Over Gerben

Gerben Barendregt is partner en advocaat bij La Gro. Hij is gespecialiseerd in commerciële geschillen, herstructurering, ondernemingsrecht en insolventierecht. Gerben adviseert ondernemingen en bestuurders over (dis-)continuïteitsvraagstukken. Hij procedeert en adviseert regelmatig over handelsgeschillen, overnames en bestuurdersaansprakelijkheid. Daarnaast wordt hij benoemd als curator.

Gerben verdiept zich grondig in de belangen van zijn cliënt en zet samen met de cliënt een effectieve strategie in. Hij heeft een sterk cijfermatig inzicht. Gerben bekijkt een voorgelegd probleem vanuit een breder perspectief, dan enkel het juridische vraagstuk.

Specialisaties

  • Insolventierecht
  • Contractenrecht
  • Ondernemingsrecht

Achtergrond en nevenactiviteiten

  • Economisch publiek en bedrijfsrecht, Universiteit Utrecht (2004, cum laude)
  • Recht en economie in bedrijf en maatschappij, Universiteit Utrecht (2004)
  • Insolventierecht, postdoctorale INSOLAD/Grotiusopleiding (2011)
  • Financiële Economie voor Insolventieadvocaten  INSOLAD Specialisatie-Opleiding (2013)
  • Lid van Insolad (Vereniging Insolventierecht Advocaten)
  • Secretaris Arbitragecommissie KNVB
  • Lid Round Table 29.

Recente dossiers

  • Adviseren en begeleiden van bestuurders die door een curator aansprakelijk waren gesteld. Daarbij werd in overleg met betrokkenen een regeling bereikt, waardoor een procedure werd voorkomen.
  • Bestuurder bijgestaan in een procedure, waarin de bestuurder door de curator op meerdere gronden aansprakelijk was gesteld. De vorderingen tegen de bestuurder zijn afgewezen. 
  • Begeleiding en advisering van een doorstart bij een faillissement van diverse retailwinkels.
  • Begeleiding van een procedure, waarbij een producent uit de metaalsector werd aangesproken voor (vermeende) ondeugdelijke producten.
  • Advisering en opstellen van diverse (raam)contracten voor de levering van hardware. 
Contactgegevens
Mr. drs. G. (Gerben) Barendregt

Advocaat | Partner 

Corporate Advisory & Litigation 

Commerciële contracten en commercial litigation 

Insolventie en Herstructurering, Financiering en Zekerheden

Artikelen van Gerben Barendregt

Gerben Barendregt
Gerben Barendregt
Advocaat
Leverancier, gebruik het recht van reclame!
In de afgelopen maanden zijn de nodige retailondernemingen failliet gegaan. De wet en een overeenkomst geven u als leverancier mogelijkheden om onbetaalde afgeleverde goederen terug te krijgen. In deze bijdrage zal ik ingaan op een relatief onbekende wettelijke mogelijkheid om geleverde zaken terug te krijgen of alsnog betaling te ontvangen. Dit betreft het recht van reclame. Recht van reclame Een leverancier kan geleverde goederen terugvorderen als de factuur onbetaald is gebleven. Om de goederen terug te vorderen moet de afnemer in verzuim zijn. In de praktijk is een afnemer in verzuim, nadat de betalingstermijn is verstreken. Bij onduidelijkheid kan voor de zekerheid een ingebrekestelling worden verstuurd. De leverancier roept het recht van reclame in door middel van een schriftelijke verklaring. Gevolg Het inroepen van het recht van reclame heeft tot gevolg dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Belangrijker is dat het inroepen van het recht van reclame goederenrechtelijke werking heeft. Dit betekent dat u als leverancier weer juridisch eigenaar wordt van de zaak. U kunt als eigenaar de goederen opeisen bij de afnemer of diens curator. Een curator heeft overigens de wettelijke mogelijkheid om de goederen voor de faillissementsboedel te behouden. Daarvoor dient hij binnen een redelijke termijn tot betaling over te gaan of daarvoor zekerheid te stellen. Recht van reclame tijdig inroepen Het recht van reclame moet worden ingeroepen binnen één van de twee wettelijke vervaltermijnen. Het recht vervalt pas als beide termijnen zijn verstreken. De eerste vervaltermijn is zes weken na opeisbaarheid van de koopprijs. In de praktijk is de koopprijs, ondanks een overeengekomen betalingstermijn, direct opeisbaar. De tweede termijn is 60 dagen vanaf de dag, nadat de zaken zijn afgeleverd bij de afnemer. Na afloop van deze termijnen kan geen beroep meer worden gedaan op het recht voor reclame. Het is dus van belang om dit tijdig te doen. Rechten van derden Onder omstandigheden zal het recht van reclame niet tot het gewenste effect leiden. Dit is met name het geval als de afnemer de zaak binnen de normale bedrijfsvoering aan een derde heeft verkocht en afgeleverd. Deze derde wordt beschermd, voor zover hij niet hoefde te verwachten dat het recht van reclame zou worden uitgeoefend. Overige mogelijkheden Naast het recht van reclame zijn er diverse wettelijke en contractuele mogelijkheden om te bewerkstelligen dat in geval betaling uitblijft de schade voor de leverancier wordt beperkt. Daarbij kunt u denken aan (o.a.) eigendomsvoorbehoud, bankgarantie, retentierecht of andere zekerheidsrechten. Contact Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u van gedachten wisselen neem dan contact op met Gerben Barendregt van website of één van onze andere specialisten.
Gerben Barendregt
Gerben Barendregt
Advocaat
Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
De turboliquidatie werd gebruikt om schuldeisers te ontlopen, of voor gevallen waarvoor deze procedure niet bedoeld was. De wetgever heeft om die reden aanvullende wetgeving gemaakt. Een rechtspersoon kan worden ontbonden en vereffend. Een snelle manier om de rechtspersoon te ontbinden is de zogenaamde ‘turboliquidatie’. Dat is de ontbinding van de rechtspersoon zonder dat er een vereffening (financiële afwikkeling) nodig is. Het gaat dan feitelijk om een lege BV; er is geen vermogen meer aanwezig. Er zijn dus geen baten meer. Voor een dergelijke ontbinding is slechts een aandeelhoudersbesluit nodig. Met dit besluit houdt de rechtspersoon op te bestaan. Vervolgens dient dit te worden gemeld aan het Handelsregister via het invullen en deponeren van formulier 17a. Bij dit formulier dient dan ook het aandeelhoudersbesluit te worden gevoegd en een kopie van het legitimatiebewijs van de bestuurder van de rechtspersoon (de persoon die het formulier invult en deponeert). Het kwam nog wel eens voor dat deze snelle manier van ontbinden werd gebruikt om schuldeisers te ontlopen (feitelijk dus een vorm van misbruik) of voor gevallen waarvoor deze procedure niet bedoeld was. De wetgever heeft om die reden aanvullende wetgeving gemaakt en deze wetgeving is op 14 maart 2023 aangenomen door de Eerste Kamer. Het betreft de ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’. Met deze wet wil de wetgever het vertrouwen in de turboliquidatie als ontbindingsinstrument vergroten en tevens een regeling bieden die een snelle liquidatie voor ondernemingen toegankelijker maakt en faciliteert. Het betreft feitelijk de invoeging van twee artikelen na artikel 2:19a BW, te weten: artikel 2:19b BW en artikel 2:19c BW. Wat zijn nu de aangepaste ‘spelregels’ (artikel 2:19b BW)? Binnen 14 dagen na de ontbinding moet er een balans en een staat van baten en lasten worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. De stukken dienen betrekking te hebben op het boekjaar van de ontbinding en eventueel het daaraan voorafgaande boekjaar. Daarbij dient dan een beschrijving gevoegd te worden van: de redenen voor het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding; (indien aan de orde) de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld. Ook dienen nog (indien aan de orde) niet eerder openbaar gemaakte jaarrekeningen te worden opgemaakt en gedeponeerd. Onverwijld na het deponeren van de stukken dient het bestuur daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de schuldeisers. Dit is een manier waarop schuldeisers kunnen controleren of er al dan niet sprake is van enig misbruik. Als deze verantwoordingsplicht van het bestuur niet is nageleefd, dan kunnen schuldeisers met machtiging van de kantonrechter inzage afdwingen in de administratie van de rechtspersoon. Zijn er sancties op het overtreden van de ‘spelregels’ (artikel 2:19c BW)? Als de rechtspersoon niet voldoet aan de verplichtingen behorend bij de turboliquidatie, dan kan de rechtbank op verzoek van het OM een civielrechtelijk bestuursverbod worden opgelegd aan de bestuurder of gewezen bestuurder. De artikelen 106b Fw, 106c Fw en 106d Fw – welke tevens betrekking hebben op het bestuursverbod – zijn van overeenkomstige toepassing. Het is dus raadzaam om vanaf heden de nieuwe weg te volgen voor het turboliquidatie conform hetgeen is opgenomen in de artikelen 2:19b BW en 2:19c BW. Contact Meer weten  over de tijdelijke wet transparantie turboliquidatie? Neem contact met Gerben Barendregt of met één van zijn collega’s van Team Insolventie. Auteur: Raymond Tefij
Gerben Barendregt
Gerben Barendregt
Advocaat
Ontslag statutair bestuurder = beëindiging managementovereenkomst?
Een bestuurder van een rechtspersoon (bijvoorbeeld een B.V.) heeft doorgaans twee juridische relaties met de rechtspersoon. De bestuurder heeft een zogenaamde vennootschapsrechtelijke relatie die aan de hoedanigheid van bestuurder diverse bevoegdheden toekent. Daarnaast is er een contractuele relatie op basis waarvan de bestuurder (onder meer) een vergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt. Deze contractuele relatie wordt in de praktijk vormgegeven door een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst). Effect ontslag bestuurder op contractuele relatie Een bestuurder wordt doorgaans benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). De AVA is eveneens bevoegd de bestuurder te ontslaan. Daarbij dient aan diverse formele vereisten te worden voldaan, zoals het in staat stellen van de bestuurder om zijn advies te geven over het voorgenomen besluit tot ontslag. Indien de algemene vergadering van aandeelhouders een ontslagbesluit neemt, heeft dit tot gevolg dat de vennootschapsrechtelijke relatie (direct) eindigt. Dit houdt in dat de bestuurder zijn bevoegdheden niet meer kan uitoefenen en feitelijk geen activiteiten meer kan verrichten. De vraag is wat het effect is van het ontslag op de contractuele relatie. Duidelijke richtlijn Hoge Raad De Hoge Raad heeft in 2005 een duidelijke richtlijn gegeven voor de situatie dat een bestuurder een arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap. Indien er een geldig besluit is van de AVA waarbij de bestuurder ontslag is verleend, maakt dit ontslagbesluit ook een einde aan de arbeidsrechtelijke verhouding, tenzij een wettelijk opzegverbod geldt of partijen andere afspraken hebben gemaakt. Daarbij geldt voorts dat de arbeidsrechtelijke regels met betrekking tot opzegging (bijvoorbeeld opzegtermijn) in acht moeten worden genomen. Het een en ander betekent overigens niet dat de vennootschap in verband met de beëindiging geen (schade)vergoeding verschuldigd is aan een bestuurder. De rechtspraak na invoering van de WWZ laat zien dat een onzorgvuldig gegeven ontslag grond kan geven voor een billijke vergoeding. Wisselend oordeel In de rechtspraak wordt wisselend geoordeeld over de vraag of beëindiging van de vennootschapsrechtelijke relatie tevens tot gevolg heeft dat de overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst) wordt beëindigd. In een uitspraak van de rechtbank Limburg heeft de rechter geoordeeld dat de benadering van de Hoge Raad ten aanzien van de verwevenheid van de vennootschaps- en arbeidsrechtelijke betrekking ook van toepassing zou moeten zijn bij een overeenkomst van opdracht. De rechtbank oordeelt dat bij de samenloop van het vennootschapsrecht en het arbeidsrecht het primaat ligt bij het vennootschapsrecht, in die zin dat een bestuurder onmiddellijk kan worden ontslagen. Het overeenkomstenrecht ten aanzien van de overeenkomst van opdracht biedt in de praktijk minder bescherming dan het arbeidsovereenkomstenrecht onder meer met betrekking tot beëindiging. Mede om die reden oordeelt de rechtbank dat de managementovereenkomst eveneens eindigt. Tegenover de uitspraak van de rechtbank Limburg staat onder meer een uitspraak van het Hof Amsterdam van 12 november 2013 (JAR 2014/66), waarin is geoordeeld dat het oordeel van de Hoge Raad enkel geldt voor de arbeidsovereenkomst en de vennootschapsrechtelijke band. Regels in acht blijven nemen Ik ben van mening dat beëindiging de vennootschapsrechtelijke relatie ook tot beëindiging van de managementovereenkomst zou moeten leiden. De belangrijkste reden hiervoor is dat na beëindiging van de vennootschapsrechtelijke relatie de managementovereenkomst grotendeels een lege huls wordt. Overigens geldt bij beëindiging van de managementovereenkomst (ook) dat de regels ten aanzien van opzegging in acht moeten worden genomen. Dit kan onder omstandigheden met zich meebrengen dat een redelijke opzegtermijn in acht moet worden genomen. Indien dat niet gebeurt, kan een schadevergoeding verschuldigd zijn. Om onzekerheid te voorkomen, is het raadzaam om gelijktijdig met het ontslagbesluit te bewerkstelligen dat de rechtspersoon de managementovereenkomst opzegt. Contact Indien u naar aanleiding van het bovenstaande vragen heeft, kunt u contact opnemen met mr. drs. G. Barendregt (0182 – 518433 of [email protected])
Bel Gerben Barendregt