
Advocaat

Advocaat
Op 8 januari 2025 heeft de rechtbank Midden-Nederland vonnis gewezen in de ‘Essure-zaak’ (ECLI:NL:RBMNE:2025:10). Geneesmiddelenproducent Bayer heeft een permanente sterilisatiemethode voor vrouwen op de markt gebracht onder de naam ‘Essure’, welke op de eileiders geïmplanteerd diende te worden. Stichting Essure Claims (“Stichting”) heeft een massaschadevordering ingesteld jegens Bayer. De Stichting stelt dat veel vrouwen ernstig ziek zijn geworden van dit sterilisatie-implantaat.
In haar lezenswaardige vonnis oordeelt de rechtbank over een aantal formele punten ten aanzien van onder andere de toepasselijkheid van de WAMCA en de ontvankelijkheid. De rechtbank heeft de Stichting op alle punten in het gelijk gesteld.
Hieronder lichten wij enkele noemenswaardige punten van het vonnis uit.
De WAMCA is temporeel van toepassing op collectieve acties die (i) zijn ingesteld na de inwerkingtreding van de WAMCA op 1 januari 2020 én (ii) die betrekking hebben op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op of na 15 november 2016.
Bayer is van mening er een knip dient plaats te vinden. Zij stelt dat ten aanzien van de implantaten die vóór 15 november 2016 zijn geplaatst het oude wettelijk regime (WCAM) zou moeten worden toegepast; enkel ten aanzien van de implantaten die ná 15 november 2016 zijn geplaatst dient de WAMCA te worden toegepast.
De rechtbank gaat hier niet in mee. De rechtbank overweegt dat er sprake is van een reeks van gebeurtenissen, omdat de vrouwen gemeenschappelijk hebben dat bij hen de implantatie van Essure heeft plaatsgevonden, maar op een ander moment in tijd. Deze reeks bestaat volgens de rechtbank uit eenzelfde, repeterende gebeurtenis die de gestelde schade heeft veroorzaakt tegenover meerdere individuele vrouwen die horen tot de kring van personen tot bescherming van wie belangen de collectieve vordering strekt. Deze reeks is pas na 15 november 2016 geëindigd.
De rechtbank concludeert dat de WAMCA temporeel van toepassing is op alle vorderingen van de Stichting.
Een belangenorganisatie kan alleen een rechtsvordering instellen als die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen. Aan dit gelijksoortigheidvereiste is voldaan als deze belangen zich lenen voor een bundeling. Hierdoor hoeft er in de procedure niet gekeken te worden naar de bijzondere omstandigheden van individuele belanghebbenden.
Naast materiële schade, vordert de Stichting ook immateriële schade voor de vrouwen die Essure operatief hebben laten verwijderen. De Stichting heeft de vrouwen in 17 categorieën verdeeld en voor iedere categorie een forfaitair bedrag aan schade gevorderd. Bayer is van mening dat de vorderingen in dit geval niet gebundeld kan worden, nu de immateriële schade volgens Bayer afhankelijk is van individuele feiten en omstandigheden. Daarbij beroept Bayer zich tevens op het arrest van de Hoge Raad inzake de aardbevingsschade in Groningen. In dit arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat immateriële schade wegens aantasting in de persoon zich niet forfaitair laat vaststellen, omdat dit niet verenigbaar is met het hoogstpersoonlijke karakter van deze schade.
Dit beroep slaagt niet. De rechtbank overweegt dat, anders dan in het arrest van de Hoge Raad, in de onderhavige zaak geen immateriële schade wordt gevorderd wegens een aantasting in persoon. In de onderhavige zaak wordt immateriële schade gevorderd omdat de vrouwen letselschade hebben opgelopen. Daardoor ligt een immateriële schadevergoeding volgens de rechtbank nog meer voor de hand dan bij een aantasting in de persoon. Volgens de rechtbank is het niet noodzakelijk dat vrouwen ook geestelijk letsel hebben ondervonden. De rechtbank sluit af met de overweging dat het dus mogelijk is dat zij mag vaststellen dat de immateriële schade die de vrouwen lijden in ieder geval een bepaald (forfaitair) bedrag is.
De rechtbank concludeert dat de vordering van de Stichting tot vergoeding van zowel materiële als immateriële schade te bundelen zijn. De Stichting is dus ontvankelijk in al haar vorderingen, ook de vorderingen ten aanzien van de immateriële schade.
In het kader van de ontvankelijkheid van de Stichting en het waarborgvereiste moet worden beoordeeld of de vergoeding van de procesfinancier op het eerste oog al dan niet onredelijk is. De hoogte van de vergoeding voor de procesfinancier mag niet zodanig zijn dat de vrouwen worden benadeeld of dat een onaanvaardbare prikkel bestaat voor de procesfinancier om aan te sturen op een nadelige uitkomst voor de vrouwen.
Met de procesfinancier is afgesproken dat deze 25% van de potentiële schadevergoeding ontvangt. Daarnaast is afgesproken dat de procesfinancier al haar gemaakte kosten tot een maximum van 5% in rekening mag brengen op de potentiële schadevergoeding. Dit betekent dus dat minimaal (95% minus 25% =) 71,25% van de schadevergoeding aan de vrouwen zal toekomen; de procesfinancier kan dus mogelijk 28,75% van de schadevergoeding ontvangen.
In de Nederlandse jurisprudentie is bepaald dat een bandbreedte van 10 tot 25% als de maximale vergoeding voor een procesfinancier kan worden gezien. De rechtbank is van oordeel dat de Stichting voldoende heeft onderbouwd waarom een vergoeding van meer dan 25% redelijk is. De Stichting heeft onderbouwd dat het de bedoeling is dat zij de kosten van de procedure wil verhalen op Bayer middels een reële proceskostenveroordeling of een gelijke afspraak daarover in een schikking. Verder heeft de Stichting gesteld dat het nog onzeker is welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen door middel van een (proceskosten)veroordeling of schikking. Ook is de hoogte van de te maken kosten nog onzeker. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat de Stichting voldoende heeft onderbouwd dat de overeengekomen vergoeding(swijze) niet onredelijk hoog is. Ook dit vormt dus geen probleem voor de ontvankelijkheid van de Stichting.
De overwinning van de Stichting laat zien dat zowel de toepasselijkheid van de WAMCA als de ontvankelijkheid van stichtingen eenvoudig en praktisch toegepast kan worden.
Hebt u vragen over de WAMCA? Neem dan contact met Lennart Hoeksema, Arnout Koeman of één van onze andere WAMCA-specialisten.
Advocaat
Advocaat