Over Patrycja

Patrycja is sinds 2021 werkzaam als advocaat bij La Gro, bij de sectie ondernemingsrecht en het ESG team. Haar werk is hier in de breedte op gericht, waarbij zij onder andere betrokken is bij fusies & overnames en het opstellen van contracten in dat kader. Patrycja werkt graag in een diverse omgeving. De werkwijze van Patrycja is doortastend en wordt gekenmerkt door haar besluitvaardigheid en een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Ze is gedreven en krijgt energie van het oplossen van juridisch complexe zaken.

Specialisaties

  • Ondernemingsrecht
  • ESG

Achtergrond en nevenactiviteiten

  • 2020, Double Degree Master Arbeidsrecht & Ondernemingsrecht, Erasmus Universiteit
  • 2018, Bachelor Rechtsgeleerdheid, Erasmus Universiteit
  • 2017, Bachelor Fiscaal Recht, Erasmus Universiteit
Contactgegevens
Mr. P.K. (Patrycja) Chelmiak

Advocaat 

Corporate Advisory & Litigation | ESG

Bel Patrycja Chelmiak

Artikelen van Patrycja Chelmiak

Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Vergelijking van ESG-aandachtspunten in de regels voor bestuurders: Nederlandse Corporate Governance Code versus IoD Code of Conduct
Inleiding The Institute of Directors (IoD) heeft recent een nieuwe versie van de Code of Conduct for Directors gepubliceerd. De IoD is een Britse beroepsorganisatie voor bedrijfsdirecteuren, senior bedrijfsleiders en ondernemers. Het is de langstlopende organisatie voor professionele leiders in het Verenigd Koninkrijk, opgericht in 1903. Ongeveer 75% van de FTSE 100-bedrijven heeft een IoD-lid in hun bestuur of in een senior managementpositie heeft. De vrijwillig toepasbare Code of Conduct wordt door het IoD omschreven als een praktisch hulpmiddel om bestuurders te helpen bij het maken van ‘betere keuzes’. De Code betreft een vrijwillige verbintenis van bestuurders en de bedrijven waar zij functioneren om een positieve organisatiecultuur, ethiek en integriteit te ondersteunen en te bevorderen. In deze bijdrage vergelijken we de code van de IoD met de Nederlandse Corporate Governance Code 2022. De vergelijking ziet enkel op relevante aandachtspunten voor good governance in relatie tot ESG-doeleinden. Vergelijking Duurzaamheid en ESG (Environmental, Social, Governance) zijn tegenwoordig cruciale aandachtspunten in het bestuur van ondernemingen. Zoals opgemerkt vergelijken we de ESG-gerelateerde richtlijnen uit de Nederlandse Corporate Governance Code 2022 (NCGC) en de IoD Code of Conduct for Directors 2024 (IoD-code). Beide codes bieden richtlijnen voor goed bestuur, maar doen dit vanuit verschillende culturele en juridische contexten. De NCGC is van toepassing op Nederlandse beursgenoteerde bedrijven en heeft een ‘pas toe of leg uit’ karakter. De IoD-code heeft een vrijwillig karakter voor bestuurders en bedrijven die lid zijn van het IoD. 1. Duurzame waardecreatie De NCGC benadrukt het belang van duurzame lange-termijnwaardecreatie (hoofdstuk 1.1). Bestuurders worden geacht strategieën te ontwikkelen die rekening houden met sociale en ecologische impact, gebaseerd op “People, Planet, Profit.” Er wordt nadruk gelegd op dubbele materialiteit: hoe de onderneming invloed heeft op duurzaamheid en vice versa.​ In de IoD-code wordt het principe van Responsible Business behandeld. Hierin worden bestuurders aangemoedigd om ethische en duurzame bedrijfspraktijken te integreren in hun besluitvorming, met expliciete aandacht voor de bredere maatschappelijke en ecologische impact​. Vergelijking Beide codes onderstrepen het belang van duurzaamheid, maar de NCGC heeft specifiekere vereisten, zoals verplichte rapportage over duurzaamheidseffecten. De IoD-code is minder gedetailleerd maar zet sterk in op het ethische gedrag van bestuurders. 2. Risicobeheer en governance De NCGC benadrukt uitgebreid risicobeheer, inclusief het identificeren van ESG-gerelateerde risico’s zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid. Bestuurders moeten adequate interne beheerssystemen implementeren en regelmatig evalueren. In de IoD-code is risicomanagement geïntegreerd in bredere principes van verantwoordelijkheid en transparantie. Bestuurders moeten risico’s evenwichtig beheren en korte termijn winst niet boven lange termijn weerbaarheid plaatsen. Vergelijking De NCGC biedt meer concrete richtlijnen over hoe ESG-risico’s beheerd moeten worden, terwijl de IoD-code zich richt op ethische principes die het risicobeheer beïnvloeden 3. Stakeholderbetrokkenheid De NCGC schrijft expliciet voor dat ondernemingen een beleid voor effectieve dialoog met stakeholders ontwikkelen. Dit omvat ook de betrokkenheid van medewerkers bij de besluitvorming​. De IoD-code benadrukt het belang van transparantie en open communicatie met stakeholders, inclusief mechanismen zoals speak-up policies om wanpraktijken te melden. Vergelijking Hoewel beide codes stakeholderbetrokkenheid waarderen, legt de NCGC meer nadruk op structurele en strategische dialoog, terwijl de IoD-code meer gericht is op ethisch gedrag en transparantie. 4. Diversiteit en inclusie De NCGC verplicht een diversiteitsbeleid met concrete doelen voor gendergelijkheid en andere aspecten van diversiteit​. In de IoD-code wordt diversiteit benoemd als onderdeel van het principe Fairness. Bestuurders worden aangemoedigd om inclusieve culturen te bevorderen waarin iedereen zich gewaardeerd voelt. Vergelijking De NCGC biedt strengere en meetbare richtlijnen voor diversiteit, terwijl de IoD-code een bredere gedragsmatige benadering heeft. Conclusie Beide codes benadrukken het belang van ESG-principes in governance, maar doen dit op verschillende manieren. De Nederlandse Corporate Governance Code biedt gedetailleerde, juridisch verankerde richtlijnen die vooral gericht zijn op implementatie en rapportage. De IoD-code richt zich meer op het gedrag en de ethiek van individuele bestuurders. Samen vormen deze codes waardevolle kaders om bestuurders te helpen bij het realiseren van duurzame en verantwoorde ondernemingen. Meer weten over good governance en ESG? Neem dan contact op met Mathijs Arts of Patrycja Chelmiak.
Patrycja Chelmiak
Patrycja Chelmiak
Advocaat
Steward ownership model
Een vernieuwende filosofie van ondernemen en governance, ingepast in bestaande structuren en rechtsvormen. De bestaande rechtsvormen en daarmee de juridische tools voor het drijven van een onderneming zijn aan vernieuwing toe.[1] Zo stamt de huidige regelgeving van de besloten vennootschap (een van de meest gebruikte rechtsvorm in Nederland) uit 1972.[2] Deze juridische structuur is ontworpen in een tijdsgeest waarin de focus vooral lag op winstmaximalisatie voor aandeelhouders. In de afgelopen decennia is er een verschuiving gaande in de maatschappij. Steeds meer ondernemingen richten zich (naast het maken van winst) op het creëren van maatschappelijke impact en het dienen van een hoger maatschappelijk doel oftewel een missie. Een model hiervoor is het steward ownership model. Dit model is gebaseerd op twee kernprincipes: Scheiding stemrecht en economisch recht De zeggenschap over de onderneming ligt bij de mensen die direct betrokken zijn bij de onderneming: de stewards. De stewards bezitten de stemrechten die niet kunnen worden verhandeld. De economische rechten zijn in handen van andere partijen. Investeerders investeren dus in een onderneming waarin zij geen zeggenschap verkrijgen en de stewards hebben in beginsel geen baat bij winstmaximalisatie. Missie-gedreven Winst is geen doel maar een middel om positieve impact op de korte en lange termijn te maximaliseren.[3] De waarde die in de onderneming wordt gecreëerd, kan niet worden onttrokken door aandeelhouders. Winst wordt in principe herinvesteerd, gebruikt om kapitaalkosten te dekken of gedoneerd in lijn met de missie van de onderneming. Investeerders en oprichters worden eerlijk gecompenseerd. De huidige, traditionele rechtsvormen zijn niet ingericht om dergelijke missie-gedreven ondernemingen optimaal te faciliteren. Met andere woorden: er bestaat (nog) geen juridische structuur waarbinnen deze uitgangspunten goed passen.[4] Dit vraagt om vernieuwde governance structuren of creativiteit bij de inrichting in de bestaande structuren. Zolang die nieuwe structuren er niet zijn, moeten we het doen met de tools die we tot onze beschikking hebben. Er bestaan namelijk verschillende manieren waarop het steward ownership model in de praktijk kan worden vormgegeven. Ik noem er een paar: (Dubbele) stichtingsstructuur Bij de dubbele stichtingsstructuur worden de stemrechten en economische rechten op de volgende manier gescheiden. De stemrechten komen te liggen bij een stichting die als steward fungeert en de economische rechten bij een andere (vaak filantropische) stichting. Voorbeelden van ondernemingen die deze structuur toepassen zijn Bosch en Patagonia.[5] Scheiding van de stemrechten en economische rechten kan ook worden vormgegeven door een enkele stichting die de economische rechten van de onderneming bezit. Een voorbeeld van een onderneming die dit model toepast is surfschool The Shore in Scheveningen.[6] Golden share / veto-aandeel Bij het golden share model heeft een stichting een ‘veto-aandeel’ in handen om te kunnen borgen dat de structuur en de missie van de onderneming in stand worden gehouden. Dit veto recht geeft de stichting het recht in te grijpen, mocht het nodig zijn. Tot slot Bij gebrek aan rechtsvormen waarin de beginselen van het steward ownership model passen, zijn we voorlopig aangewezen op het opzetten van structuren daartoe. Juridisch vormgeven van een onderneming die dit model hanteert, moet in de huidige regeling weliswaar met een omweg, maar is te realiseren. Contact Wij ondersteunen u graag bij het opzetten van dergelijke structuren die beantwoorden aan de uitgangspunten van het steward ownership model – een toekomstbestendige onderneming die zowel financieel als maatschappelijk rendement creëert. Neem vrijblijvend contact op met Patrycja Chelmiak of een van onze andere specialisten uit team ondernemingsrecht.  [1]              Zie ook FD 26 maart 2024 ‘Pleidooi voor nieuwe rechtsvorm gebaseerd op rentmeesterschap’ (link) [2]              Op 1 oktober 2012 is de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht in werking getreden. Deze flexwet heeft echter geen fundamentele wijzigingen in de structuur van een BV meegebracht, maar zag meer op de vereenvoudiging van de oprichting en het functioneren van de BV. [3]              Advocatie 29 september 2023 ‘Steward-ownership: ondernemingsvorm voor bedrijven die positieve impact willen maken’ (link) [4]              Op 16 april 2024 heeft de Tweede Kamer met een motie ingestemd om de regering te verzoeken (in samenwerking met universiteiten) een voorstel voor een nieuwe rechtsvorm (rentmeestervennootschap, die uitgaat van steward ownership model) uit te werken (link). [5]              purpose-economy.org (link) [6]              wearestewards.nl (link)
Patrycja Chelmiak
Patrycja Chelmiak
Advocaat
Terechte zorgen over private equity in de Nederlandse zorg?
Het is een zichtbare trend dat private equity (PE) in toenemende mate aanwezig is in de Nederlandse gezondheidszorg. PE investeert steeds meer in tandarts- of huisartspraktijken en andere zorgaanbieders.[1] De vraag is of het wenselijk is. PE staat niet altijd positief in de headlines en kan door soms negatieve berichtgeving associatie krijgen van het ‘uitmelken’ van ondernemingen met het doel de winst op korte termijn te maximaliseren. De kritiek is dan dat dit kan botsen met de lange-termijn-belangen van de onderneming, zeker in de zorg. Door dit imago is het niet verbazingwekkend dat zorgen worden geuit over de toenemende interesse van PE in de zorg. Een gehoord bezwaar is dat de zorg geen verdienmodel is. Het leveren van goede zorg en het streven naar een hoog rendement zouden niet hand in hand kunnen gaan. Kamervragen Over dit thema zijn recent vragen gesteld in de Tweede Kamer. Dit gebeurde onder meer naar aanleiding van een opinie die op 5 januari 2024 in NRC verscheen met de titel ‘Private equity leidt tot meer medische complicaties.’[2] In de opinie wordt betoogd dat PE ervoor zorgt dat winstbejag belangrijker wordt dan zorg waardoor medische resultaten slechter worden, onder verwijzing naar een onderzoek naar de gevolgen van ziekenhuisovernames door PE in de Verenigde Staten. Als antwoord op de vragen geeft minister Helder onder andere aan dat ons zorgstelsel zo in elkaar steekt dat potentieel negatieve invloeden worden gemitigeerd. De zorg in Nederland is sterk gereguleerd. Deze regulering ziet onder andere op de kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid van de zorg, de governance structuur van zorginstellingen en het verbod op winstuitkeringen.[3] Daarnaast wordt momenteel onderzoek gedaan naar de mate van aanwezigheid van PE in diverse zorgsectoren in Nederland en de effecten daarvan. Met de uitkomsten van dit onderzoek (die eind van het eerste kwartaal van 2024 worden verwacht) kan een beter beeld worden gevormd van de situatie in de Nederlandse zorg, aldus minister Helder. PE schadelijke, op winst beluste kapitalisten? Opvallend is dat in de Kamervragen meermaals met ‘op winst beluste (sprinkhaan) kapitalisten’ naar PE wordt verwezen. Is aanwezigheid van PE echt zo schadelijk voor de onderneming en betrokkenen? We kennen de geluiden over PE en de mogelijke negatieve invloeden, maar dat is vaak een achterhaald beeld. PE-investeerders zijn juist vaak actief betrokken bij de overgenomen ondernemingen. Ze brengen expertise, strategieën en netwerken in om de prestaties en professionalisering van de onderneming te verbeteren. Ook brengen ze kapitaal in dat wordt geïnvesteerd in groei en innovatie. Het kapitaal dat (in het geval van de zorg) anders uit de verzekeringspremie zou moeten komen, waarbij de investering doorgaans potentieel lager is dan de investering in innovatie door een commerciële partij. Het klopt dat PE rendement wil behalen. Maar ook in de zorg kan het halen van rendement hand in hand gaan met het waarborgen van de hoge kwaliteit van de zorg. Hierdoor worden belangen van de onderneming en betrokkenen (waaronder patiënten) niet geschaad. Extra aandacht zal moeten worden geschonken aan de juiste mate van transparantie en visie op de lange termijn. De transparantie draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van de zorg, maar ook aan de toegankelijkheid in de zin dat de zorgafnemer een weloverwogen keuze tussen de zorgaanbieders dient te kunnen maken. Op het punt van transparantie in de zorg bestaat regelgeving.[4] Relatief korte betrokkenheid van de PE-investeerder kan bovendien voor onzekerheid over de toekomst (op de lange termijn) en daarmee de zorg zorgen. Terechte zorgen? Het is goed om alert te zijn en tijdig zorgen te uiten over mogelijk negatieve effecten van de inmenging van PE in de Nederlandse zorg. Dit zorgt voor een tijdige signalering van eventuele negatieve gevolgen door onderzoek op voorhand. Door sterke regulering van de Nederlandse zorg met betrekking tot de kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid, governance en winstuitkeringen, valt te bezien of de toenemende aanwezigheid van PE op deze punten tot negatieve gevolgen zal leiden. Aandachtspunten zijn transparantie en onzekerheid over de toekomst door relatief korte betrokkenheid. [1]    FD 2 maart 2023 ‘Recordaantal fusies en overnames in de zorg, rol van private equity groeit’ (link); FD 3 mei 2023 ‘De fysiotherapeut en tandarts op de hoek komen steeds vaker in handen van private equity’ (link); FD 4 mei 2023 ‘Private equity koopt honderden zorgaanbieders, tijd voor meer (toe)zicht?’ (link). [2]    NRC 4 januari 2024 ‘Private equity leidt tot meer medische complicaties’ (link); 23 januari 2024 ‘Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht dat private equity leidt tot meer medische complicaties’ (link). [3]    Denk aan de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en Wet toetreding zorgaanbieders (WTZa). [4]    Bijvoorbeeld de Regeling transparantie zorgaanbieders.
Patrycja Chelmiak
Patrycja Chelmiak
Advocaat
Het toenemende belang van ESG binnen de M&A wereld
Het begrip ESG (Environmental, Social en Governance) wint steeds meer terrein binnen de M&A-wereld. ESG-factoren richten zich op de milieu-, sociale en bestuurlijke aspecten van een onderneming en worden in toenemende mate relevanter voor kopers en investeerders bij het nemen van investeringsbeslissingen. Waar een investeringsbeslissing in het verleden vooral gestoeld was op financiële overwegingen (zoals synergiën en winstgevendheid), is er een focusverschuiving gaande waar de ESG-factoren steeds een meer prominente rol innemen. Mede door de veranderende opvattingen in de maatschappij (groeiende bewustwording van de gevolgen van klimaatverandering, toenemende regelgeving op het gebied van duurzaamheid en de roep om transparantie) worden ESG-factoren steeds vaker meegenomen in het besluitvormingsproces. Het toenemende belang van ESG in de M&A-wereld onderstreept ook de groeiende erkenning dat verantwoord ondernemen en het voldoen aan duurzaamheidseisen essentieel zijn voor langetermijnwaardecreatie.   ESG-aspecten tijdens een due diligence Een belangrijke vertaling van de toegenomen aandacht voor ESG in de M&A-wereld is de integratie van ESG-gerelateerde vragen en verzoeken in het due diligence-onderzoek. Een due diligence-onderzoek is een boekenonderzoek dat plaatsvindt voorafgaand aan een overname of investering met het doel de risico’s van de transactie in kaart te brengen. Tijdens dit onderzoek wordt de onderneming onder de loep genomen. Waar voorheen de focus vooral op de juridische, fiscale en financiële aspecten lag, worden (door de groeiende aandacht voor ESG-factoren) steeds meer ESG-gerelateerde vragen in het due diligence-onderzoek meegenomen. Dat onderdeel van het onderzoek omvat onderwerpen zoals CO2-voetafdruk van de onderneming, duurzaamheidsdoelstelling en -beleid, diversiteit en inclusiviteit binnen de onderneming, beloningsverschillen, ongewenst of grensoverschrijdend gedrag, naleving van milieuregelgeving, inkoopbeleid, borging van de distributie- en toeleveranciersketen en de wijze waarop het bestuur functioneert. Hieronder volgen enkele voorbeelden van ESG-gerelateerde aspecten die tijdens het due diligence nader kunnen worden onderzocht. ESG algemeen: Zijn de risico’s en kansen van de onderneming op het gebied van ESG in kaart gebracht? Is er een duidelijk beleid voor aanpak van ESG-gerelateerde zaken? Is er een ESG-werkgroep ingesteld? Environmental: Is de CO2-voetafdruk van de onderneming in kaart gebracht? Welke maatregelen worden getroffen om de CO2-voetafdruk te verminderen? Is er een duidelijk beleid voor de selectie van i) leveranciers en ii) klanten waarbij ESG-factoren een rol spelen en wordt dit beleid nageleefd? Worden de werknemers geactiveerd om hun eigen CO2-voetafdruk te verminderen, en zo ja, op welke manier? Social: Is er een beleid ontwikkeld om de diversiteit en inclusie op de werkvloer te bevorderen en wordt dit beleid nageleefd? Zijn er rapporten van werknemerstevredenheidsonderzoeken en worden deze onderzoeken regelmatig uitgevoerd? Worden, en zo ja op welke manier, de werknemers gestimuleerd om ESG-doelen na te steven, denk aan ‘groene arbeidsvoorwaarden’? Zijn er verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen? Hoe wordt omgegaan met meldingen van ongewenst of grensoverschrijdend gedrag en zijn er meldingen geweest? Governance: Betrekt het bestuur ESG-factoren in zijn besluitvorming? Is er een duidelijk beloningsbeleid voor bestuurders en andere functionarissen? Geschiedt de besluitvorming op een transparante wijze voor de werknemers en is duidelijk op welke manier ESG-factoren invloed hebben op die besluitvorming?   Impact op M&A-transacties De toenemende integratie van ESG-factoren in due diligence-onderzoeken kan een aantal gevolgen voor de M&A-transacties hebben. ESG-factoren kunnen van invloed zijn op de waardering van de onderneming. Zo kunnen ondernemingen met een ‘hoge score’ op ESG-gebied een hogere waardering krijgen vanwege hun vermogen om langetermijnwaarde te creëren, mede door hun bestendigheid op het gebied van onder andere duurzaamheid en verantwoord ondernemen. Ook het reputatierisico (dat gepaard gaat met het investeren of overnemen van een onderneming met een ‘lage score’ op ESG-gebied) kan een rol spelen. Investeren of overnemen van een onderneming met een ‘lage score’ op ESG-gebied kan leiden tot negatieve publiciteit en verlies van klanten. Dit zal een waardedrukkend effect kunnen hebben waardoor de koopprijs die koper of investeerder bereid zal zijn te betalen, lager wordt. De uitkomst van het ESG due diligence kan van invloed zijn op de transactievoorwaarden. ESG-kwesties kunnen leiden tot aanpassingen van transactievoorwaarden, zoals garanties en vrijwaringen of opschortende voorwaarden. Kopers of investeerders kunnen bijvoorbeeld eisen dat verkoper bepaalde ESG-risico’s aanpakt voordat de transactie wordt afgerond (opschortende voorwaarde) of dat de gevolgen van het niet-naleven van beleid voor de verkoper blijven (vrijwaring of garantie).   Het toenemende belang van ESG in due diligence Het belang van ESG binnen de M&A-transacties is recentelijk aanzienlijk toegenomen en de verwachting is dat ESG-aspecten een vaste factor worden in de beoordeling van de over te nemen onderneming en daarmee ook in het due diligence-onderzoek. ESG-gerelateerde risico’s hebben een waardedrukkend effect. Dit kan zich vertalen in de vermindering van de koopprijs, in het bedingen van garanties en vrijwaringen waarvoor de verkoper instaat mocht het risico zich daadwerkelijk na de overname verwezenlijken of – in het worst case scenario – in het afzien van de koop. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met de specialisten van ons ESG-team. 
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Digitaal oprichten van een BV
De besloten vennootschap (BV), en nagenoeg alle rechtspersonen, worden opgericht door middel van een notariële akte. Daarom zal voor het oprichten van een BV steeds een notaris ingeschakeld moeten worden. In die praktijk gaat verandering komen. De Europese Unie heeft al in 2019 een Richtlijn uitgevaardigd waardoor het, vanaf 1 augustus 2021, mogelijk zou moeten zijn om volledig digitaal een BV op te richten. De Nederlandse wetgeving is daar echter nog niet op ingericht. Om dat in Nederland mogelijk te maken, is derhalve een wetsvoorstel in behandeling bij de Tweede Kamer.[1] Wetswijzigingen Om het digitaal oprichten van een BV, in Nederland, mogelijk te maken moet de wetgever Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt wijzigen. Daarnaast moeten het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister 2014 gewijzigd worden. Het wetsvoorstel daarvoor is inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer.[2] Huidige praktijk Ook nu is het, in zekere zin, mogelijk om op afstand een BV op te richten. De notaris heeft wel de verplichting om de oprichter(s) te identificeren en daarvoor zal in de regel een notaris moeten worden bezocht. De notaris kan de BV wel oprichten door middel van een schriftelijke volmacht, maar de oprichter moet zich in persoon bij de notaris identificeren of hij moet de notaris voorzien van een gelegaliseerd identificatiebewijs van een andere notaris. Daarvoor zal in elk geval een notaris bezocht moeten worden. Wat gaat er veranderen? Het wetsvoorstel maakt het, voor onderdanen van de Europese Unie, mogelijk om een BV met een digitale notariële akte op te richten. Om dat te realiseren zal er een centraal systeem gecreëerd worden waar alle notarissen bij zijn aangesloten. Dat systeem zal beheerd worden door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Als het mogelijk is om een BV digitaal op te richten, dan hoeft de oprichter niet meer fysiek naar de notaris. Het contact vindt dan plaats via een beveiligde videoverbinding. Maar ook het controleren van de identiteit en het ondertekenen van de akte zal online plaatsvinden. De oprichter van de BV kan zich dan identificeren met behulp van een digitaal identificatiemiddel. Om de privacy te waarborgen bepaalt het wetsvoorstel dat het elektronisch identificatiemiddel het betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ moet bevatten. Dat niveau zal gecontroleerd worden door het digitale passeerplatform. Als gebruik wordt gemaakt van een elektronisch identificatiemiddel met een lager betrouwbaarheidsniveau, dan kan er geen toegang worden verkregen tot het passeerplatform. Mochten er redenen zijn om te vermoeden dat er identiteitsfraude is gepleegd, dan kan de notaris alsnog een fysieke identificatie verlangen. Daarnaast kan de notariële akte digitaal worden ondertekend. Dat wordt gedaan met een gekwalificeerde digitale handtekening. Het wetsvoorstel bepaalt vervolgens dat de plaats van het verlijden van de akte, de plaats is waar de notaris, door wie de akte wordt verleden, zich bevindt. Die plaats moet zich wel op Nederlands grondgebied bevinden. Duitsland In Duitsland is de richtlijn inmiddels, per 1 augustus 2022, geïmplementeerd in de nationale wetgeving. Daardoor is het in Duitsland reeds mogelijk om digitaal een GmbH (Gesellschaft mit beschränkter Haftung), de Duitse variant van de BV, op te richten. Om dat mogelijk te maken is een wettelijk kader gecreëerd voor de notariële certificering van intentieverklaringen met behulp van videocommunicatie.[3] Ook het identificeren, aanleveren van documenten en ondertekenen van de notariële akte vindt online plaats. De notaris is online aanwezig om toezicht te houden op het proces. De notariële bekrachtiging van registeraanvragen via videoverbinding was in Duitsland reeds mogelijk voor eenmanszaken en vennootschappen, maar deze mogelijkheid is uitgebreid naar de GmbH.      Meer informatie Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, of wilt u meer informatie? Neem gerust contact op met uw contactpersoon van onze sectie Ondernemingsrecht, Patrycja Chelmiak  (p.chelmiak@lgga) of Mathijs Arts ([email protected]). [1] https://tinyurl.com/wtd8wu2k -> Memorie van toelichting p. 1; https://tinyurl.com/2ct269th. [2] https://tinyurl.com/2ct269th. [3] https://tinyurl.com/4pmbjdvy.