30 april 2025

ACM waarschuwt levensmiddelensector: controleer uw duurzaamheidsclaims

30 april 2025

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft recentelijk een duidelijke oproep gedaan aan bedrijven in de levensmiddelensector: controleer en verbeter uw duurzaamheidsclaims. Deze oproep is niet vrijblijvend. De ACM benadrukt dat zij actief toezicht zal gaan houden op de naleving van de regels en, indien nodig, handhavend zal optreden. Wat betekent dit voor bedrijven in de levensmiddelensector?

Waarom deze oproep?

Duurzaamheidsclaims spelen een steeds grotere rol in de marketing van levensmiddelen. Consumenten willen bewuste keuzes maken en duurzaamheid meewegen in hun aankoopbeslissingen. De ACM constateert echter dat veel claims in de levensmiddelensector onduidelijk zijn. Dit ondermijnt niet alleen het vertrouwen van consumenten, maar kan ook leiden tot oneerlijke concurrentie tussen bedrijven. Zo is volgens de ACM bijvoorbeeld niet altijd duidelijk waar labels, logo’s en keurmerken voor staan, of wat een duurzaamheidsclaim precies inhoudt.

De ACM heeft eerder al duurzaamheidsclaims in andere sectoren, zoals kleding, energie en transport, onder de loep genomen. Nu is de levensmiddelensector aan de beurt.

De Leidraad Duurzaamheidsclaims: de basis voor compliance

De ACM verwijst bedrijven naar de vernieuwde Leidraad Duurzaamheidsclaims (2023). Deze leidraad bevat vijf vuistregels waaraan duurzaamheidsclaims moeten voldoen:

  1. Gebruik duidelijke, specifieke en volledige duurzaamheidsclaims;
  2. Onderbouw de duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel;
  3. Maak eerlijke vergelijkingen met andere producten of concurrenten;
  4. Beschrijf toekomstige duurzaamheidsambities concreet en meetbaar;
  5. Visuele claims en keurmerken moeten behulpzaam en niet verwarrend zijn.

Wat staat er op het spel?

De ACM heeft aangekondigd dat zij na deze oproep actief zal controleren of bedrijven hun duurzaamheidsclaims hebben aangepast. Indien claims niet voldoen, dan heeft te ACM aangekondigd te kunnen gaan handhaven. Bedrijven die duurzaamheidsclaims gebruiken die niet voldoen aan de Leidraad Duurzaamheidsclaims, kunnen mogelijk een geconfronteerd worden met een boete of een last onder dwangsom.

Wat kunt u als bedrijf doen?

Om risico’s te vermijden en niet de wet te overtreden, is het essentieel dat bedrijven nu actie ondernemen. Enkele praktische tips:

  1. Inventariseer uw duurzaamheidsclaims.
    Breng alle claims in kaart die u gebruikt op producten, in advertenties en in winkels;
  2. Toets uw claims aan de Leidraad Duurzaamheidsclaims.
    Controleer of uw claims voldoen aan de vijf vuistregels van de ACM zoals beschreven in de Leidraad Duurzaamheidsclaims;
  3. Werk samen met experts.
    Laat uw claims juridisch en inhoudelijk beoordelen door specialisten. Dit kan helpen om risico’s te identificeren en te verminderen;
  4. Communiceer transparant.
    Zorg dat uw claims begrijpelijk zijn voor consumenten en ondersteun ze met duidelijke informatie;
  5. Blijf up-to-date.
    Houd ontwikkelingen in wet- en regelgeving rondom duurzaamheidsclaims nauwlettend in de gaten.

Conclusie

De oproep van de ACM is een duidelijke waarschuwing aan de levensmiddelensector: zorg dat uw duurzaamheidsclaims eerlijk, duidelijk en onderbouwd zijn. Zo niet, dan kan de ACM gaan overgaan tot handhaving.

Heeft u hulp nodig bij het beoordelen of aanpassen van uw duurzaamheidsclaims? Wij helpen u graag om risico’s te vermijden en uw claims in overeenstemming met de wet te brengen. Neem dan gerust contact op met Arnout Koeman, of een van onze andere specialisten.

Auteur
Mr. A. A. (Arnout) Koeman

Advocaat & Counsel

Deze berichten vindt u mogelijk ook interessant

Monika Beck
Monika Beck
Advocaat
Consultatie herziening DAEB-staatssteunregels: Een middel tegen de huisvestingscrisis?
Tot en met 31 juli 2025 organiseert de Europese Commissie een consultatie over de herziening van de staatssteunregels voor Diensten van Algemeen Economisch Belang (“DAEB”). In deze consultatie wenst de Europese Commissie informatie uit de markt te verzamelen over de toepassing van de DAEB-regels en eventuele verbeterpunten. Deze consultatie is met name relevant voor overheidslichamen, aanbieders van sociale huisvesting en ontwikkelaars die betrokken zijn bij woningbouwprojecten en het realiseren van betaalbare huisvesting, aangezien zij regelmatig worden beperkt ten aanzien van de mogelijkheid tot publieke financiering voor deze projecten. De Europese Commissie wenst de DAEB-regels hier op aan te passen, zodat meer woningbouwprojecten binnen de kaders van het staatssteunrecht gerealiseerd kunnen worden. Wat zijn de DAEB-staatssteunregels?  De DAEB-regels bieden een juridisch kader waarbinnen overheden staatssteun mogen verlenen aan organisaties die diensten van algemeen economisch uitvoeren. Dit zijn diensten die van algemeen belang worden geacht binnen de maatschappij maar welke doorgaans niet rendabel zijn, zoals de realisatie sociale woningbouw. Het doel is om te waarborgen dat deze steun niet leidt tot oneerlijke concurrentie binnen de Europese interne markt. De regels bepalen onder welke voorwaarden en tot welk bedrag steun mag worden verleend, zonder voorafgaande goedkeuring van de Europese Commissie. Waarom deze DAEB-regels herzien?  De Europese Commissie ziet de noodzaak om de regels te moderniseren, mede vanwege de aanhoudende huisvestingscrisis binnen de gehele EU. Met de herziening wil de Commissie het voor lidstaten eenvoudiger en sneller maken om steun te verlenen voor betaalbare en energie-efficiënte woningen. Daarnaast worden enkele technische aanpassingen voorgesteld om de toepassing van de regels te verbeteren. Uw input gevraagd  De consultatie biedt overheidslichamen en andere belanghebbenden de kans om hun ervaringen en wensen te delen. Dit is hét moment om knelpunten uit de praktijk aan te kaarten en mee te denken over de toekomst van staatssteun voor woningbouw. Praktische informatie  Periode: 5 juni – 31 juli 2025 Locatie: online Heeft uw organisatie te maken met woningbouwprojecten en staatssteun? Neem deel aan de consultatie door middel van beantwoording van de vragenlijst en draag bij aan betere regels voor betaalbare huisvesting! Indien u daarbij assistentie wenst, of indien u andere staatssteunvragen heeft, aarzel dan niet contact op te nemen met Monika Beck of een van onze andere specialisten.
Marnix van Hemert
Marnix van Hemert
Advocaat
Annotatie Tijdschrift voor Bouwrecht: eerste uitspraak na het Didam II-arrest
Voor het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR 2025/73), heeft Marnix van Hemert een annotatie geschreven bij de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 17 december 2024 (ECLI:NL:OGHACMB:2024:256). De uitspraak betreft de eerste uitspraak na het Didam II-arrest in het Caribisch gebied, die ingaat op het spanningsveld tussen maatschappelijk gegroeide rechten en de Didam-regels op Curaçao. In de annotatie toetst Marnix de privaatrechtelijke verhandelbaarheid van schaarse rechten aan de juridische grondslag voor het bieden van mededingingsruimte conform de Didam-regels. Ook gaat Marnix tevens in op de wenselijkheid van Didam-beleid voor overheidslichamen. In de annotatie wordt door Marnix betoogd dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in de onderhavige kwestie niet naar behoren zijn nageleefd en derhalve niet stroken met de Didam-regels, omdat er in de voorliggende kwestie sprake is van de privaatrechtelijke verhandelbaarheid van een schaars recht tussen private partijen, zonder tussenkomst van een overheidslichaam, noch van toepassing van de Didam-regels, bij gebreke van specifiek Didam-beleid. De privaatrechtelijke verhandelbaarheid van schaarse rechten lijkt niet te stroken met de verplichtingen voor overheidslichamen voortvloeiende uit de Didam-arresten. Om die reden, doet Marnix de aanbeveling dat de Caribische landen van het Koninkrijk duidelijke procedurele regels voor gronduitgifte dienen opstellen in lijn met het Didam-arrest. Afsluitend betoogt Marnix de wenselijkheid van zorgvuldig opgesteld Didam-beleid, ter voorkoming van het ad hoc moeten conformeren aan de Didam-regels, alsmede om het gronduitgiftebeleid van overheidslichamen toekomstbestendig te maken. Bij interesse in de annotatie of naar uw mogelijkheden op grond van het Didam-arrest, neem dan vooral vrijblijvend contact op met Marnix van Hemert.
la gro Portret-7336
Arnout Koeman
Advocaat
ACM waarschuwt levensmiddelensector: controleer uw duurzaamheidsclaims
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft recentelijk een duidelijke oproep gedaan aan bedrijven in de levensmiddelensector: controleer en verbeter uw duurzaamheidsclaims. Deze oproep is niet vrijblijvend. De ACM benadrukt dat zij actief toezicht zal gaan houden op de naleving van de regels en, indien nodig, handhavend zal optreden. Wat betekent dit voor bedrijven in de levensmiddelensector? Waarom deze oproep? Duurzaamheidsclaims spelen een steeds grotere rol in de marketing van levensmiddelen. Consumenten willen bewuste keuzes maken en duurzaamheid meewegen in hun aankoopbeslissingen. De ACM constateert echter dat veel claims in de levensmiddelensector onduidelijk zijn. Dit ondermijnt niet alleen het vertrouwen van consumenten, maar kan ook leiden tot oneerlijke concurrentie tussen bedrijven. Zo is volgens de ACM bijvoorbeeld niet altijd duidelijk waar labels, logo’s en keurmerken voor staan, of wat een duurzaamheidsclaim precies inhoudt. De ACM heeft eerder al duurzaamheidsclaims in andere sectoren, zoals kleding, energie en transport, onder de loep genomen. Nu is de levensmiddelensector aan de beurt. De Leidraad Duurzaamheidsclaims: de basis voor compliance De ACM verwijst bedrijven naar de vernieuwde Leidraad Duurzaamheidsclaims (2023). Deze leidraad bevat vijf vuistregels waaraan duurzaamheidsclaims moeten voldoen: Gebruik duidelijke, specifieke en volledige duurzaamheidsclaims; Onderbouw de duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel; Maak eerlijke vergelijkingen met andere producten of concurrenten; Beschrijf toekomstige duurzaamheidsambities concreet en meetbaar; Visuele claims en keurmerken moeten behulpzaam en niet verwarrend zijn. Wat staat er op het spel? De ACM heeft aangekondigd dat zij na deze oproep actief zal controleren of bedrijven hun duurzaamheidsclaims hebben aangepast. Indien claims niet voldoen, dan heeft te ACM aangekondigd te kunnen gaan handhaven. Bedrijven die duurzaamheidsclaims gebruiken die niet voldoen aan de Leidraad Duurzaamheidsclaims, kunnen mogelijk een geconfronteerd worden met een boete of een last onder dwangsom. Wat kunt u als bedrijf doen? Om risico’s te vermijden en niet de wet te overtreden, is het essentieel dat bedrijven nu actie ondernemen. Enkele praktische tips: Inventariseer uw duurzaamheidsclaims. Breng alle claims in kaart die u gebruikt op producten, in advertenties en in winkels; Toets uw claims aan de Leidraad Duurzaamheidsclaims. Controleer of uw claims voldoen aan de vijf vuistregels van de ACM zoals beschreven in de Leidraad Duurzaamheidsclaims; Werk samen met experts. Laat uw claims juridisch en inhoudelijk beoordelen door specialisten. Dit kan helpen om risico’s te identificeren en te verminderen; Communiceer transparant. Zorg dat uw claims begrijpelijk zijn voor consumenten en ondersteun ze met duidelijke informatie; Blijf up-to-date. Houd ontwikkelingen in wet- en regelgeving rondom duurzaamheidsclaims nauwlettend in de gaten. Conclusie De oproep van de ACM is een duidelijke waarschuwing aan de levensmiddelensector: zorg dat uw duurzaamheidsclaims eerlijk, duidelijk en onderbouwd zijn. Zo niet, dan kan de ACM gaan overgaan tot handhaving. Heeft u hulp nodig bij het beoordelen of aanpassen van uw duurzaamheidsclaims? Wij helpen u graag om risico’s te vermijden en uw claims in overeenstemming met de wet te brengen. Neem dan gerust contact op met Arnout Koeman, of een van onze andere specialisten.
Monika Beck
Monika Beck
Advocaat
Staatssteun: meerdere ondernemingen, één steunbegunstigde
In een recente uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is het belang van het “ondernemingsbegrip” binnen het staatssteunrecht benadrukt. Dit met name wat betreft de situatie waarin meerdere entiteiten als één onderneming worden beschouwd. In zulke gevallen dient alle steun die deze entiteiten hebben ontvangen bij elkaar opgeteld te worden, aangezien zij kwalificeren als één onderneming en dus één begunstigde van steun. Dit kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld toepassing van steunplafonds. De uitspraak biedt dan ook belangrijke inzichten voor bedrijven die onderdeel uitmaken van een groep en mogelijk staatssteun ontvangen. De uitspraak van het CBb In de uitspraak van 20 februari 2025 (ECLI:NL:CBB:2025:76) behandelde het CBb een zaak waarin een onderneming (hierna: Onderneming X) beroep in heeft gesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken waarin een TVL-subsidie (Tegemoetkoming Vaste Lasten) van Onderneming X is herzien en lager is vastgesteld. Op basis van dit besluit werd een bedrag van € 333.831,48 van de als voorschot ontvangen TVL-subsidie van Onderneming X teruggevorderd wegens overschrijden van het steunplafond. De minister kwam tot dit besluit aangezien Onderneming X onderdeel uitmaakte van een groep welke tot 1 december 2021 bestond uit Onderneming X, Onderneming Y en Onderneming Z. Onderneming Z is per 1 december 2021 ontbonden. Alle drie de ondernemingen hebben over verschillende perioden subsidie ontvangen op grond van de TVL-regeling. Deze TVL-regeling gaf vanaf juni 2020 financiële ondersteuning aan ondernemers met omzetverlies door coronamaatregelen. Volgens de minister was in voorliggend geval het tot en met Q1 van 2022 geldende steunplafond van € 2,3 miljoen overschreden met de TVL-subsidie aan Onderneming X. Onderneming X meende dat de terugvordering van een deel van haar subsidie onrechtmatig is, aangezien de subsidies ontvangen door Onderneming Z niet bij de totale door de groep ontvangen subsidies mogen worden opgeteld. Onderneming Z was immers per 1 december 2021 ontbonden waardoor zij op moment van zowel subsidieverlening als subsidievaststelling van de aan Onderneming X verstrekte subsidie niet tot de groep behoorde. Het CBb volgt het standpunt van Onderneming X niet en bevestigt het oordeel van de minister. De rechter oordeelde dat de drie ondernemingen als één onderneming kwalificeren in het staatssteunrecht, en dat de totale aan hen verleende steun het steunplafond niet mag overschrijden. Overschrijding van het steunplafond zou resulteren in ongeoorloofde staatssteun. Dat Onderneming Z op moment van subsidieverlening en subsidievaststelling geen onderdeel meer uitmaakte van de groep wegens ontbinding maakt dit niet anders. Doordat Onderneming Z is opgehouden te bestaan zijn de aan haar (eerder) verstrekte TVL-subsidies niet onttrokken aan de groep. Deze komen als het ware (in)direct ten goede aan de groep. Dit is ook het geval als het saldo van ontbinding is gebruikt om een belastingschuld van Onderneming Z te betalen. Ook dan kan de subsidie die door Onderneming Z is ontvangen voorafgaand aan ontbinding, (in)direct voordeel verschaffen aan de rest van de groep. Het CBb heeft gelet op het voorgaande geoordeeld dat de herziening en lagere vaststelling van de subsidie aan Onderneming X terecht is. Vaststelling van een hoger bedrag zou volgens het CBb dus ongeoorloofde staatssteun opleveren. Definitie van een onderneming binnen het staatssteunrecht In het staatssteunrecht wordt een onderneming gedefinieerd als elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering. Op basis van Unierechtelijke rechtspraak wordt het uitvoeren van economische activiteiten gedefinieerd als het aanbieden van goederen en/of diensten op een markt. Het ondernemingsbegrip binnen het staatssteunrecht is dus erg ruim, en kan vrijwel alle rechtsvormen omvatten, ongeacht of de betreffende entiteit een winstoogmerk heeft of niet. Iedere aanbieder van een goed of dienst op een markt, is in theorie een onderneming binnen het staatssteunrecht. Meerdere entiteiten als één onderneming Binnen het staatssteunrecht geldt dat meerdere afzonderlijke rechtspersonen voor de toepassing van de staatssteunregels geacht kunnen worden één economische entiteit te vormen. Zij kwalificeren dan als het ware als één onderneming. Dit was ook het geval voor de ondernemingen die deel uitmaakten van de groep in de CBb uitspraak. Bij de beoordeling of meerdere entiteiten als één onderneming kwalificeren, worden een aantal factoren in overweging genomen welke zijn ontwikkeld in Unierechtelijke rechtspraak. Er wordt met name gekeken naar de volgende factoren: Economische, organisatorische en functionele banden tussen de entiteiten; Mate van zeggenschap en controle; Gezamenlijk optreden op de markt. Gevolgen voor staatssteun De kwalificatie van meerdere rechtspersonen als één onderneming binnen het staatssteunrecht, kan negatieve gevolgen hebben voor de hoogte van de steunverlening. De steun die deze afzonderlijke rechtspersonen hebben ontvangen dient in dergelijke gevallen bij elkaar opgeteld te worden om te bepalen of de steun onder toepasselijke steunplafonds blijft. In de CBb uitspraak heeft dat negatief uitgepakt voor Onderneming X, die wegens een groepssamenstelling uit het verleden een lagere subsidievaststelling heeft ontvangen. Ook indirecte steunverlening dient in dergelijke gevallen in acht genomen te worden. Conclusie Voor bedrijven die mogelijk staatssteun ontvangen, is het cruciaal om de onderlinge verbanden tussen verschillende entiteiten zorgvuldig te analyseren. Indien hier onvoldoende aandacht aan wordt besteed, kan dit leiden tot onrechtmatige staatssteun en terugvorderingsrisico’s. Dit is bijvoorbeeld het geval als steunplafonds worden overschreden doordat steunverleningen aan verschillende entiteiten bij elkaar opgeteld moeten worden binnen de kaders van het staatssteunrecht. Heeft u vragen over dit onderwerp? Wenst u meer te weten over de kwalificatie van meerdere entiteiten als één onderneming ten behoeve van staatssteun? Neem gerust contact op met Monika Beck of één van onze andere staatssteunspecialisten.
Monika Beck
Monika Beck
Advocaat
ACM 2025: Digitale rechten, groene toekomst en eerlijke deals
De Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) heeft onlangs haar agenda voor 2025 bekendgemaakt (link). Deze agenda schetst de prioriteiten en focusgebieden van de toezichthouder voor de komende jaren. De ACM wenst zich onder andere klaar te maken voor de uitdagingen van onze tijd en heeft in dat kader drie focuspunten gedefinieerd. Ook zijn er plannen om in bepaalde sectoren marktonderzoeken uit te voeren. In onderstaande blog leest u wat de ACM komend jaar van plan is te gaan doen, en wat dit voor u kan betekenen. Focuspunten voor 2025 De ACM zal zich dit jaar concentreren op een drietal belangrijke maatschappelijk thema’s. Op deze wijze wenst de ACM een gezonde werking van deze markten te verzekeren, en de belangen van consumenten in deze snel ontwikkelende thema’s te beschermen. De focus ligt dit jaar op: Het stimuleren van een open en eerlijke digitale economie; Het versnellen van de energietransitie; en Het ontwikkelen van een duurzamere economie. De focuspunten voor 2025 zijn een voortzetting van de focus werkzaamheden voor 2024 (link). De focus uit 2024 wordt in 2025 nader geduid door meer specifieke en gerichte acties, met een sterkere nadruk op digitale innovatie, energieflexibiliteit en duurzaamheid in de toeleveringsketen. Digitale economie De Nederlandse economie wordt steeds meer gedigitaliseerd. Dit brengt enerzijds mogelijkheden tot economische groei en innovatie, maar brengt anderzijds ook risico’s met zich mee. De ACM zal daarom aandacht besteden aan het beschermen van consumenten, met name kwetsbare groepen zoals minderjarigen, en tegelijkertijd economische groei en innovatie te bevorderen. Aandachtspunten hierbij zijn onder andere: Meer toezicht op grote techbedrijven om machtsmisbruik te voorkomen; Optreden tegen misbruik, misleiding en manipulatie bij online verkoop en gaming; en Versterking van databescherming en privacyrechten van consumenten. Energietransitie Ook een snelle energietransitie heeft de ACM hoog in het vaandel staan. De ACM streeft naar een betrouwbare en duurzame energievoorziening voor alle mensen en bedrijven, nu en in de toekomst. In dat kader is de ACM onder andere van plan om komend jaar netcongestie te verminderen en flexibel netgebruik te verbeteren. Daarnaast zal de ACM duurzame energiebronnen stimuleren en nieuwe reguleringsmethodes ontwerpen voor netbeheerders voor toekomstbestendige infrastructuur. Duurzame economie De ACM ondersteunt de ontwikkeling van een duurzame economie. De focus ligt daarbij op het waarborgen van een gelijk speelveld tussen bedrijven en geven van duidelijkheid voor bedrijven bij samenwerking om duurzaamheidsdoeleinden binnen de mededingingsregels. Ook wil de ACM ervoor zorgen dat consumenten kunnen vertrouwen op duurzaamheidsinformatie van bedrijven. Marktonderzoeken In 2025 start de ACM vijf nieuwe algemene marktonderzoeken. Specifiek gaat zij kijken naar (i) dierenartspraktijken, (ii) (digitale) leermiddelen, (iii) computergestuurde consumentenprijzen, (iv) het budgetsegment voor vast internet en (v) de ontwikkeling van de waterstofmarkt. Op deze wijze kan de ACM zonder concrete vermoedens van overtredingen kijken naar het (dis)functioneren van deze markten. Zo speelt in de markt voor dierenartspraktijken dat veel praktijken de laatste jaren in handen zijn geraakt van investeringsfondsen, wat mogelijk tot forse prijsstijgingen heeft geleid. De ACM zal bij haar marktonderzoeken gebruik maken van haar nieuwe “Werkwijze marktonderzoek” welke in februari 2025 is gepubliceerd (link). In dit document beschrijft de ACM de redenen voor (de selectie van) marktonderzoeken en het proces van marktonderzoeken. Wat betekent dit voor u? De agenda van de ACM voor 2025 kan voor verschillende partijen van betekenis zijn. Voor ondernemingen is waarschijnlijk dat er verhoogde compliance-eisen zullen worden ingevoerd, met name in de digitale sector. Ook kan meer handhaving worden verwacht ten aanzien van verspreiding van (online) desinformatie over duurzaamheidsaspecten of bij wangedrag met betrekking tot online verkoop of gaming. Daarnaast worden voor ondernemingen meer kansen gecreëerd om duurzaamheidsinitiatieven te realiseren en wenst de ACM een gezond marktklimaat te stimuleren. Ook de consument kan enige verandering verwachten. Zo is bescherming van de consumentenrechten (met name binnen de focusgebieden) één van de prioriteiten van de ACM, en is zij van plan door middel van onder andere de marktonderzoeken gezonde markten en prijsvorming te realiseren voor de consument. Voor de bedrijven in de sectoren die door de ACM onderzocht worden, betekent dit dat zij vragen van de ACM moeten beantwoorden. Heeft u vragen over dit onderwerp? Of heeft u als bedrijf ondersteuning nodig bij het contact met de ACM? Neem dan gerust contact op met Monika Beck of één van onze andere specialisten.
la gro Portret-7336
Arnout Koeman
Advocaat
De Autoriteit Consument & Markt verduidelijkt het meldingsproces voor transacties
Op 19 december 2024 heeft de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) bekendgemaakt dat zij het meldingsproces voor concentraties heeft verduidelijkt en geactualiseerd (link). Een concentratie is een fusie, een overname of het opzetten van een joint venture Achtergrond Op grond van de Nederlandse mededingingswet moeten bedrijven een fusie, overname of joint venture bij de ACM melden als zij voldoen aan de volgende twee voorwaarden: de bedrijven die samengaan hebben bij elkaar wereldwijd een jaaromzet van 150 miljoen euro of meer én minimaal 2 van de bedrijven die samengaan hebben elk in Nederland een jaaromzet van 30 miljoen euro of meer. Deze melding vindt plaats door het indienen van een meldingsformulier. In dit formulier verstrekken de partijen bij de transactie (bijvoorbeeld) gegevens over de partijen en hun activiteiten, de markten waarop zij actief zijn en welke positie de partijen na de transactie op deze markten innemen (en of dat problematisch is of niet). De melding bij de ACM staat los van een melding bij bijvoorbeeld de Nederlandse Zorgautoriteit of het Bureau Toetsing Investeringen (“BTI”). Zie over een melding bij het BTI op grond van de Wet vifo onze vorige blog (link). Huidige praktijk In de huidige praktijk was het reeds gebruikelijk om (informeel) contact te zoeken met de ACM om een melding alvast aan te kondigen. Vaak werd dan door (een gemachtigde van) partijen ook al direct van de gelegenheid gebruik gemaakt om (summiere) informatie over de melding te verstrekken, zoals informatie over de partijen, (het gebrek aan) overlap op het gebied van activiteiten van partijen en het type transactie. Dit contactmoment kon vooral de snelheid bij niet-problematische meldingen ten goede komen (mits vooraf voldoende informatie werd verstrekt). Nieuwe praktijk De ACM heeft deze aankondiging voor elke melding nu verplicht gesteld en geformaliseerd door middel van een intakeformulier op haar website (link). Dit intakeformulier moet “ongeveer een week” voor de officiële melding worden ingevuld. Hiermee geven bedrijven alvast relevante informatie aan de ACM, bijvoorbeeld over het type transactie en over de activiteiten van de betrokken bedrijven. Een praktische toevoeging is ook dat partijen vooraf kunnen aangeven of zij bepaalde vragen in het meldingsformulier niet kunnen beantwoorden. Zo komt het bijvoorbeeld vaak voor dat partijen geen directe contactgegevens hebben van hun concurrenten op de markt, terwijl de ACM die informatie volgens het meldingsformulier wel moet ontvangen. In onze ervaring was de ACM in het verleden overigens bij niet-problematische meldingen niet erg strikt bij de beantwoording van deze vraag. Partijen kregen in dat geval meestal een (impliciete) ontheffing om deze gegevens te verstrekken. Vanaf nu neemt de ACM expliciet contact op met partijen om het verzoek tot het onbeantwoord te laten van vragen af te wijzen of toe te wijzen. Ten slotte heeft de ACM van de gelegenheid gebruik gemaakt om het meldingsformulier meer aan te laten sluiten op het meldingsformulier van de Europese Commissie. Zo verplicht de ACM de partijen nu in het meldingsformulier om een samenvatting op te stellen voor de Staatscourant en moeten de NACE codes (i.e., activiteitcodes van een bedrijf link) worden opgenomen. De Europese Commissie vraagt vergelijkbare informatie op in haar eigen meldingsformulier. Analyse Wij verwelkomen deze ontwikkelingen. Dit is de meest recente stap in een langer lopend proces van de ACM om het meldingsproces te vereenvoudigen. Tegelijkertijd verlagen hiermee de lasten voor bedrijven tijdens de meldingsprocedure. Dit proces begon een aantal jaar terug met de mogelijkheid om een melding digitaal bij de ACM in te dienen. Het heeft nu tot een intakeformulier op haar website geleid. Vooral voor de meldingen waar de ACM direct al geen problemen ziet (bijvoorbeeld omdat de partijen bij de transactie geen overlap hebben in hun activiteiten), zullen deze maatregelen naar verwachting leiden tot snellere doorlooptijden. Tegelijkertijd geeft dit de ACM meer ruimte voor de meldingen die problematischer lijken. Vragen Heeft u vragen over dit onderwerp? Of heeft u als bedrijf ondersteuning nodig met een melding bij de ACM? Neem dan gerust contact op met Arnout Koeman of één van onze andere specialisten.