Ontwerp zonder titel (19)

ESG

Environment, Social and Governance

ESG is een cruciaal aandachtspunt voor ondernemers, NGO’s, (lokale) overheden, aandeelhouders, belanghebbenden, financiers en verzekeraars. De verwachtingen in dit dynamische landschap zijn bijzonder hoog en de ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Het is daarom van belang op de hoogte te blijven en te begrijpen wat de ESG-risico’s zijn en waar de kansen voor uw organisatie liggen. Vanuit ESG perspectief draait succesvol ondernemen niet langer om kortetermijnwinst maar om langetermijnwaardecreatie. Wie nu vooruitdenkt, zal hier later financieel en bedrijfseconomisch de vruchten van plukken.

Ons multidisciplinair ESG-team navigeert cliënten uit diverse sectoren door de verschillende ESG-thema’s en het bijbehorend juridische kader. Het team combineert juridische en commerciële deskundigheid en maatschappelijke betrokkenheid om ondernemingen en organisaties te helpen waarde te genereren via hun ESG-strategie, -beleid en (langetermijn) duurzaamheidsdoelstellingen.

Onze services bestaan uit het geven van boardroomadvies tot het implementeren van beleid en specifieke projecten.

Hiervoor kunt u bij ons terecht

In samenwerking met ketenpartners helpen onze specialisten bedrijven bij het naleven van de rapportage- en openbaarmakingsverplichtingen met betrekking tot ESG-informatie (non-financial reporting) een en ander in het kader van bestaande en toekomstige Europese en nationale wet- en regelgeving (o.a. CSRD).

Deze dienstverlening omvat onder meer het adviseren over de relevante rapportagestandaarden en -richtlijnen, het verstrekken van juridisch advies over openbaarmakingsverklaringen en de behandeling van claims. Het belang van heldere en eenduidige verslaggeving wordt daarbij ondertekend.

 

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Mathijs Arts

In samenwerking met ons M&A-team voeren wij juridische due diligence uit op het gebied van ESG binnen uw eigen supply chain of bij doelwitvennootschappen in het kader van fusies, overnames, joint ventures en andere investeringen. Dit onderzoek is er specifiek op gericht om potentiële ESG-risico’s te identificeren maar ook om te beoordelen waar de kansen liggen op verbetering en voor de langetermijnwaardecreatie.

Een dergelijk onderzoek kan onder meer bestaan uit het beoordelen van het duurzaamheidsbeleid, de bestaande en toekomstige rapportageverplichtingen, milieu- en sociale vergunningen, arbeidspraktijken en veilige werkomgeving, productaansprakelijkheid, reputatierisico’s en kwetsbaarheden binnen de supply chain.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Mathijs Arts.

Onze specialisten adviseren bedrijven en organisaties over de inrichting van hun bestuursmodel, intern toezicht en medezeggenschap van derden zoals cliënten, patiënten, werknemers etc. Daarbij is oog voor het prioriteren van ESG-onderwerpen en duurzame ontwikkelingsdoelen op de bestuurlijke agenda.

Bij de advisering kijken onze specialisten naar best practices uit de praktijk en de richtlijnen van de bestaande governance codes. Onze specialisten leggen de afspraken in dit kader vast in reglementen of overeenkomsten en werken samen met ketenpartners voor het borgen van de afspraken in statuten.
Wij adviseren daarbij organisaties en ondernemingen voorts over het omgaan met verschillende stakeholders, zoals investeerders/aandeelhouders, NGO’s, lokale gemeenschappen, overheidsinstanties en werknemers met betrekking tot ESG-kwesties. Deze advisering omvat onder meer het ontwikkelen van communicatiestrategieën, onderhandelen met stakeholders en het omgaan met potentiële conflicten.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Michelle Collins.

Vanwege het steeds toenemende belang van duurzaamheid neemt misbruik van duurzaamheidsreferenties toe. Het overdrijven van die duurzaamheidsreferenties kan leiden tot greenwashing en is onder omstandigheden een onrechtmatige wijze van het aantrekken van klanten of investeerders of het oppoetsen van de reputatie.

Niet alleen toezichthouders zoals ACM en AFM zijn actief met het opsporen en bestrijden van greenwashing ook binnen de civiele rechtspraktijk wordt steeds vaker geprocedeerd over vermeende en/of overdreven duurzaamheidsreferenties.

De leden van ons ESG-team adviseren organisaties niet alleen over hun beleid en rapportage maar ook over geoorloofd refereren aan het beleid, het procederen over greenwashing en bescherming van consument- en investeerder tegen onrechtmatig handelen.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Patrycja Chelmiak.

Binnen het bestuursrecht adviseren de leden van het ESG-team over vergunningen, handhaving, subsidies, stimuleringsmaatregelen en andere overheidsregelingen op het gebied van met name milieu en duurzaamheid.

Deze advisering kan onder meer bestaan uit het identificeren van subsidiemogelijkheden en vergunningsverplichtingen, indienen van subsidie-/vergunningaanvragen, het begeleiden van subsidie-/vergunningsprocedures en het treffen van of verweren tegen handhavingsacties omvatten.
Bovendien adviseert of team lokale overheden bij het borgen van hun duurzaamheidsbeleid bij verstrekking van vergunningen en subsidies.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Cato Blankenstein.

De vastgoedmarkt is sterk gereguleerd. Niet alleen voor wat betreft verhuur maar ook voor wat betreft de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Bedrijfsonroerend goed is onderhevig aan diverse energievereisten en verduurzamingsdoelstellingen.
Onze advocaten adviseren eigenaren en gebruikers over de verschillende verplichtingen en verdeling hiervan. Afdwingen van rechten en bevoegdheden in het kader van genoemde verplichtingen is niet zelden een bodem van onrust of zelfs geschillen waarbinnen onze specialisten een belangrijke rol vervullen.

Kennis van certificering is key voor goed advies of het nu LEED, BREEAM of NABERS betreft, als lid van de Dutch Green Building Council, kennen onze specialisten de verschillende aandachtspunten en specifieke criteria/ vereisten.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Coen Verhaegh.

Binnen het arbeidsrecht wordt al gesproken van ‘groene arbeidsvoorwaarden’ waarmee de werkgever middels zijn arbeidsvoorwaarden probeert niet alleen de eigen uitstoot maar ook de persoonlijke uitstoot van zijn personeel te verminderen.

Binnen het ESG-team is kennis van de wijze waarop arbeidsvoorwaarden maar ook allerhande andere contracten ‘vergroent’ kunnen worden en waar de grenzen van de mogelijkheden liggen.

Steeds vaker wordt naast een contractuele relatie het gezamenlijke beleid om de uitstoot van betrokken partijen te verminderen en om CO2-doelstellingen te behalen vastgelegd in bindende afspraken of verstrekkende intenties.

Meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Michelle Collins.

Wat is ESG?

ESG staat voor Environmental, Social en Governance. ESG is een rating die bedrijven krijgen op de drie centrale factoren van duurzaamheid en is een onderdeel van de waardering van bedrijven en van belang voor het meten van de duurzaamheid van een belegging.

Duurzaamheid in het kader van ESG bestaat naast de milieucriteria als gevolg van klimaatverandering, energietransitie en biodiversiteit uit aspecten gelegen binnen de noemers ‘maatschappij’ en ‘governance’.

De ESG winnen aan belang en worden steeds vaker meegenomen door investeerders, contractspartijen en ook werknemers bij hun keuze met welke partij zij in zee gaan.

Environment: De milieucriteria bepalen in hoeverre een bedrijf bijdraagt aan het oplossen van de milieu-uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd, zoals gas-emissies, watervervuiling en bijvoorbeeld ontbossing. Het Parijs-akkoord, de Europese doelstellingen en een emissievrije economie zijn hierbij uitgangspunten.

Social: Het sociale aspect gaat er onder meer over hoe het bedrijf zijn werknemers behandelt, d.w.z. het beheer van menselijk kapitaal binnen de organisatie. Onderwerpen als kansen, gelijkheid (loonkloof), diversiteit & inclusie, arbeidsomstandigheden en een veilige werkomgeving zijn belangrijke elementen.

Governance: Vanuit governance aspecten wordt gekeken hoe een bedrijf financieel en beleidsmatig wordt gerund. Belangrijke elementen in dit verband zijn toplonen, belastingen en aanverwant beleid, corruptiepreventie, omkoping en fraude en financiële structuur. Ook bestaat er aandacht voor de positie van de organisatie binnen de maatschappij en diens betrokkenheid bij politiek en samenleving.

Bel: 0172-503 250

Publicaties

Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Decarbonisatie loont
Decarbonisatie Loont: De Belangrijkste Inzichten uit het ABN AMRO Rapport In januari 2025 verscheen het rapport Decarbonisatie loont van ABN AMRO Economisch Bureau. Dit rapport biedt een diepgaand inzicht in de voordelen en uitdagingen van investeren in koolstofarme technologieën. Het rapport richt zich op de economische, milieu- en strategische implicaties van decarbonisatie binnen de Nederlandse economie en de bredere Europese context. Decarbonisatie is een term die verwijst naar de transitie naar een postfossiele, koolstofdioxidevrije economie en naar het verlagen van de CO2-emissies, met name in de energiesector. In het decarbonisatieproces worden fossiele brandstoffen vervangen door CO2-vrije, hernieuwbare energiebronnen om de uitstoot van CO2 te verminderen of volledig te vermijden. Door decarbonisatie zal onze energievoorziening ingrijpend veranderen. Bron: ABN AMRO Economisch Bureau – Decarbonisatie loont, januari 2025. Uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem (ETS-II) Een van de meest relevante punten in het rapport is de uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem met ETS-II in 2027. Dit systeem zal vrijwel alle bedrijven in de Nederlandse economie stimuleren om te investeren in decarbonisatie. Het rapport benadrukt dat deze uitbreiding bedrijven niet alleen verplicht om hun broeikasgasemissies te verminderen, maar hen ook de kans biedt om te profiteren van economische voordelen door vroegtijdig in te zetten op koolstofarme technologieën. Financieel voordeel van vroegtijdige investeringen Volgens het rapport is het financieel voordeliger om op korte termijn te investeren in decarbonisatie dan te wachten tot de middellange of lange termijn. De investerings- en onderhoudskosten liggen tot 2029 aanzienlijk lager dan in de periode na 2030. Bedrijven die vroegtijdig investeren kunnen hierdoor niet alleen hun operationele kosten verlagen, maar ook hun concurrentiepositie versterken. Impact op de bedrijfsvoering en boncurrentiepositie Het rapport laat zien dat bedrijven die actief investeren in koolstofarme technologieën doorgaans hogere operationele marges hebben dan bedrijven die dat niet doen. Dit bevestigt het beeld dat eerder ook al door andere werd betoogd dat partijen met een stevig duurzaamheidsbeleid beter scoren dan hun minder duurzame evenknieën. Decarbonisatie wordt in het rapport gepresenteerd als een strategisch voordeel dat bedrijven helpt om zich te onderscheiden in de markt. Het rapport verwijst naar onderzoek van de VN, waaruit blijkt dat bedrijven met hoge duurzaamheidsprestaties 4,5 tot 5 keer hogere operationele marges behalen dan hun minder duurzame peers. Sectorale uitdagingen en kansen Binnen de Nederlandse economie zijn er aanzienlijke verschillen tussen sectoren als het gaat om de haalbaarheid van het behalen van de klimaatdoelen voor 2030. Terwijl sommige sectoren, zoals de papierindustrie, vooroplopen in emissiereductie, blijven andere sectoren, zoals de metaalindustrie en de chemische industrie, achter. Het rapport benadrukt dat maatwerk en sectorspecifieke strategieën cruciaal zijn voor succesvolle decarbonisatie. Innovatie en technologische ontwikkelingen Het rapport bespreekt ook de rol van innovatie in de transitie naar een koolstofarme economie. Nieuwe technologieën, zoals koolstofafvang en -opslag (CCS), waterstofproductie en batterijtechnologie, worden als cruciaal gezien voor het behalen van de klimaatdoelen. De technische gereedheid van deze technologieën varieert, maar het rapport voorspelt dat veel van deze innovaties tussen 2025 en 2050 commercieel levensvatbaar zullen worden. Investering noodzakelijke en lucratief Decarbonisatie loont maakt duidelijk dat investeren in koolstofarme technologieën niet alleen noodzakelijk is voor het behalen van klimaatdoelen, maar ook aanzienlijke economische voordelen biedt. Vroegtijdige investeringen leiden tot lagere kosten, hogere marges en een sterkere concurrentiepositie. Het rapport benadrukt het belang van een proactieve benadering van decarbonisatie, waarbij bedrijven niet alleen voldoen aan regelgeving, maar ook strategisch voordeel behalen. Wat betekent dit voor fusies en overnames? De inzichten uit Decarbonisatie loont hebben ook belangrijke implicaties voor de fusie- en overnamewereld. Bedrijven met een robuust ESG-beleid en duidelijke decarbonisatiestrategieën worden aantrekkelijker voor investeerders en kopers. Duurzaamheidsinitiatieven kunnen de waardering van een bedrijf verhogen, omdat zij niet alleen toekomstige risico’s verminderen, maar ook kansen bieden voor groei en kostenbesparingen. Daarnaast zullen bedrijven zonder duidelijke decarbonisatiestrategie mogelijk te maken krijgen met waarderingskortingen of moeilijkheden bij het aantrekken van investeringskapitaal. In due diligence-processen zal steeds meer aandacht worden besteed aan ESG-prestaties en de naleving van regelgeving, vooral gezien de aankomende uitbreiding van het EU Emissiehandelssysteem (ETS-II). Dit maakt het essentieel voor bedrijven om hun ESG-beleid te integreren in hun bedrijfsstrategie om aantrekkelijk te blijven op de fusie- en overnamemarkt. Contact Wilt u weten hoe uw bedrijf zijn waardering kan verhogen en positie in de markt kan versterker en daarmee aantrekkelijker kan worden voor investeerders, afnemers/klanten, toeleveranciers en personeel door middel van een sterke ESG- en decarbonisatiestrategie? Onze M&A– en ESG-advocaten staan klaar om u te adviseren over de impact van duurzaamheid op fusies en overnames. 
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
Vergelijking van ESG-aandachtspunten in de regels voor bestuurders: Nederlandse Corporate Governance Code versus IoD Code of Conduct
Inleiding The Institute of Directors (IoD) heeft recent een nieuwe versie van de Code of Conduct for Directors gepubliceerd. De IoD is een Britse beroepsorganisatie voor bedrijfsdirecteuren, senior bedrijfsleiders en ondernemers. Het is de langstlopende organisatie voor professionele leiders in het Verenigd Koninkrijk, opgericht in 1903. Ongeveer 75% van de FTSE 100-bedrijven heeft een IoD-lid in hun bestuur of in een senior managementpositie heeft. De vrijwillig toepasbare Code of Conduct wordt door het IoD omschreven als een praktisch hulpmiddel om bestuurders te helpen bij het maken van ‘betere keuzes’. De Code betreft een vrijwillige verbintenis van bestuurders en de bedrijven waar zij functioneren om een positieve organisatiecultuur, ethiek en integriteit te ondersteunen en te bevorderen. In deze bijdrage vergelijken we de code van de IoD met de Nederlandse Corporate Governance Code 2022. De vergelijking ziet enkel op relevante aandachtspunten voor good governance in relatie tot ESG-doeleinden. Vergelijking Duurzaamheid en ESG (Environmental, Social, Governance) zijn tegenwoordig cruciale aandachtspunten in het bestuur van ondernemingen. Zoals opgemerkt vergelijken we de ESG-gerelateerde richtlijnen uit de Nederlandse Corporate Governance Code 2022 (NCGC) en de IoD Code of Conduct for Directors 2024 (IoD-code). Beide codes bieden richtlijnen voor goed bestuur, maar doen dit vanuit verschillende culturele en juridische contexten. De NCGC is van toepassing op Nederlandse beursgenoteerde bedrijven en heeft een ‘pas toe of leg uit’ karakter. De IoD-code heeft een vrijwillig karakter voor bestuurders en bedrijven die lid zijn van het IoD. 1. Duurzame waardecreatie De NCGC benadrukt het belang van duurzame lange-termijnwaardecreatie (hoofdstuk 1.1). Bestuurders worden geacht strategieën te ontwikkelen die rekening houden met sociale en ecologische impact, gebaseerd op “People, Planet, Profit.” Er wordt nadruk gelegd op dubbele materialiteit: hoe de onderneming invloed heeft op duurzaamheid en vice versa.​ In de IoD-code wordt het principe van Responsible Business behandeld. Hierin worden bestuurders aangemoedigd om ethische en duurzame bedrijfspraktijken te integreren in hun besluitvorming, met expliciete aandacht voor de bredere maatschappelijke en ecologische impact​. Vergelijking Beide codes onderstrepen het belang van duurzaamheid, maar de NCGC heeft specifiekere vereisten, zoals verplichte rapportage over duurzaamheidseffecten. De IoD-code is minder gedetailleerd maar zet sterk in op het ethische gedrag van bestuurders. 2. Risicobeheer en governance De NCGC benadrukt uitgebreid risicobeheer, inclusief het identificeren van ESG-gerelateerde risico’s zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid. Bestuurders moeten adequate interne beheerssystemen implementeren en regelmatig evalueren. In de IoD-code is risicomanagement geïntegreerd in bredere principes van verantwoordelijkheid en transparantie. Bestuurders moeten risico’s evenwichtig beheren en korte termijn winst niet boven lange termijn weerbaarheid plaatsen. Vergelijking De NCGC biedt meer concrete richtlijnen over hoe ESG-risico’s beheerd moeten worden, terwijl de IoD-code zich richt op ethische principes die het risicobeheer beïnvloeden 3. Stakeholderbetrokkenheid De NCGC schrijft expliciet voor dat ondernemingen een beleid voor effectieve dialoog met stakeholders ontwikkelen. Dit omvat ook de betrokkenheid van medewerkers bij de besluitvorming​. De IoD-code benadrukt het belang van transparantie en open communicatie met stakeholders, inclusief mechanismen zoals speak-up policies om wanpraktijken te melden. Vergelijking Hoewel beide codes stakeholderbetrokkenheid waarderen, legt de NCGC meer nadruk op structurele en strategische dialoog, terwijl de IoD-code meer gericht is op ethisch gedrag en transparantie. 4. Diversiteit en inclusie De NCGC verplicht een diversiteitsbeleid met concrete doelen voor gendergelijkheid en andere aspecten van diversiteit​. In de IoD-code wordt diversiteit benoemd als onderdeel van het principe Fairness. Bestuurders worden aangemoedigd om inclusieve culturen te bevorderen waarin iedereen zich gewaardeerd voelt. Vergelijking De NCGC biedt strengere en meetbare richtlijnen voor diversiteit, terwijl de IoD-code een bredere gedragsmatige benadering heeft. Conclusie Beide codes benadrukken het belang van ESG-principes in governance, maar doen dit op verschillende manieren. De Nederlandse Corporate Governance Code biedt gedetailleerde, juridisch verankerde richtlijnen die vooral gericht zijn op implementatie en rapportage. De IoD-code richt zich meer op het gedrag en de ethiek van individuele bestuurders. Samen vormen deze codes waardevolle kaders om bestuurders te helpen bij het realiseren van duurzame en verantwoorde ondernemingen. Meer weten over good governance en ESG? Neem dan contact op met Mathijs Arts of Patrycja Chelmiak.
LGGA – Lennart Hoeksema
Lennart Hoeksema
Advocaat
CBAM! (Carbon Border Adjustment Mechanism): aanvullende verplichtingen voor importeurs van koolstofintensieve producten
De Europese Unie (EU) is volop bezig met het invoeren van nieuwe wetgeving om haar groene doelstellingen onder de Green Deal te behalen. Een voorbeeld hiervan is het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), waaronder importeurs van koolstofintensieve goederen van buiten de EU meer verplichtingen wordt opgelegd. Wat is het CBAM precies en wat voor gevolgen heeft het voor importeurs? CBAM[1] is ingevoerd om ‘koolstoflekkage’ tegen te gaan. Koolstoflekkage is het fenomeen waarbij productie van koolstofintensieve producten wordt verplaatst naar landen met minder strenge klimaatregels – vaak buiten de EU – zodat, ondanks de inspanningen van de EU, er nog steeds geen reductie van CO2-uitstoot plaatsvindt bij de productie. Hoewel deze landen soms gunstigere tarieven bieden voor het vervaardigen van koolstofintensieve goederen, heeft het verplaatsen van de productie naar landen buiten de EU vaak tot gevolg dat er per saldo meer CO2 wordt uitgestoten. Onder het CBAM wordt er een eerlijke prijs gezet op de koolstof die wordt uitgestoten tijdens de productie van koolstofintensieve producten die zijn vervaardigd buiten de EU, maar door de lidstaten van de EU worden geïmporteerd. Op deze wijze wordt er een gelijkwaardige koolstofprijs betaald voor binnenlandse en ingevoerde producten. Dit creëert een gelijk speelveld tussen Europese en niet-Europese producenten. Daarnaast worden ook niet-Europese landen aangemoedigd om een schonere industriële productie van de koolstofintensieve goederen te bewerkstelligen. Het CBAM is onderdeel van het plan van de EU om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55% te verminderen, ook wel bekend als het ‘Fit for 55’ pakket. CBAM-goederen; toepassingsbereik Het CBAM is van toepassing op de import van bepaalde koolstofintensieve goederen: cement, ijzer en staal, aluminium, meststoffen, elektriciteit en waterstof (“CBAM-goederen”).  De volledige lijst van goederen waarop het CBAM van toepassing is, is te vinden Bijlage I van het CBAM. Het CBAM is van toepassing wanneer de CBAM-goederen worden ingevoerd in het douanegebied van de EU. Het CBAM wordt gefaseerd ingevoerd. Vanaf oktober 2023 tot en met december 2025 dienen importeurs elk kwartaal te rapporteren hoeveel CO2 er is uitgestoten bij de productie van de geïmporteerde CBAM-goederen. Meer in het bijzonder dient er te worden gerapporteerd over de hoeveel CBAM-goederen zijn ingevoerd, hoeveelheid directe en indirecte intrinsieke emissies van deze geïmporteerde CBAM-goederen en de koolstofprijs die betaald is in het land van oorsprong van de intrinsieke emissies. Hoe er precies gerapporteerd dient te worden, is te vinden in de uitvoeringsverordening van het CBAM.[2] Vanaf 2026 dienen importeurs die CBAM-goederen willen importeren een toelating aan te vragen, voordat zij CBAM-goederen mogen importeren. Daarnaast moeten importeurs van CBAM-goederen CO2-certificaten aankopen om de CO2 die is uitgestoten bij de productie van de CBAM-goederen te corrigeren. De prijs van deze certificaten zal gelijk zijn aan de prijs van CO2-emissierechten in de EU. Bedrijven die niet voldoen aan de verplichtingen onder het CBAM kunnen worden beboet door de betreffende lidstaat. Contact Benieuwd wat het CBAM voor u betekent? Neem dan contact op met Lennart Hoeksema of een van onze specialisten uit ons ESG team.   [1] Verordening EU 2023/956. [2] Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1773.  
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
ESG-ratings
Steeds meer vermogensbeheerders, investeerders en ondernemingen, laten hun investeringsbeslissing afhangen van de bijdrage van de betreffende investering aan duurzaamheid in het algemeen en aan de inpassing in hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen. Hierbij kunnen die betreffende partijen zich baseren op verschillende ESG-ratings. Een ESG-rating zou inzicht moeten geven in de mate waarin een onderneming presteert op het gebied van de ESG-factoren; Environmental, Social en Governance. Drie factoren waarbij verschillende onderwerpen worden onderscheiden waarop de duurzaamheid van een onderneming of investering wordt beoordeeld. De rating zou een indicatie moeten geven van de risico’s of de volwassenheid van het ondernemingsbeleid op bijvoorbeeld gebieden zoals energieverbruik, (voorkomen van) milieu- en/of klimaatschade, biodiversiteit, schending van mensenrechten, diversiteit, loonkloof, belastingmoraal en corruptie/fraude. We kennen dit soort ratings en ratingkantoren met name vanuit de financiële wereld; kredietwaardering of credit ratings. De ratings van Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch zijn gerespecteerd en wijken in de regel niet veel van elkaar af. Op het eerste gezicht lijken deze ESG-ratings dus een relevante aanvulling en kan verwacht worden dat deze een objectief oordeel geven over de duurzaamheid van een onderneming. Helaas blijkt uit onderzoek dat dit niet altijd klopt en dat verschillende ratings bovendien sterk van elkaar kunnen verschillen.[1] Volgens persbureau Bloomberg zouden ESG-ratings zelfs niet louter meer de impact van bedrijven op de samenleving meten, maar juist omgekeerd: de potentiële impact van de wereld op de onderneming.[2] Kritiek  Er komt ook kritiek vanuit ons eigen land op de ESG-ratings. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) geeft aan het problematisch te vinden dat ESG-ratings gebaseerd zijn op allerlei verschillende concepten. ESG-ratingbureaus leggen de nadruk niet altijd op dezelfde factoren en er kan niet worden nagegaan hoe bepaalde zaken worden gewogen. Ondernemingen kunnen cherry picken en kiezen welk ESG-rating de meest voordelige uitkomst biedt voor hun type van onderneming, activiteit en wijze van inrichting van de duurzaamheidsdoelstellingen of getroffen maatregelen. Bovendien wijken de ESG-ratings sterk van elkaar af waardoor geen eenduidig beeld gekregen wordt. Ander kritiekpunt is dat de ondernemingen de informatie op basis waarvan zij worden beoordeeld zelf aanleveren. Deze informatie is vaak niet compleet, niet geverifieerd of moeilijk te verifiëren en de ESG-ratingbureaus vullen de missende informatie in voorkomende gevallen aan met schattingen. Het blijkt lastig te zijn om de door het ESG-ratingbureau toegepaste methode te vinden. Informatie hieromtrent, zoals het gebruikte concept en de gebruikte databronnen, is namelijk vaak niet openbaar. Daarbij speelt er een risico op belangenconflicten, omdat de ESG-ratingbureaus vaak verschillende rollen vervullen. Ze zijn bijvoorbeeld tevens consultant, gegevensverstrekker en/of ratingbureau. Onder meer om voornoemde redenen heeft de AFM gesteld dat Europese regulering omtrent de transparantie en kwaliteit van ESG-ratings cruciaal is. Voorstel Verordening van de Europese Commissie  De Europese Commissie erkent de problematiek waar de AFM aandacht voor vraagt omtrent de transparantie van gebruikte methodes bij ESG-ratings. Om dit te veranderen heeft de Europese Commissie op 13 juni 2023 een voorstel uitgebracht voor een Verordening betreffende de transparantie en integriteit van op ESG-factoren gebaseerde ratingactiviteiten (hierna: de Verordening). [3]   Om de kwaliteit van de ESG-ratingbureaus te waarborgen wordt op grond van  de Verordening voor het afgeven van ESG-ratings een vergunning voorgeschreven. De vergunningen worden afgegeven door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA). De ESMA wordt op grond van de Verordening ook toezichthouder. Zo krijgt de ESMA de bevoegdheid om informatie op te vragen en onderzoeken in te stellen. Om belangenconflicten tegen te gaan zullen de ESG-ratingbureaus zich op grond van de Verordening moeten gaan onthouden van bepaalde activiteiten, zoals de afgifte en verkoop van ratings gecombineerd met activiteiten gericht op advisering. Om de transparantie te bevorderen is in de Verordening opgenomen dat ESG-ratingbureaus meer informatie openbaar moeten maken, zoals de gebruikte methoden, modellen en belangrijke aan de ratings ten grondslag liggende aannames. Gevolgen  De Verordening zorgt voor meer toezicht op ESG-ratingbureaus en bevordert de transparantie van ESG-ratings. Hierdoor zal het duidelijker worden op grond waarvan een bepaalde ESG-rating tot stand is gekomen en waar die op gebaseerd is. De Verordening zorgt echter niet voor harmonisatie van de concepten die aan de ESG-ratings ten grondslag liggen. De Europese Commissie heeft daartoe overwogen dat zij juist een verscheidenheid aan benaderingen beschikbaar willen houden. Het wordt daarmee weliswaar duidelijker waarop de ESG-rating van een onderneming gebaseerd is, maar de ondernemingen kunnen nog steeds kiezen voor een ESG-rating die het beste aansluit op de activiteiten of de branche. Bovendien zullen er mogelijk materiele verschillen blijven bestaan tussen de verschillende ratings.   Heeft u vragen over ESG, duurzaamheid, ESG-ratings of anders gerelateerd aan duurzaamheid? Neem contact op met Mathijs Arts of een van onze specialisten van het ESG-projectteam. Deze bijdrage is geschreven door Elouiza de Haan in het kader van haar studentstage en geredigeerd door Mathijs Arts   [1] K.P. Pucker & A. King, ‘ESG investing isn’t designed to save the planet’, hbr.org, 1 augustus 2022. [2] C. Simpson, A. Rathi & S. Kishan, ‘MSCI, the largest ESG rating company, doesn’t even try to measure the impact of a corporation on the world. It’s all about whether the world might mess with the bottom line’, bloomberg.com, 10 december 2021. [3] Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de transparantie en integriteit van op ecologische, sociale en governancefactoren gebaseerde ratingactiviteiten – Publications Office of the EU (europa.eu) , p.1. Lees voor meer kritieken en commentaren:  https://fd.nl/financiele-markten/1492471/als-alle-duurzame-keurmerken-hetzelfde-moeten-zijn-wat-is-dan-ons-bestaansrecht en https://fd.nl/samenleving/1492295/bestaat-er-wel-zoiets-als-duurzaam-beleggen
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
ESG: een blijvertje in de fusie- en overnamemarkt
Bijna 90% van de ondervraagden in een jaarlijkse marktonderzoek binnen de fusie- en overnamemarkt heeft aangegeven dat ESG (Environmental, Social & Governance) steeds belangrijker wordt binnen de fusie- en overnamemarkt. Dat belang valt te verklaren doordat een stevig ESG-beleid loont; ondernemingen die aandacht besteden aan hun ESG-prestaties leveren betere financiële prestaties en creëren bovendien meerwaarde voor hun onderneming. Maatschappelijke thema’s zoals goed ondernemingsbestuur, CO2-reductie, circulair ondernemer, diversiteit & inclusie en arbeidsomstandigheden vinden daarmee hun weerklank in het bedrijfsleven. Die ontwikkeling wordt gevoed door steeds kritischer wordend consumentengedrag en investeringsbeslissingen en door strenger wordende wet- en regelgeving. Het onderwerp krijgt een steeds grotere invloed op de strategische besluitvorming binnen bestuurskamers. Meten is weten ESG speelt niet alleen een rol bij de waardering en potentiële waardestijging van een onderneming maar steeds vaker blijken ESG gerelateerde vragen en onderwerpen een hindernis bij bijvoorbeeld het due diligence onderzoek in het kader van een bedrijfsovername. Een gebrek aan ESG-beleid of aan concrete en meetbare doelstellingen leidt tot een lagere waardering van de onderneming en daarmee lagere koopprijs. Meer dan twee derde van door KPMG ondervraagde organisaties geeft aan bereid te zijn meer te betalen voor een overnamedoelwit met een hoge ESG-volwassenheid. Een gebrek aan ESG-beleid kan ook leiden tot obstakels in de onderhandelingsfase of het niet doorgaan van de transactie. Het is daarom van belang om een stevig ESG-beleid te voeren, te weten hoe een onderneming scoort op het gebied van ESG factoren en hier doorlopend inzicht in te krijgen. Maar ook aangekondigde wet- en regelgeving nopen in de (nabije) toekomst tot het hebben van inzicht in en continue aandacht voor ESG factoren. CSRD en CSDD Er zijn twee belangrijke richtlijnen in Europa aangekondigd: de CSRD en de CSDD.[1] Op 10 november 2022 stemde het Europees Parlement met een overweldigende meerderheid voor de goedkeuring van de CSRD. Deze nieuwe verordening komt ter vervanging van de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) uit 2014, die voor het eerst verplichte ESG-informatieverschaffing introduceerde voor grote bedrijven in heel Europa. Onder deze nieuwe richtlijn zullen veel meer bedrijven moeten gaan rapporteren over ESG.[2] Het gaat daarbij om bedrijven met een balanstotaal van > EUR 20 miljoen, netto omzet van > EUR 40 miljoen en/of > 250 medewerkers.[3] De CSRD concretiseert de duurzaamheidsinformatie die bedrijven moeten bekendmaken en publiceren op vergelijkbare wijze als dat ze hun financiële cijfers moeten bekendmaken en publiceren. Het bestuursverslag van de onderneming moet tevens een beschrijving omvatten van het ondernemingsmodel, de strategie waaronder plannen waarmee de onderneming bijdraagt aan de transitie naar een duurzame economie en de beperking van het opwarmen van de aarde. De EU streeft standaardisatie op dit punt na. De CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) ziet op een voorschrift tot passende zorgvuldigheid (due diligence) op het gebied van duurzaamheid. Ondernemingen onder het toepassingsbereid worden verplicht een beleid te hebben om de negatieve gevolgen van hun bedrijfsvoering voor mensenrechten en milieu te identificeren, te voorkomen en/of te beperken. Daarbij moet er een procedure worden opgesteld voor belanghebbenden om te klagen bij gerechtvaardigde zorgen over de impact van de activiteiten op mensenrechten en milieu en moet de onderneming de doeltreffendheid van haar beleid identificeren, voorkomen, beperken en monitoren en vervolgens rapporteren over het proces zoals dat in de genoemde stappen heeft plaatsgevonden. Who Cares Wins Onder het oude motto van de VN ‘Who Care Wins’, uit 2004 geldt ook nu weer dat bedrijven en ondernemingen die hun ESG-beleid op orde hebben met een beleid gericht op het vervullen van (lange termijn) duurzaamheidsdoestellingen op die termijn de bovenliggende partijen zullen blijken te zijn. Dit geldt zowel voor grote corporates als voor MKB-ondernemingen. Zowel qua waardering en potentiële waardestijging hebben deze partijen een voorsprong op de concurrentie maar ook op het vlak van het voldoen aan de toekomstige wettelijke kaders voor rapportage en bekendmakingen zullen zij frontrunners zijn. Meer weten? Wilt u meer weten over hoe u kunt voldoen aan de (komende) verplichtingen, op welke wijze de verplichtingen relevant zijn of worden voor het MKB, neem dan contact op met de specialisten van ons ESG Projectteam. [1] Corporate Sustainability Reporting Directive & Corporate Sustainability Due Diligence Directive [2] Binnen Europa betreft dit verschil van ongeveer 11.600 naar 49.000 ondernemingen, binnen Nederland van circa 115 naar 500 ondernemingen. In totaal betreft dit meer dan 75% van de totale omzet van commerciële bedrijven in de EU. [3] De NFRD is van toepassing op beursgenoteerde bedrijven of financiële instellingen met > 500 medewerkers.
Mathijs Arts
Mathijs Arts
Advocaat
ESG ontwikkelingen binnen de EU
Verplichte ESG -rapportage (duurzame-, social en governance) voor bedrijven in heel Europa bevindt zich midden in een transformatie. Naast haar oorspronkelijke focus op economische en politieke eenheid, is de Europese Unie (EU) de afgelopen decennia steeds meer gericht op milieukwesties. In overeenstemming met haar ambitieuze klimaat-, duurzaamheids- en mensenrechtendoelstellingen heeft de EU strengere, meer specifieke rapportagevereisten voor bedrijven ingevoerd. Dit betreft: de richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive; ‘CSRD’), die wordt ingevoerd om bestaande niet-financiële rapportagevereisten uit te breiden en te vervangen; de verordening inzake de openbaarmaking van duurzame financiering (Sustainable Finance Disclosure Regulation; ‘SFDR’); en de EU-taxonomievereisten, die tot doel hebben de overgang naar milieuvriendelijkere beleggingen te bevorderen. De EU wil haar overkoepelende doelstellingen bereiken door aan te dringen op meer standaardisatie van het verslagleggen, met name als het gaat om de manier waarop bedrijven rapporteren over ESG-gerelateerde kwesties. De EU staat in dat kader voor de grote uitdaging om de lidstaten, elk met hun eigen geschiedenis en benadering van ESG-kwesties, op één lijn te brengen. Standaardisatie mag dan wel het doel zijn, het staat nog ver af van de huidige realiteit. In heel Europa heeft elk land zijn eigen unieke geschiedenis met ESG-beleid, zijn eigen benadering van ESG-rapportagevereisten en zijn eigen manier om EU-wetgeving te implementeren of ermee om te gaan.   CSRD Voor de lidstaten is het EU-recht superieur aan het nationale recht. Twee belangrijke soorten EU-wetgeving zijn verordeningen, die automatisch van toepassing zijn op alle EU-landen, en richtlijnen, die lidstaten in hun eigen wetgeving moeten omzetten. Op 10 november 2022 stemde het Europees Parlement voor de goedkeuring van de CSRD. Onder deze nieuwe richtlijn zullen meer bedrijven moeten gaan rapporteren over ESG. Belangrijker is echter dat de richtlijn een veel strenger rapportagekader introduceert waarin financiële gegevens en ESG-informatie worden samengebracht. Uiteindelijk betekent dit dat ESG-informatie naast financiële informatie moet staan en met dezelfde mate van controle en zorgvuldigheid moet worden behandeld. Bedrijven zullen aanzienlijk meer gegevens moeten verzamelen, veel meer personen moeten betrekken in het proces en ervoor moeten zorgen dat alles waarover ze rapporteren extern wordt gecontroleerd.  Zodra de CSRD is gepubliceerd, hebben de EU-lidstaten 18 maanden de tijd om de richtlijn om te zetten in nationaal recht. Vanaf 2024 wordt de rapportageplicht uitgerold. Allereerst voor bedrijven die al onder het NFRD rapporteren.   Van grof naar fijn Bij de omzetting van de richtlijn in nationaal recht zullen de EU-lidstaten deze nieuwe eisen moeten inweven in een bestaand, complex samenstel van regels. Net zoals de CSRD een uitvloeisel is van de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU, hebben lidstaten reeds hun eigen rapportagevereisten op basis van nationale doelstellingen en strategieën, waarvan er vele – met name op het gebied van sociale en bestuurskwesties – al tientallen jaren bestaan. Van de bescherming van het lokale milieu, biodiversiteit en CO2-belastingen of quota tot gendergelijkheid (denk aan loonkloof) en supply chain due diligence. De lidstaten hebben een lange en gevarieerde geschiedenis met ESG die van invloed blijft op waar bedrijven over moeten rapporteren en hoe ze worden gevraagd om dit te doen. Naarmate de drang naar een gestandaardiseerde manier van rapporteren toeneemt, neemt ook de complexe wisselwerking tussen de openbaarmakingsvereisten van bedrijven en de bredere sociaal-politieke context toe. Om te begrijpen hoe de thans actuele CSRD en andere nieuwe en toekomstige vereisten van de EU zich in een die context zouden kunnen ontwikkelen, moet een goed overzicht bestaan van de huidige nationaal gelden regels en voorschriften. Het is van belang te realiseren dat de CSRD zoals opgemerkt een richtlijn is die in de nationale wetgeving geimplementeerd moet worden. Lidstaten kunnen dus ook verder gaan dan dat de CSRD voorschrijft. De geschiedenis leert dat dat ook regelmatig gebeurt doordat toepassing bereik wordt opgerekt zodat meer bedrijveon onder de verplichting vallen dan voorgeschreven. Met name Scandinavische landen zijn hier voorloper in.   Hoe verder? Ons ESG projectteam houdt de ontwikkelingen op het gebied van ESG gerelateerde onderwerpen, wet- en regelgeving nauwlettend in de gaten en kijkt daarbij ook naar ontwikkelingen binnen de andere lidstaten van de EU en de rest van de wereld. Op gebied van milieuwetgeving, (non-)financiële verslaglegging, aanbestedingsrecht, consumentenrecht, arbeidsrecht tot financieringen en bedrijfsovernames, op ieder gebied spelen ESG factoren een rol en verdienen de aandacht. Bent u geïnteresseerd in dit onderwerp, heeft u er dagdagelijks mee te maken of verwacht u er mee te maken te krijgen en wilt u over deze onderwerpen van gedachten wisselen? Neem dan contact op met de specialisten van ons ESG-team.