28 februari 2019

Bestuurdersaansprakelijkheid: 'Dat wist ik niet'-vlieger gaat niet op

Dit arrest is het slotstuk in een saga die al even duurt. In het kort gaat het om een garantie die door de moedermaatschappij van de huurder (Romania Beheer) is afgegeven aan de verhuurder. Romania Beheer stelde zich borg voor alle vorderingen die verhuurder Nieuwburen op de huurder had. De huurder ging failliet, waarna Nieuwburen van Romania Beheer betaling van de zogeheten leegstandschade vorderde. Dit is de huursom die de huurder over het restant van de huurovereenkomst verschuldigd zou zijn geweest, als zij niet failliet was gegaan. Romania Beheer verweerde zich – tevergeefs – met de stelling dat de huurovereenkomst door de opzegging door de curator was geëindigd en er geen leegstandschade verschuldigd was.

De holding biedt geen verhaal

Nieuwburen wilde de volledige leegstandschade vergoed krijgen. Zij startte daarvoor een procedure tegen Romania Beheer én de bestuurders van die B.V. De vordering tegen Romania Beheer werd toegewezen. Romania Beheer diende daarom een bedrag van € 343.866,00 te vergoeden aan Nieuwburen, maar bood geen verhaal. Romania Beheer gaf aan € 2.183,00 te kunnen betalen; meer was er niet.

Dan de bestuurders maar…!?

In de procedure tegen de bestuurders stelde Nieuwburen zich op het standpunt dat zij aansprakelijk waren voor de leegstandschade die Romania Beheer niet vergoedde, omdat zij jegens haar onrechtmatig zou hebben gehandeld. Dat was geen a-b-c’tje. Van aansprakelijkheid van een bestuurder van een B.V. is namelijk niet snel sprake. Een kenmerk van een B.V. is juist dat die zélf drager van rechten en plichten is. Als schuldeiser kun je dus niet zomaar terecht bij de bestuurder van een B.V., wanneer die B.V. haar verplichtingen niet nakomt. Dat kan anders zijn wanneer een bestuurder een onrechtmatige daad pleegt jegens een ander en de bestuurder in dat kader een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Van een onrechtmatige daad kan sprake zijn wanneer de bestuurder namens de B.V. een verbintenis aangaat, dan wel wanneer hij na het aangaan van die verbintenis bewerkstelligt of toelaat dat de B.V. die verbintenis niet nakomt. Nieuwburen was van menig dat (in elk geval) het laatstgenoemde geval aan de orde was. De bestuurders hebben volgens Nieuwburen het vermogen van Romania Beheer bewust negatief gehouden en hebben gelden binnen het ‘Romania-concern’ selectief verdeeld, zodat er geen verhaal werd geboden voor de afgegeven garantie.

Verweer

De bestuurders verweerden zich met de stelling dat zij niet wisten dat de garantie die was afgegeven voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst zou zien op de volledige leegstandschade. Zij gingen ervan uit dat slechts voor drie maanden huur (de opzegtermijn van een huurovereenkomst wanneer die op grond van de faillissementswet wordt beëindigd) verhaal geboden moest worden. Dat was immers de situatie toen de garantie werd afgegeven. Dit verweer was relevant, want onbekendheid met een rechtsregel kan op grond van de jurisprudentie kan van invloed zijn op de mate waarin er sprake is van verwijtbaarheid bij een bestuurder ten aanzien van de niet-nakoming van de door hem bestuurde B.V.

Nieuwburen ving bij de rechtbank en in hoger beroep bot. Kort gezegd ging het hof mee met de stelling van de bestuurders dat zij bij het aangaan van de garantie in 2002 geen rekening ermee hoefden te houden dat de volledige leegstandschade zou moeten worden vergoed.

De aanhouder wint

In cassatie had Nieuwburen uiteindelijk wel succes. De Hoge Raad oordeelde dat de bestuurders na de uitspraak als hierboven bedoeld wel degelijk op de hoogte moeten zijn geweest van de in die procedure bepaalde nieuwe rechtsregel. Omdat Nieuwburen ter onderbouwing van haar stelling dat de bestuurders hebben bewerkstelligd dat Romania Beheer geen verhaal bood, gedragingen van ná het wijzen van het bedoelde arrest naar voren bracht, kon het hof in hoger beroep daarom volgens de Hoge Raad niet concluderen dat er geen sprake was van een persoonlijk ernstig verwijt aan het adres van de bestuurders.

Wat volgt uit dit arrest is dat een bestuurder zowel bij het aangaan als bij het uitvoeren van een overeenkomst namens de B.V. waarvan hij bestuurder is, aansprakelijkheid over zichzelf af kan roepen. Dat hij niet bekend was, of niet kon zijn met een bepaalde regel die tot de aansprakelijkheid zou leiden, kan tot gevolg hebben dat de bestuurder ‘off the hook’ is. Dat geldt natuurlijk niet als hij de onrechtmatige gedragingen voortzet nadat hij met de bewuste regel bekend werd of bekend hoorde te zijn.

Contact

Vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem gerust contact op met mr. Wouter Vlasveld via 071-4060011 of [email protected], of een van onze andere specialisten.

Bel Wouter Vlasveld