
Advocaat & Partner
Werken op basis van een arbeidsovereenkomst hoeft niet altijd binnen het bedrijf van de werkgever plaats te vinden. Soms vindt het werk elders plaats. Werkt een werknemer via een uitzendbureau onder leiding en toezicht van een andere organisatie, spreken we van “uitzendwerk”. De entiteit waar het werk wordt verricht is dan de “inlener”.
Op uitzendwerk zijn specifieke wettelijke bepalingen van toepassing om uitzendkrachten te beschermen. Deze regels volgen bijvoorbeeld uit de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), gebaseerd op de Europese Uitzendrichtlijn (2008/104/EG).
De Waadi beoogt onder andere om te voorkomen dat uitzendkrachten worden benadeeld ten opzichte van werknemers die rechtstreeks bij de inlener in dienst zijn. Eén van de belangrijkste bepalingen is artikel 9a Waadi, waarin wordt bepaald dat uitzendwerknemers niet mogen worden belemmerd om na afloop van de uitzending in dienst te treden bij de inlener.
Een recente uitspraak van het Hof ‘s-Hertogenbosch onderstreept het belang van een goed begrip van de (Europese) regels voor werkgevers.
Een administratief medewerker van een uitzendbureau (die intern werkte en dus niet zou worden uitgezonden) was aan het werk bij een steigerbouwbedrijf. Achteraf beweert hij bij de rechter dat hij daar niet alleen zijn eigen functie uitvoerde, maar dat hij ook als meewerkend voorman had gewerkt onder leiding en toezicht van dat bedrijf. Het uitzendbureau ontkent dat. Het Hof concludeert op basis van de uitzendadministratie echter dat de werknemer inderdaad als meewerkend voorman had gewerkt, zodat hij achteraf toch kwalificeerde als uitzendkracht.
De (her)kwalificatie leidde uiteindelijk tot nietigheid van het relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. Dat beding was immers strijdig met artikel 9a Waadi, omdat het de werknemer belette om in dienst te treden bij de inlener of andere relaties van de werkgever. Het concurrentiebeding werd echter wel gehandhaafd. Daar ziet artikel 9a Waadi niet op.
Bijzonder aan deze zaak was dat het hof ambtshalve, oftewel uit eigen beweging, artikel 9a Waadi toepaste. Geen van de partijen had er een beroep op gedaan. Het hof voelde zich desalniettemin tot ambtshalve toetsing geroepen door een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU, waarin werd bevestigd dat artikel 47 van het Handvest van de EU, dat recht geeft op effectieve rechtsbescherming, rechtstreeks in arbeidsrelaties kan worden ingeroepen. Het hof is met zijn oordeel één van de eerste Nederlandse rechters die deze nieuwe Europese ontwikkeling volgt.
Handige inzet van werknemers door een uitzendbureau kan onbedoeld leiden tot toepasselijkheid van de Waadi en vergelijkbare regelgeving.
Daarnaast is en blijft de formulering van relatiebedingen van groot belang. Tot slot kan een werkgever die niet bekend is met het Europese recht in een procedure voor onaangename verrassingen komen te staan.
Heeft u vragen over uitzending, de formulering van uw relatiebedingen of de invloed van Europees recht op uw contracten? Heeft u een andere vraag? Met expertise op achttien rechtsgebieden denkt La Gro graag breed met u mee. Neem contact op met Gerard Zuidgeest of met één van onze andere specialisten.
Advocaat & Partner