalig bestuurder moest dus zijn aandelen volgens de rechter terecht tegen nominale waarde aanbieden. Het uiteindelijke verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde bedroeg in deze zaak bijna € 5.000.000,-. Het belang van een goed geformuleerde bad/good-leaver bepaling is daarmee evident. Conclusie en aanbevelingen Uit het voorgaande blijkt dat de gedwongen overdracht van aandelen tegen nominale waarde als gevolg van een bad leaver bepaling in beginsel mogelijk en toelaatbaar is. Onder welke omstandigheden dit mogelijk is, zal afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval. Het is raadzaam voor zowel de vennootschap als de (toekomstige) aandeelhouders om een afgebakende en objectieve ‘bad leaver’-bepaling op te stellen en de gevolgen hiervan duidelijk op te schrijven om onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen. Hierbij moet worden gelet op de definitie van ‘bad leaver’ en wanneer dit van toepassing is. De gevolgen zoals de prijs, schadevergoedingen of concurrentiebepalingen moeten uitdrukkelijk worden gespecificeerd. De uitleg en toepassing van de bepaling blijven echter altijd onderworpen aan de Haviltex-maatstaf en daarom is het van groot belang om tijdig juridisch advies in te winnen. Contact Heeft u vragen over de bad leaver of good leaver clausules of wilt u van gedachten wisselen? Neem dan contact op met Mathijs Arts, Reinoud van Ginkel of een van onze andere Fusies en Overname (M&A) specialisten.   [1] ECLI:NL:GHDHA:2023:961 [2] ECLI:NL:RBDHA:2018:7368
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
LGGA adviseert verkopers van VYTAL bij transactie met BB Capital
Het M&A-team van La Gro heeft de aandeelhouders van VYTAL begeleid en geadviseerd bij de verkoop van een meerderheidsbelang aan de Haagse investeringsmaatschappij BB Capital. De aandeelhouders blijven bij VYTAL betrokken. Het in Alphen aan den Rijn gevestigde VYTAL is een snelgroeiend IT-platform gespecialiseerd in digitale totaaloplossingen voor de sport- en gezondheidsindustrie. VYTAL heeft als missie mensen gezonder er gelukkiger te maken. In 2018 begon Stephan Laurs met VYTAL als voedingsplatform. Met ondersteuning van strategisch adviseurs en investeerders groeide de voedingsapp in de jaren daarna uit tot een innovatief platform met een compleet aanbod waar gebruikers en aanbieders samenkomen. BB Capital is een in Den Haag gevestigde Private Equity-partij met verschillende portfolio-bedrijven. Middels de investering in VYTAL wordt beoogd de unieke marktpositie van VYTAL in Nederland en Europa uit te bouwen. Stephan Laurs, oprichter en CEO van VYTAL: “Met BB Capital aan boord kunnen we onze strategie om uit te groeien tot het alles-in-één platform voor coaches nog effectiever uitrollen. Het is onze missie om een echte vitaliteitsbeweging teweeg te brengen waarbij we onze gebruikers aan de ene kant helpen om vitaal te worden en te blijven, terwijl we onze coaches alle tools geven om gebruikers hierbij te ondersteunen. Van de bedrijfsadministratie tot aan community en marketingondersteuning.” Het M&A-team van LGGA heeft de aandeelhouders van VYTAL bijgestaan bij de verkoop van een meerderheidsbelang en het formuleren en vastleggen van de juiste afspraken voor de toekomstige samenwerking. Deze juridische advisering van de verkopers (oprichter en investeerders) en procesbegeleiding zijn in goed onderling contact met BB Capital en diens adviseurs uitgevoerd door Mathijs Arts. Zie ook: https://bbcapital.nl/bb-capital-neemt-meerderheidsbelang-in-gezondheidsapp-vytal/ https://mena.nl/artikel/bb-capital-investment-neemt-platform-voor-sportcoaches-over/