Waarschuwingsplicht bij meerwerk
Op de aannemer rust op grond van artikel 7:755 BW een waarschuwingsplicht bij meerwerk. De aannemer moet de opdrachtgever tijdig wijzen op de noodzaak van de uit het meerwerk voortvloeiende prijsverhoging. Deze waarschuwingsplicht geldt niet in het geval de opdrachtgever de noodzaak van de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen (de zogenoemde “tenzij-clausule”).
Er bestond in de literatuur en rechtspraak onduidelijkheid over de vraag of voor een geslaagd beroep op de tenzij-clausule slechts vereist is dat de opdrachtnemer inzicht had dat:
de opdrachtgever had moeten begrijpen dat het meerwerk tot een prijsverhoging zou leiden,
of de opdrachtgever óók inzicht had moeten hebben in de omvang van de concreet te verwachten meerkosten.
De Hoge Raad heeft hierover op 1 juli 2022 een arrest gewezen: ECLI:HR:2022:989.
Raatliggers
De casus is als volgt. Partijen zijn in september 2016 overeengekomen dat opdrachtnemer raatliggers (een stalen ligger met zeshoekige uitsparingen) zal produceren voor een prijs van circa € 9.000,-. In oktober 2016 stuurt opdrachtnemer het volgende e-mailbericht:
“(…) Is het de bedoeling dat wij de liggers compleet afmaken?
Wij hebben alleen de opdracht voor het produceren van de liggers als raatligger en geen verdere bewerkingen.
Laat ons aub even iets weten?”
Opdrachtgever stuurt vervolgens de gegevens om de raatliggers compleet te maken. Opdrachtnemer verricht deze aanvullende werkzaamheden en brengt hiervoor € 42.564,36,- in rekening. Opdrachtgever weigert deze factuur te betalen en stelt onder meer dat opdrachtnemer niet zou hebben voldaan aan de waarschuwingsplicht. Daarnaast meent de opdrachtgever dat de prijs veel te hoog is gezien de aard en omvang van het werk. Opdrachtnemer beroept zich op de tenzij-clausule en stelt dat opdrachtgever de noodzaak van deze prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen.
Rechtbank en Hof
Opdrachtnemer vordert onder meer betaling van de factuur van € 42.564,36,-. De Rechtbank en het Hof hebben deze vordering van opdrachtnemer toegewezen. Het Hof overweegt dat opdrachtnemer de opdrachtgever niet had gewaarschuwd voor de prijsverhoging, maar dat in dit geval een geslaagd beroep kan worden gedaan op de tenzij-clausule. Dat opdrachtgever de prijsverhoging uit zichzelf had begrepen blijkt volgens het Hof uit het e-mailbericht van 9 december 2016 waarin opdrachtgever aan opdrachtnemer schrijft: “(…) Nu ik de definitieve tekeningen gezien heb snap ik wel dat jullie het voor het bedrag van € 9.000,- niet kunnen maken.”
Nu het bedrag van € 42.564,36 voor het complementeren van de raatliggers een redelijke prijs is in de zin van art. 7:752 BW, is opdrachtgever volgens zowel de Rechtbank als het Hof gehouden de factuur van € 42.564,36,- te betalen. De opdrachtgever stelt vervolgens cassatieberoep in bij de Hoge Raad over de strekking van de tenzij-clausule van art. 7:755 BW.
Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat voor een geslaagd beroep op de tenzij-clausule in art. 7:755 BW enkel vereist is dat de opdrachtgever had moeten begrijpen dat het meerwerk tot een prijsverhoging zou leiden. Het is niet vereist dat opdrachtgever ook inzicht had in de hoogte van de prijsverhoging. Voor een andere uitleg van deze bepaling bieden de wettekst en wetsgeschiedenis volgens de Hoge Raad geen aanknopingspunten.
Betekent dit dan dat een opdrachtgever altijd gehouden is de volledige factuur van het meerwerk te betalen als hij was gewaarschuwd of had moeten begrijpen dat dit tot een kostenverhoging zou leiden? Nee. De Hoge Raad bepaalt dat als geen bedrag voor de verhoging is bepaald of slechts een richtprijs, de opdrachtgever een redelijke prijs is verschuldigd op grond van art. 7:752 BW.
En nu?
Voorheen werd zo nu en dan door feitenrechters geoordeeld dat als de opdrachtgever geen inzicht had in de omvang van de prijsverhoging, de aannemer in het geheel geen aanspraak kon maken op de prijsverhoging als gevolg van meerwerk. Een beroep op de tenzij-clausule in de zin van art. 7:755 BW slaagde dan niet. De Hoge Raad hanteert een andere uitleg van art. 7:755 BW. Als de opdrachtgever toestemming geeft voor meerwerk waarvan hij zelf had moeten begrijpen dat dit een prijsverhoging met zich meebrengt, dan is hij gehouden de redelijke kosten daarvan te vergoeden aan de opdrachtnemer, ongeacht of hij inzicht had in de omvang daarvan.
Denk vooruit
Om verrassingen te voorkomen moet een opdrachtgever dus actief informeren naar de prijsverhoging die het meerwerk met zich meebrengt. Stem bij meerwerk dus de meerprijs af.
Contact
Mocht u meer vragen hebben over de waarschuwingsplicht bij meerwerk, neem dan gerust contact op met Rosalie Geurtsen of een van de andere specialisten van team Bouwrecht.
02 augustus 2022