
Advocaat

Advocaat & Counsel
Op 14 maart 2025 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in het kader van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (“WAMCA”) (ECLI:NL:HR:2025:388). De Hoge Raad buigt zich onder andere over de vraag of verlenging van de zogeheten driemaandentermijn voor het uitbrengen van een dagvaarding op de voet van artikel 1018d lid 2 Rv algemene werking heeft, dan wel enkel geldt voor de rechtspersoon die om verlenging heeft verzocht. De Hoge Raad is duidelijk: een verlenging van de driemaandentermijn heeft geen algemene werking – deze geldt enkel voor de rechtspersoon die de verlenging heeft verzocht.
De zaak draait om de collectieve vorderingen die verschillende stichtingen hadden ingesteld tegen Apple. Apple is op 4 oktober 2021 gedagvaard door Stichting Right to Consumer Justice (“Stichting RCJ”). Ingevolge artikel 1018d lid 1 Rv hebben andere stichtingen die een vergelijkbare collectieve vordering willen instellen drie maanden de tijd om tevens hun collectieve vordering in te stellen – in dit geval dus tot 4 januari 2022.
In artikel 1018d lid 2 Rv is bepaald dat een rechter deze driemaandentermijn op verzoek van een andere rechtspersoon die ook een procedure wil starten, kan verlengen. In dit geval heeft de rechter op verzoek van een andere stichting, Stichting App Stores Claims (“Stichting ASC”), de driemaandentermijn met nog eens drie maanden verlengd – in dit geval tot 4 april 2022. Deze (rol)beslissing is op 29 november 2021 gepubliceerd in het centraal register voor collectieve vorderingen. Stichting ASC heeft Apple binnen deze verlengde termijn gedagvaard.
Een andere stichting, Stichting Consumenten Competition Claims (“Stichting CCC”), heeft Apple eveneens gedagvaard in de verlengde termijn – namelijk op 31 maart 2022. Dit betekent dat de Stichting CCC haar dagvaarding heeft uitgebracht buiten de oorspronkelijke driemaandentermijn. In de procedure is het vervolgens de vraag of Stichting CCC ontvankelijk kan worden verklaard in haar collectieve vorderingen, nu de dagvaarding van Stichting CCC buiten de driemaandentermijn is uitgebracht.
In eerste aanleg verklaart de rechtbank Stichting CCC niet-ontvankelijk, omdat zij Apple niet binnen de wettelijke driemaandentermijn heeft gedagvaard. Daarbij oordeelt de rechtbank dat een termijnverlenging zoals bedoeld in artikel 1018d lid 2 Rv geen algemene werking heeft; de aan Stichting ASC verleende verlenging geldt alleen voor Stichting ASC.
Stichting CCC is het hier niet mee eens en er wordt sprongcassatie ingesteld.
De Hoge Raad is het eens met het oordeel van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat een verlenging van de driemaandentermijn op grond van artikel 1018 lid 2 Rv geen algemene werking heeft.
De Hoge Raad overweegt dat de rechter ingevolge de memorie van toelichting bij de WAMCA zijn beslissing op een verlengingsverzoek dient toe te spitsen op de concrete situatie van de rechtspersoon die om verlenging heeft verzocht. Dit betekent volgens de Hoge Raad dat moet worden aangenomen dat een verlenging dus enkel voor deze rechtspersoon geldt en dus geen algemene werking heeft. Volgens de Hoge Raad strookt deze uitleg ook met het ontbreken van een vereiste dat een beslissing tot termijnverlenging in het centraal register collectieve vorderingen wordt aangetekend.
Voor stichtingen die een vergelijkbare collectieve vordering willen instellen, is het van belang om de collectieve vorderingen zoals gepubliceerd in het centraal register collectieve vorderingen goed in de gaten te houden. Hoewel het begrijpelijk is dat Stichting CCC (tevens) naar de gepubliceerde rolbeslissing van de rechtbank met de verlenging van de driemaandentermijn voor Stichting ASC heeft gekeken, blijft de publicatie van een uittreksel van de dagvaarding in het centraal register collectieve vorderingen in dergelijke gevallen leidend voor de start van de driemaandentermijn. Als deze organisatie meer dan drie maanden nodig heeft om de zaak voor te bereiden, dan dient zij zelf binnen één maand gemotiveerd om een verlenging van de driemaandentermijn bij de rechtbank te verzoeken. Er mag dus niet worden afgegaan op rolbeslissingen met betrekking tot termijnverlengingen voor andere stichtingen die wellicht in het centraal register voor collectieve vorderingen worden gepubliceerd.
Heeft u vragen over de WAMCA? Neem dan contact met Lennart Hoeksema, Arnout Koeman of één van onze andere WAMCA-specialisten.
Advocaat
Advocaat & Counsel