Energie

Energie

Specialistische kennis van de energiesector

In de dynamische wereld van energie en infrastructuur is gespecialiseerde juridische ondersteuning onmisbaar. Of u nu een projectontwikkelaar, investeerder, energiemaatschappij, bank of publieke instelling bent. La Gro navigeert de juridische uitdagingen die gepaard gaan met verduurzaming, netcongestie, veranderende subsidievoorwaarden en (grensoverschrijdende) samenwerkingsovereenkomsten

Wij begeleiden cliënten gedurende de hele levenscyclus van energieprojecten, van initiatief en ontwikkeling tot exploitatie en overdracht.

Multidisciplinair team

Het sectorteam Energie combineert diepgaande kennis van het energierecht met ervaring in onder meer ondernemingsrecht, Europees recht, vastgoedrecht, omgevingsrecht, projectfinanciering, contracteren, en aanbestedingen. Onze geïntegreerde aanpak stelt ons in staat om snel te schakelen, risico’s te beheersen en kansen optimaal te benutten in een sector waarin technologische innovatie, wet- en regelgeving en maatschappelijke ontwikkelingen continu in beweging zijn.

Juridische duidelijkheid in uitdagende energieprojecten

Of het nu gaat om traditionele energie-infrastructuur of duurzame energieprojecten zoals wind- en zonne-energie, waterstof, CCS(U) of duurzame warmte: wij zorgen voor juridische duidelijkheid in een complexe markt.

Bel: 0172-503 250

Hiervoor kunt u bij ons terecht

  • Energiewet
  • Wet collectieve warmte (Wcw)
  • Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw)
  • Warmtenetten en Warmtebedrijven
  • Ondersteuning van energiecoöperaties
  • Eigendomsstructurering
  • Milieu-, omgevings- en overige vergunningen
  • Warmte Koude Opslag (WKO)
  • Beleidsvorming verduurzaming vastgoed
  • Gebieds- en projectontwikkeling
  • Onteigening
  • Oprichten joint ventures en partnerships
  • PPP, PPA, EPC
  • Balancerings-, transport- en flexibiliteitsdiensten
  • Corporate Advisory en M&A
  • Geschillen met de Autoriteit Consument en Markt (ACM)
  • Projectfinanciering en due diligence
  • Subsidies, staatssteun en mededinging
  • ESG, de interne energiemarkt en klimaatrecht
  • Aanbestedingsrecht (begeleiding, advisering, procedures)
  • CSRD, CSDDD en klimaattransitieplan

Publicaties

Steven Helmens – La Gro
Steven Helmens
Juridisch medewerker
Redelijk aangesloten: wachttijden en de Elektriciteitswet
Netbeheerders zijn wettelijk verplicht om eenieder binnen een redelijke termijn aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Een redelijke termijn werd in de Elektriciteitswet 1998 gedefinieerd als 18 weken na de aanvraag hiertoe. Op 29 april 2025 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich gebogen over deze deadline in een kwestie tussen netbeheerder Enexis en assemblagebedrijf ZT Netherlands en geoordeeld dat deze strijdig is met Europees recht. Het arrest geeft richting, maar vormt ook een duidelijke waarschuwing: wie de aansluitingstermijn als hard recht beschouwde, moet dat standpunt herzien. Wat betekent dit voor netbeheerders, bedrijven én de juridische praktijk? Juridische en maatschappelijke context van aansluittermijnen Volgens de Europese Elektriciteitsrichtlijn (artikel 59 lid 7 sub a Richtlijn 2019/944) mogen alleen onafhankelijke toezichthouders – in Nederland de ACM – aansluitvoorwaarden vaststellen. Deze exclusieve bevoegdheid van regulerende instanties werd door het Europese Hof van Justitie in 2020 en 2021 verduidelijkt. Juridisch gezien betekent dit dat een redelijke termijn voor een aansluiting moet worden vastgelegd in een netcodebesluit van de ACM en niet in een wet in formele zin zoals de Elektriciteitswet 1998. De wettelijke verankering van de 18-wekentermijn voor zowel klein- als grootverbruikers is op 21 februari 2025 geschrapt. In de praktijk was een overschrijding van dit termijn al de norm, dus of de wetswijziging impact heeft op de daadwerkelijke doorlooptijden is nog maar de vraag. Door een structureel tekort aan technici, een groei van het werkpakket en de noodzaak voor steeds complexere netontwerpen was de landelijk gemiddelde levertijd voor een grootverbruik aansluiting in 2020 volgens Enexis ongeveer 45 weken. Enexis versus ZT Netherlands In mei van 2020 vroeg ZT Netherlands na een verhuizing een grootverbruiksaansluiting aan bij netbeheerder Enexis. Vanwege de langere doorlooptijden schakelde ZT zelf dieselaggregaten in om de werkzaamheden voor te zetten. Toen de aansluiting na 25 weken rond was – zeven weken later dan de wettelijke termijn – eiste ZT vergoeding van Enexis. In een tussenvonnis gaf de rechtbank Oost-Brabant ZT gelijk. De termijn was overschreden, dus Enexis handelde onrechtmatig. Het exoneratiebeding in de algemene voorwaarden van Enexis werd door de rechtbank opzij geschoven, omdat Enexis voortvarender te werk had kunnen gaan met het voorkomen van schade bij ZT Netherlands. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch draaide het vonnis in hoger beroep volledig terug. De belangrijkste punten: De 18-wekentermijn is in strijd met het Europees recht. Doordat de termijn is vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998 en niet in een besluit van de ACM, kan Enexis de termijn juridisch niet laten toetsen – en dat is in strijd met het recht op toegang tot een rechter (artikel 47 Handvest van de Grondrechten van de EU). De termijn van 25 weken is ‘redelijk’ onder de omstandigheden. Het hof kijkt naar de gemiddelde aansluittermijnen in 2020 (35 weken), het type aansluiting, en de capaciteitsproblemen bij Enexis en oordeelt dat de aansluiting van ZT zelfs relatief snel is verlopen. First come, first served In het slot van het arrest wijdt het Gerechtshof nog een opmerkelijke overweging aan het first come, first served-beleid dat netbeheerders voeren bij het verwerken van openstaande verzoeken. Hierin is een duidelijke lijn te lezen: “First come, first served” is een redelijk en verdedigbaar uitgangspunt, tenzij de aanvrager concreet bewijst dat er sprake is van een uitzonderlijke urgentie. Met die overweging lijkt het Gerechtshof een fundamentele koers te kiezen: de lat voor afwijking van wachtrijbeleid bij aansluitingsverzoeken ligt hoog. Conclusie Het Gerechtshof creëert duidelijkheid omtrent de aansluittermijnen en de mogelijke aansprakelijkheid van netbeheerders. Hoewel het expliciete recht op aansluiting binnen 18 weken niet langer in de Elektriciteitswet 1998 is opgenomen, blijft er wél een wettelijke aansluitplicht bestaan. De beoordeling of een netbeheerder tijdig heeft aangesloten, vindt nu plaats aan de hand van een ‘redelijke termijn’. Wat als redelijk wordt beschouwd, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. Dit arrest behoudt daarmee zijn relevantie, zowel voor aansprakelijkheidskwesties met betrekking tot de periode vóór 2025 als voor toekomstige discussies over netcapaciteit, bijvoorbeeld in het kader van congestie en netuitbreiding. Contact Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u van gedachten wisselen? Neem dan contact op met het Energie team van La Gro. Wij denken graag met u mee!