Langdurige ziekte van een werknemer kan een grondslag vormen voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, mits:
de wettelijke (eventueel verlengde) loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte (‘de wachttijd’) is doorlopen, en
aannemelijk is dat herstel en het uitvoeren van aangepast werk niet in de rede liggen.
Gaat de werkgever tot opzegging over, dan is daarbij de wettelijke transitievergoeding verschuldigd. De verleiding bestaat dan ook om de arbeidsovereenkomst niet op te zeggen, maar ‘slapend’ te laten voortbestaan, zonder financieel af te wikkelen; loon is na afloop van de wettelijke ziekteperiode immers niet meer verschuldigd.
In 2019 oordeelde de Hoge Raad dat een werkgever uit hoofde van goed werkgeverschap moet instemmen met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Dit is alleen niet verplicht als de werkgever nog een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, zoals bij het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden. Het naderen van de pensioengerechtigde leeftijd is in dat kader geen gerechtvaardigd belang.
Eind maart 2024 verduidelijkte de Hoge Raad dat een beroep op zo’n uitzondering moet worden beoordeeld op het moment dat de werknemer het verzoek tot beëindiging doet. Bij deze beoordeling moeten ook relevante feiten en omstandigheden van vóór en na het voorstel worden meegenomen.
Overigens compenseert het UWV vaak de transitievergoeding die aan een langdurig zieke werknemer wordt betaald. De transitievergoeding moet dan wel berekend worden tegen de datum waarop de wachttijd afliep (en bijvoorbeeld niet tegen de daadwerkelijke beëindigingsdatum). Anders betaalt de werkgever meer dan hij gecompenseerd krijgt. In het coalitieakkoord van 16 mei 2024 is voorgenomen deze regeling te wijzigen, maar concreet is dat voornemen nu nog niet. Wij schreven hier ook over in ons kwartaalsignaal van juli 2024 .
Heeft u vragen?
Heeft u vragen over een zieke werknemer of compensatie van transitievergoeding door het UWV? Heeft u een andere vraag? Met expertise op achttien rechtsgebieden denkt La Gro graag breed met u mee. Neem dan vooral contact op met Gerard Zuidgeest of één van mijn collega-experts.