ESG-ratings
Steeds meer vermogensbeheerders, investeerders en ondernemingen, laten hun investeringsbeslissing afhangen van de bijdrage van de betreffende investering aan duurzaamheid in het algemeen en aan de inpassing in hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen. Hierbij kunnen die betreffende partijen zich baseren op verschillende ESG-ratings.
Een ESG-rating zou inzicht moeten geven in de mate waarin een onderneming presteert op het gebied van de ESG-factoren; Environmental, Social en Governance. Drie factoren waarbij verschillende onderwerpen worden onderscheiden waarop de duurzaamheid van een onderneming of investering wordt beoordeeld.
De rating zou een indicatie moeten geven van de risico’s of de volwassenheid van het ondernemingsbeleid op bijvoorbeeld gebieden zoals energieverbruik, (voorkomen van) milieu- en/of klimaatschade, biodiversiteit, schending van mensenrechten, diversiteit, loonkloof, belastingmoraal en corruptie/fraude.
We kennen dit soort ratings en ratingkantoren met name vanuit de financiële wereld; kredietwaardering of credit ratings. De ratings van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch zijn gerespecteerd en wijken in de regel niet veel van elkaar af.
Op het eerste gezicht lijken deze ESG-ratings dus een relevante aanvulling en kan verwacht worden dat deze een objectief oordeel geven over de duurzaamheid van een onderneming. Helaas blijkt uit onderzoek dat dit niet altijd klopt en dat verschillende ratings bovendien sterk van elkaar kunnen verschillen.[1] Volgens persbureau Bloomberg zouden ESG-ratings zelfs niet louter meer de impact van bedrijven op de samenleving meten, maar juist omgekeerd: de potentiële impact van de wereld op de onderneming.[2]
Kritiek
Er komt ook kritiek vanuit ons eigen land op de ESG-ratings. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) geeft aan het problematisch te vinden dat ESG-ratings gebaseerd zijn op allerlei verschillende concepten. ESG-ratingbureaus leggen de nadruk niet altijd op dezelfde factoren en er kan niet worden nagegaan hoe bepaalde zaken worden gewogen. Ondernemingen kunnen cherry picken en kiezen welk ESG-rating de meest voordelige uitkomst biedt voor hun type van onderneming, activiteit en wijze van inrichting van de duurzaamheidsdoelstellingen of getroffen maatregelen. Bovendien wijken de ESG-ratings sterk van elkaar af waardoor geen eenduidig beeld gekregen wordt.
Ander kritiekpunt is dat de ondernemingen de informatie op basis waarvan zij worden beoordeeld zelf aanleveren. Deze informatie is vaak niet compleet, niet geverifieerd of moeilijk te verifiëren en de ESG-ratingbureaus vullen de missende informatie in voorkomende gevallen aan met schattingen. Het blijkt lastig te zijn om de door het ESG-ratingbureau toegepaste methode te vinden. Informatie hieromtrent, zoals het gebruikte concept en de gebruikte databronnen, is namelijk vaak niet openbaar.
Daarbij speelt er een risico op belangenconflicten, omdat de ESG-ratingbureaus vaak verschillende rollen vervullen. Ze zijn bijvoorbeeld tevens consultant, gegevensverstrekker en/of ratingbureau.
Onder meer om voornoemde redenen heeft de AFM gesteld dat Europese regulering omtrent de transparantie en kwaliteit van ESG-ratings cruciaal is.
Voorstel Verordening van de Europese Commissie
De Europese Commissie erkent de problematiek waar de AFM aandacht voor vraagt omtrent de transparantie van gebruikte methodes bij ESG-ratings. Om dit te veranderen heeft de Europese Commissie op 13 juni 2023 een voorstel uitgebracht voor een Verordening betreffende de transparantie en integriteit van op ESG-factoren gebaseerde ratingactiviteiten (hierna: de Verordening). [3]
Om de kwaliteit van de ESG-ratingbureaus te waarborgen wordt op grond van de Verordening voor het afgeven van ESG-ratings een vergunning voorgeschreven. De vergunningen worden afgegeven door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).
De ESMA wordt op grond van de Verordening ook toezichthouder. Zo krijgt de ESMA de bevoegdheid om informatie op te vragen en onderzoeken in te stellen.
Om belangenconflicten tegen te gaan zullen de ESG-ratingbureaus zich op grond van de Verordening moeten gaan onthouden van bepaalde activiteiten, zoals de afgifte en verkoop van ratings gecombineerd met activiteiten gericht op advisering.
Om de transparantie te bevorderen is in de Verordening opgenomen dat ESG-ratingbureaus meer informatie openbaar moeten maken, zoals de gebruikte methoden, modellen en belangrijke aan de ratings ten grondslag liggende aannames.
Gevolgen
De Verordening zorgt voor meer toezicht op ESG-ratingbureaus en bevordert de transparantie van ESG-ratings. Hierdoor zal het duidelijker worden op grond waarvan een bepaalde ESG-rating tot stand is gekomen en waar die op gebaseerd is.
De Verordening zorgt echter niet voor harmonisatie van de concepten die aan de ESG-ratings ten grondslag liggen. De Europese Commissie heeft daartoe overwogen dat zij juist een verscheidenheid aan benaderingen beschikbaar willen houden. Het wordt daarmee weliswaar duidelijker waarop de ESG-rating van een onderneming gebaseerd is, maar de ondernemingen kunnen nog steeds kiezen voor een ESG-rating die het beste aansluit op de activiteiten of de branche. Bovendien zullen er mogelijk materiele verschillen blijven bestaan tussen de verschillende ratings.
Heeft u vragen over ESG, duurzaamheid, ESG-ratings of anders gerelateerd aan duurzaamheid? Neem contact op met Mathijs Arts of een van onze specialisten van het ESG-projectteam.
Deze bijdrage is geschreven door Elouiza de Haan in het kader van haar studentstage en geredigeerd door Mathijs Arts
[1] K.P. Pucker & A. King, ‘ESG investing isn’t designed to save the planet’, hbr.org, 1 augustus 2022.
[2] C. Simpson, A. Rathi & S. Kishan, ‘MSCI, the largest ESG rating company, doesn’t even try to measure the impact of a corporation on the world. It’s all about whether the world might mess with the bottom line’, bloomberg.com, 10 december 2021.
[3] Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de transparantie en integriteit van op ecologische, sociale en governancefactoren gebaseerde ratingactiviteiten – Publications Office of the EU (europa.eu) , p.1.
Lees voor meer kritieken en commentaren:
https://fd.nl/financiele-markten/1492471/als-alle-duurzame-keurmerken-hetzelfde-moeten-zijn-wat-is-dan-ons-bestaansrecht en
https://fd.nl/samenleving/1492295/bestaat-er-wel-zoiets-als-duurzaam-beleggen
25 oktober 2023