Advocaat & Managing partner
Advocaat
Het wetsvoorstel franchise werd in december 2018 gepresenteerd. Inmiddels kreeg het wetsvoorstel een positief advies gekregen van de Raad van State. Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat en minister Sander Dekker (voor Rechtsbescherming) stuurden het wetsvoorstel op dinsdag 11 februari 2020 naar de Tweede Kamer. In vier delen bespreken Pieter van Deurzen en Thomas Timmers de inhoud van het wetsvoorstel. Deel twee: tussentijds wijzigen van een lopende franchiseovereenkomst.
Beide partijen dienen elkaar tijdens de franchiserelatie tijdig informatie te verstrekken over alles dat redelijkerwijs voor de andere partij van belang is (artikel 7:916 BW). Beoogd is de franchisenemer tijdig de nodige transparantie te bieden omtrent bepaalde (voorgenomen) handelingen van en ontwikkelingen bij de franchisegever, waaronder aanstaande contractwijzigingen. De wettelijke agentuurregeling kent een vergelijkbare bepaling.
Door deze transparantie kan de franchisenemer zich tijdig op handelingen, ontwikkelingen en veranderingen voorbereiden, bijvoorbeeld door het opvragen van nadere informatie of door aanpassingen in de eigen bedrijfsvoering door te voren. Voorkomen dient te worden dat de franchisenemer vanuit de franchisegever wordt overvallen door handelingen en/of ontwikkelingen die hem betreffen of redelijkerwijs kunnen betreffen.
Informatie dient op een zodanige manier verstrekt te worden, dat die informatie toegankelijk is en blijft voor de andere partij gedurende de periode met het oog waarop de informatie verstrekt is (artikel 7:917 BW). Bij tussentijdse wijzigingen van de franchiseovereenkomst dient het duidelijk te zijn welke tekst op welk moment gold.
De franchisegever kan zelf grenswaarden bepalen waarbinnen hij zonder overleg wijzigingen kan doorvoeren. Voor wijzigingen die de overeengekomen drempel te boven gaan, is instemming van de meerderheid van de franchisenemers vereist (art. 7:921 BW). Er komt dus meer zeggenschap voor franchisenemers, omdat instemming van de meerderheid nodig is in bepaalde situaties, zoals in geval van voorgenomen aanpassingen in de formule of bij exploitatie van een afgeleide formule.
Blijkens het wetsvoorstel geldt dat, indien de franchisegever ervoor kiest om geen drempelwaarden op te nemen, er een meerderheid van de franchisenemers nodig is of instemming van de franchisenemers die worden geraakt door financiële implicaties opgenomen in artikel 7:921 lid 1 BW. Het is irrelevant hoe groot de financiële implicaties van de uitvoering van het voornemen zijn voor de franchisenemers. De nieuwe regeling beoogt de franchisegever aan te sporen om de drempelwaardes contractueel vast te leggen.
Volgende keer: de beëindiging van de franchisesamenwerking. Heeft u vragen naar aanleiding van het wetsvoorstel? Neem contact op met Pieter van Deurzen of Thomas Timmers.
Advocaat & Managing partner
Advocaat