Dealercontracten Stellantis: geen uniforme formule, geen franchise!
Kwalificeren de overeenkomsten die fabrikant Stellantis met dealers en reparateurs van verschillende automerken (waaronder Citroën, Opel, DS en Peugeot) sloot als franchiseovereenkomsten? Deze vraag stond centraal in een recent arrest van het gerechtshof Amsterdam. Deze kwalificatie kan grote gevolgen hebben voor de wettelijke bescherming die de autodealers en reparateurs in dit geval toekomt. Het hof beantwoordt de vraag, net zoals de rechtbank, afwijzend: er is geen sprake van een uniforme formule, dus geen franchiseovereenkomst.
Wat is een franchiseovereenkomst?
De franchiseovereenkomst is een bijzondere overeenkomst die sinds 2021 wordt geregeld in de Wet franchise. De Wet franchise beoogt de franchisenemers als zwakkere partij te beschermen. Dit uit zich in de uitgebreide informatieverplichting die nu op franchisegevers rust en aanzienlijke rechten, zoals instemmingsrechten, die franchisenemers toekomen. Om deze wettelijke bescherming te krijgen, moet de overeenkomst kwalificeren als franchiseovereenkomst. Daarbij moet volgens de wet (artikel 7:911 BW) aan de volgende elementen worden voldaan:
Het moet gaan om een overeenkomst waarbij de franchisegever aan de franchisenemer:
tegen vergoeding;
het recht verleent en de verplichting oplegt om een franchiseformule op de door de franchisegever aangewezen wijze te exploiteren voor;
de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten.
Hoewel partijen in deze zaak de overeenkomsten als ‘distributieovereenkomst’ hadden bestempeld, gaat het bij de kwalificatie niet om de benaming of titel die partijen voor hun overeenkomst hanteren, maar om de concrete invulling van de overeenkomst door partijen.
Kernpunt: de franchiseformule
De kern van franchise is dat de franchisegever een franchiseformule heeft en hij franchisenemer het recht geeft en de verplichting oplegt om hun onderneming te exploiteren volgens deze franchiseformule. Kenmerkend voor de franchiseformule is dat deze bepalend is voor de uniforme identiteit en uitstraling van de franchiseondernemingen. Een franchiseformule omvat in ieder geval: een handelsmerk, model of handelsnaam, huisstijl of tekening en knowhow.
Hof Amsterdam: geen franchiseformule
In deze zaak heeft Stellantis in de overeenkomsten aan de dealers het niet-exclusieve recht toegekend om tegen bepaalde voorwaarden nieuwe voertuigen van de merken Opel, Peugeot, DS en Citroën te verkopen, waarbij de dealers aan allerlei eisen moeten voldoen, waaronder eisen voor de inkoop en verkoop van de producten en werkprocessen. Voor de reparateurs geldt dat zij als ‘erkend’ reparateur garantie-, onderhouds- , en reparatiewerkzaamheden mochten uitvoeren.
Het Hof sluit niet uit dat er dealers tussen zitten die het dealerschap uitoefenen conform voorschriften van Stellantis en hun bedrijf exploiteren conform een zekere uniforme uitstraling, maar dat met name bij een aantal grote dealers hier geen sprake van is. De grote dealers zijn (regionaal) bekend om hun eigen naam en reputatie en opereren voor hun klanten met een eigen identiteit die ze presenteren op hun websites. Deze identiteit is niet primair verbonden met – of afhankelijk van een uniforme identiteit en uitstraling van de dealers van een bepaald merk van Stellantis. Ook zijn er dealers die dealerschappen hebben buiten Stellantis, wat zich moeilijk laat verenigen met een uniforme identiteit en uitstraling van een formule van Stellantis. Het gaat deze bedrijven niet zozeer om een bepaalde formule die ze willen exploiteren, maar om de auto’s en accessoires die zij willen verkopen, aldus het hof. Het hof concludeert dat er geen sprake is van franchiseovereenkomsten, vanwege het gebrek aan een uniforme franchiseformule. Dit geldt voor zowel de overeenkomsten met de dealers, als reparateurs.
Selectieve distributie
Het Hof kwalificeert de overeenkomsten als selectieve distributieovereenkomsten. Stellantis stelt namelijk criteria vast voor de selectie van de distributeurs (dealers en reparateurs), waaronder de verplichting om specialisten in dienst te nemen, bepaalde voorraadvereisten en de service na verkoop te verrichten volgens bepaalde normen.
Een groot verschil tussen distributie en franchise is dat distributieovereenkomsten niet wettelijk worden geregeld. Daardoor komen distributeurs dus niet dezelfde wettelijke bescherming toe als franchisenemers.
De kwalificatie van overeenkomsten kan dus grote invloed hebben op de onderlinge rechten en verplichtingen en de mate van bescherming die de wet jou biedt. Heb je vragen over jouw franchise- of distributieovereenkomst? Neem dan contact op met Thomas Timmers of Sophie ten Broecke.