Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad in het Didam-arrest een baanbrekende uitspraak gedaan over de uitgifte van percelen grond door overheidslichamen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat overheidslichamen bij privaatrechtelijk handelen gebonden zijn aan het gelijkheidsbeginsel en om die reden gelijke kansen moet bieden aan potentiële gegadigden. Een overheidslichaam moet bij privaatrechtelijk handelen derhalve mededingingsruimte bieden en transparantie betrachten, tenzij er redelijkerwijs geconcludeerd kan worden dat er op grond van objectieve, toetsbare en redelijke selectiecriteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de uitgifte. Op 15 november 2024 heeft de Hoge Raad het zogenoemde Didam II-arrest gewezen, waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat overeenkomsten gesloten in strijd met de Didam-regels geen nietigheid of vernietigbaarheid tot gevolg hebben, maar dat het overheidslichaam schadeplichtig kan zijn op grond van de onrechtmatige daad.
De essentie van het Didam-arrest
In het Didam-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat overheidslichamen op grond van het gelijkheidsbeginsel mededingingsruimte moeten bieden aan potentiële gegadigden bij privaatrechtelijke transacties. Dit betekent dat een overheidslichaam in beginsel een selectieprocedure moet organiseren, waarin aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke selectiecriteria een contractspartner wordt verkozen. Hierbij dient een passende mate van openbaarheid gewaarborgd te worden door tijdig verstrekken van informatie over:
de beschikbare onroerende zaak,
de selectieprocedure,
het tijdsschema,
de toe te passen selectiecriteria.
De Hoge Raad heeft in het arrest ook een uitzondering geformuleerd op de selectieprocedure, de zogenaamde “tenzij-clausule”. De selectieprocedure is verplicht tenzij aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria kan worden vastgesteld dat redelijkerwijs sprake is van slechts één gegadigde. Deze vaststelling dient tijdig gemotiveerd te worden in een openbare aankondiging, waarin een overheidslichaam haar voornemen tot uitgifte aan één specifieke kandidaat motiveert.
La Gro en Didam
La Gro is een gevestigde naam in Didam-procedures en staat zowel overheden als particulieren bij in openbare selectieprocedures en bij de toepassing van de uitzonderingsgrond van het Didam-arrest, te weten: als er sprake is van slechts één serieuze gegadigde. We begeleiden overheden bij Didam-transacties, het opstellen van specifiek Didam-beleid dan wel het opstellen van een Didam-publicatie, en treden in rechte op in Didam-procedures. Bovendien voorzien wij private partijen van juridisch advies en begeleiden wij hen bij (de voorbereiding op) Didam-procedures.
Onze expertise is breed. We hebben ervaring met alle Didam-gerelateerde uitgiften. Van (sociale) woningbouw tot erfpacht en huur-gerelateerde kwesties. Wij helpen projectontwikkelaars met de realisatie van hun woningproject en overheden bij de door hen beoogde (sociale) woningbouwontwikkeling. Onze visie bij Didam-gerelateerde kwesties is simpel. Wat is er mogelijk? Vaak is dat meer dan in eerste instantie wordt gedacht.
Benieuwd naar uw mogelijkheden op grond van het Didam-arrest? Neem vooral vrijblijvend contact op met Niek Hoogwout of Marnix van Hemert.
Webinars
Gegeven de vele vragen die spelen rondom het Didam-arrest, heeft La Gro in totaal 10 webinars en een seminar georganiseerd. Hierin is aandacht besteed aan verschillende kwesties die spelen rondom het arrest, zoals de mogelijke gevolgen voor overeenkomsten die strijdig zijn met het arrest en de uitzonderingen op de verplichte selectieprocedure. Daarnaast hebben we stil gestaan bij de mogelijkheden die voortvloeien uit het Didam-arrest en de daarbij horende beleidsvrijheid van overheidslichamen als het gaat om de ruimtelijke invulling en ontwikkeling, het inzetten van grondposities en (sociale) woningbouw.