Advocaat & Partner
Het concurrentiebeding: 5 tips voor werkgevers
05 augustus 2021Een veelgehoord misverstand is dat een concurrentiebeding of relatiebeding een papieren tijger is. Als u als werkgever echter kunt aantonen dat de (oud-) werknemer de gemaakte afspraken overtreedt, dan kunt u daar als werkgever tegen opkomen. Met enige regelmaat worden procedures gevoerd door werkgevers tegen oud-werknemers waarin soms ook de nieuwe werkgever wordt betrokken. Met de volgende 5 tips zorgt u als werkgever ervoor dat u sterk(er) in die procedure staat.
1. Zorg voor een schriftelijk overeengekomen beding
Hoewel dit een open deur lijkt, is dit een cruciale eerste stap om een werknemer aan een concurrentie- en/of relatiebeding te kunnen houden. De werknemer moet schriftelijk instemmen met een dergelijk beding. De meest eenvoudige wijze is een ondertekening daarvan. Zeker als deze bedingen in een afzonderlijk document worden opgenomen is het van groot belang om ervoor te zorgen dat de instemming van de werknemer (schriftelijk) blijkt.
2. Neem een boetebeding op
Het is verstandig om (in ieder geval) op overtredingen van het concurrentie-en/of relatiebeding een boete te bedingen. Een boetebeding heeft preventieve werking. Daarnaast is het relatief eenvoudig om een boete op te eisen. Als er geen boetebeding is opgenomen dan zal u als werkgever, in geval van overtreding van een concurrentie-of relatiebeding, moeten kunnen aantonen dat er schade is geleden en hoe hoog deze schade is. Dat is lang niet altijd eenvoudig.
3. Zorg voor een goede motivering van het concurrentie-en/of relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Sinds 1 juli 2015 bestaat de verplichting om schriftelijk te motiveren waarom een concurrentie-en/of relatiebeding voor de betreffende werknemer noodzakelijk is. De motivering moet worden gedaan bij het sluiten van de overeenkomst met het beding. Een algemene motivering wordt dan vaak onvoldoende geacht; het gaat om maatwerk. Daarbij kan worden gedacht aan een duidelijke en concrete vermelding van de specifieke kennis die de werknemer opdoet, waarom de werkgever deze bescherming nodig heeft et cetera. Indien het beding wordt getoetst door de rechter, dan zal er een belangenafweging (werkgever vs. Werknemer) worden gemaakt over de noodzakelijkheid van het beding.
4. Wat is het doel van het concurrentiebeding?
Een concurrentiebeding kan niet voorkomen dat een werknemer vertrekt. Recent zijn er een paar uitspraken gedaan waaruit volgt dat een concurrentiebeding er niet voor kan zorgen dat de werknemer verbonden blijft aan een organisatie. Het doel van een concurrentiebeding, zo oordeelde het Hof Amsterdam[1], recent is het bedrijfsdebiet van de werkgever te beschermen. Denk dus goed na over wat u wil bereiken met het concurrentiebeding en in hoeverre de werknemer daadwerkelijk schade kan toebrengen met een overstap naar de concurrent.
5. Kom een nieuw concurrentie- en/of relatiebeding overeen
Mocht een werknemer binnen de organisatie een andere functie krijgen, dan is het eerder overeengekomen concurrentie-en/of relatiebeding soms niet meer passend. Dat kan voor een rechter reden zijn om in een voorkomend geval te oordelen dat het ‘beding zwaarder is gaan drukken’ waardoor hij meent dat het beding niet of slechts gedeeltelijk zou moeten gelden. Om dit te voorkomen is het verstandig om na te gaan of het concurrentiebeding bij een nieuwe functie een andere betekenis krijgt, waardoor het overeenkomen van een nieuw concurrentiebeding voor de hand ligt.
In november 2019 hebben twee Kamerleden een motie ingediend om te onderzoeken of het gebruikmaken van het concurrentiebeding tot het strikt noodzakelijke kan worden beperkt. Op 25 juni jl. zijn de resultaten van een onderzoek naar de werking van het concurrentiebeding naar de Tweede Kamer gestuurd.[2] Minister Koolmees heeft de Kamer bericht dat het rapport aanleiding geeft om beleidsopties aan de Tweede Kamer te zenden. Het is dus goed mogelijk dat de regeling omtrent het concurrentiebeding over niet al te lange tijd (weer) zal gaan veranderen. Wij houden u uiteraard op de hoogte.
Voor meer informatie kunt u terecht bij Mr Gerard Zuidgeest of een van onze andere specialisten.
Auteur: Ingeborg van Dongen
[1] Hof Amsterdam d.d. 16 februari 2021, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2021:513
[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021Z11891&did=2021D25714