02 april 2019

Wettelijke, open norm als juridisch medicijn tegen tekortschietende bestuurders & interne toezichthouders in de zorgsector

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben recentelijk in een signaleringsbrief hun zorgen geuit over de integriteit en professionaliteit van de bedrijfsvoering in de zorgsector. Zij roepen op tot de ontwikkeling van een wettelijke, open norm om, onder meer, niet integere bedrijfsvoering en handelen van zorgbestuurders en interne toezichthouders tegen te gaan, teneinde de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg te waarborgen. Wat betekent dit voor partijen in de zorgsector?

Signaleringen

De aanleiding voor deze oproep zijn signalen over gevallen van oneigenlijke bestedingen van zorggeld en twijfelachtige financiële of organisatorische constructies in de zorgsector, waartegen de IGJ en de NZa in sommige gevallen niet (rechtstreeks) kunnen optreden. Te denken valt aan normen zoals opgenomen in de Governancecode Zorg met betrekking tot (interne) belangenverstrengeling en de algemene verplichtingen ten aanzien van goed bestuur op grond van het Burgerlijk Wetboek. Dit komt omdat de regels voor goed bestuur en professionele en integere bedrijfsvoering slechts in beperkte mate zijn neergelegd in publiekrechtelijke wet- en regelgeving.

De verantwoordelijkheid voor het voeren van integere en professionele bedrijfsvoering ligt primair bij bestuurders en interne toezichthouders van zorgaanbieders (Raad van Bestuur en Raad van Toezicht). Door een niet integere bedrijfsvoering of niet integer gedrag van bestuurders en/of interne toezichthouders komt de kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg in het geding. Integere en professionele bedrijfsvoering is immers van belang voor het voorkomen van (financiële) misstanden in de zorgsector.

Open norm

Om de genoemde misstanden aan te pakken, stellen de IGJ en de NZa voor om de integriteit en professionaliteit van de bedrijfsvoering in het publiekrecht te verankeren – zoals in de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (handhaving: IGJ) en de Wet marktordening gezondheidszorg (handhaving: NZa) – en beide instanties handhavingsinstrumenten toe te kennen (zoals aanwijzings- en boetebevoegdheden) om effectief handhavend te kunnen optreden. De IGJ en de NZa stellen daartoe voor een wettelijke, open norm te introduceren, zodat daarmee wordt voorzien in de mogelijkheid tot maatwerk. De toezichthouders hebben dan de mogelijkheid om aan te sturen op gewenste uitkomsten en op gewenst gedrag van zorgbestuurders en interne toezichthouders zonder dat strikt wordt voorgeschreven hoe dat doel wordt bereikt. Het schept de benodigde flexibiliteit. Daarnaast hebben de twee toezichthouders daarmee de mogelijkheid om niet alleen handhavend op te treden als er al problemen zijn gerezen, maar ook de mogelijkheid om preventief op te treden.

(On)Gewenst

De vraag is of een dergelijke open norm gewenst is. Open normen werken namelijk ook rechtsonzekerheid en onvoorspelbaarheid in de hand. Een open norm zou de twee toezichthouders onbegrensde bevoegdheden kunnen geven, wat de (interne) bedrijfsvoering in de weg kan staan. De toekomst zal moeten uitwijzen óf er een open norm komt en als die er komt, hoe de toezichthouders daarmee in de praktijk zullen omgegaan. Wij houden u op de hoogte.

Contact

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem contact op met Michelle Collins via 071-5124443 of [email protected].

Bel Michelle Collins