Van een aandeelhouder die het belang van de vennootschap schaadt, kan onder omstandigheden een overdracht van de aandelen worden gevorderd. De Rechtbank Amsterdam heeft op 10 februari 2022 in kort geding een vordering tot overdracht van aandelen toegewezen. Dit is een verstrekkende maatregel. In deze blog zal aan de hand van voornoemde uitspraak, de mogelijkheid tot het instellen van een vordering tot overdracht van aandelen in kort geding worden besproken.
Geschillenregeling
Op grond van artikel 2:336 lid 1 BW kunnen aandeelhouders, die alleen of gezamenlijk ten minste een derde van het geplaatste kapitaal verschaffen, van een aandeelhouder die door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijk niet kan worden geduld, in rechte vorderen dat hij zijn aandelen overdraagt.
Overdracht van aandelen in kort geding
Feiten
Op 10 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam een vordering van een aandeelhouder tot overdracht van de aandelen van een medeaandeelhouder toegewezen. Twee aandeelhouders, die beiden vijftig procent van de aandelen hielden en tevens bestuurder waren, exploiteerden gezamenlijk een kinderopvang. Gedaagde is, als gevolg van een burn-out, tijdelijk teruggetreden als bestuurder van de vennootschap. Na het herstel heeft gedaagde gemeld graag terug te willen keren in de functie van bestuurder. Zowel haar medeaandeelhouder als de raad van toezicht hebben kenbaar gemaakt de wens van gedaagde niet te delen. Het personeel heeft aangegeven dat sinds gedaagde niet meer op de werkvloer aanwezig is er meer rust binnen het bedrijf is. Ook zou gedaagde volgens een lid van de raad van toezicht niet geschikt zijn voor de werkzaamheden die voorheen werden uitgevoerd. Gedaagde start een procedure bij de Ondernemingskamer en verzoekt om onderzoek naar het beleid en de gang van zaken. In reactie daarop heeft eiser, tevens aandeelhouder van de vennootschap, een kort geding gestart om gedaagde te bewegen tot overdracht van de aandelen.
Kan een overdracht van aandelen in kort geding worden gevorderd?
De voorzieningenrechter overweegt dat een patstelling tussen twee vijftig procent aandeelhouders kan worden doorbroken indien dit in het belang van de vennootschap is en indien het belang van de andere aandeelhouder dat vergt. Op korte termijn moeten besluiten worden genomen over substantiële investeringen en moet de jaarrekening worden vastgesteld. Daarmee is het spoedeisend belang gegeven.
Vervolgens overweegt de voorzieningenrechter dat gedaagde zich schuldig heeft gemaakt aan wangedragingen die het belang van de vennootschap zodanig schaden dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer kan worden geduld. Gedaagde heeft een conflict met haar medeaandeelhouder, de raad van toezicht en andere personeelsleden. Haar handelswijze was uitsluitend gericht op haar terugkeer als statutair bestuurder. Hierbij is het belang van de vennootschap uit het oog verloren. Er is al met al sprake van een onhoudbare situatie die ingrijpen in kort geding rechtvaardigt. De voorzieningenrechter wijst de vordering tot overdracht van de aandelen door gedaagde aan eiser toe.
Kritiek
De geschillenregeling die Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kent, is niet heel populair. Vaak wordt als nadeel gezien dat de regeling aanvangt bij de gewone rechtbank, terwijl de Ondernemingskamer veelal meer geschikt wordt geacht voor dergelijke geschillen. De Ondernemingskamer heeft momenteel niet de mogelijkheid om in eerste aanleg te beslissen tot uitstoting van een aandeelhouder. In de praktijk lijkt wel behoefte te bestaan aan die mogelijkheid.
In 2019 is het Voorontwerp Wagevoe, dat ziet op aanpassing van de geschillenregeling, in consultatie gegaan.[1] Het wetsvoorstel beoogt de effectiviteit van de geschillenregeling te verbeteren. Het wetsvoorstel bevat geen mogelijkheid om een vordering tot uitstoting in eerste aanleg bij de Ondernemingskamer aanhangig te maken. Er is door diverse partijen kritiek geuit op het wetsvoorstel. De Minister voor Rechtsbescherming heeft aangekondigd het streven te hebben om het wetsvoorstel voor het einde van het jaar voor advies aanhangig te maken bij de Raad van State.
Conclusie
De mogelijkheid om bij de Ondernemingskamer een procedure aanhangig te maken waarin uitstoting wordt gevorderd bestaat voorlopig nog niet. Desalniettemin blijkt uit voorgaande dat er in kort geding wel mogelijkheden zijn om op een efficiënte wijze een aandeelhoudersgeschil op te lossen.
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen over dit onderwerp of uw situatie? Neem dan contact op met Anouk van Winden.